Afbeelding

CDA wil bij inrichting van wijken meer aandacht voor leefbaarheid

GOEREE-OVERFLAKKEE – In een toelichting bij schriftelijke vragen die het CDA bij monde van Daniël Huising heeft gesteld aan het college van B en W over het onderwerp Buitenruimte, geeft de fractie aan dat bij de inrichting van wijken deze ruimte veel meer moet worden gezien als leefgebied. Dat is meer dan alleen het wonen in een wijk met infrastructurele voorzieningen (waaronder parkeren) voor het gemotoriseerde verkeer.

Door Jaap Ruizeveld

Gevraagd wordt aan het college om samen met inwoners te kijken waar mogelijkheden zijn om ruimte te maken voor het veilig spelen van kinderen en ontmoetingslocaties voor ouderen. Dit in een autoluwe kindvriendelijke omgeving. Asfalt en tegels mogen wat het CDA betreft vaker worden ingeruild voor groen en uitdagende speelvoorzieningen. Bovendien zou gekeken moeten worden naar een actualisatie van de toestellen op veel speelplekken. Een speelplek met uitsluitend een wipkip, glijbaan en schommel laten veel kinderen links liggen.

Het CDA vraagt of het mogelijk is om een tussentijdse evaluatie te ontvangen van de nota Speelvoorzieningen. Of de werkgroep speelvoorzieningen en ontmoetingsplaatsen nog actief is en of er op dit moment werkzaamheden worden uitgevoerd waarbij aandacht voor buitenspelen mee wordt genomen in de planvorming? Als een voorbeeld geeft het CDA aan het in ontwikkeling zijnde VCP (Verkeerscirculatieplan) Middelharnis/Sommelsdijk.

Persoonlijk memo

Opvallend is dat bij de schriftelijke vragen ook een persoonlijke memo is gevoegd van fractieleider Daniël Huising, waarin hij het onderwerp Buitenruimte benadert. Enerzijds wijzend op de huidige veranderde situatie, nu met stillere straten in de wijken, als gevolg van de veiligheidsregels rond het coronavirus. Anderzijds inhakend op een recente notitie van de provincie Zuid-Holland, waarin staat dat in de afgelopen jaren bij de inrichting van een wijk te veel ruimte is geboden aan de auto en aan de voorzieningen die daar mee samenhangen waaronder parkeerlocaties. De ruimte zou niet efficiënt zijn gebruikt en geopteerd wordt voor een lagere parkeernorm. Maar omtrent de invullingsmogelijkheid die dan ontstaat gaat de provincie voor woningbouw. Dat vindt Huising verrassend. Nog meer stenen in plaats van juist het scheppen van mogelijkheden voor een gevarieerd aanbod met veilige spel voor kinderen en voor ontmoetingslocaties voor senioren.

Kinderrechtenverdrag

Gemeenten zouden de regie over de wijken terug moeten pakken. Samen met bewoners aan de slag gaan. In de afgelopen jaren is bij de ontwikkeling van de wijken de leefbaarheid te veel ‘overgelaten’ aan projectontwikkelaars. Zij richten zich niet op speelruimten voor kinderen en de genoemde ontmoetingslocaties voor ouderen. En dat is juist belangrijk voor de leefbaarheid. Huising wijst tenslotte in zijn memo op artikel 31 van het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties, waarin duidelijk wordt omschreven dat elk kind recht heeft op vrije tijd, spel en recreatie. Hij wil dat mogelijk maken voor eenieder, niemand uitgezonderd.