Marjolein van 't Geloof komt uit een echte wielerfamilie (Foto: Erwin Guijt).
Marjolein van 't Geloof komt uit een echte wielerfamilie (Foto: Erwin Guijt).

Sporttalent Marjolein van ‘t Geloof:

“Ik was in het begin erg slecht, maar vond het wel heel leuk’’

DIRKSLAND – Het woordenboek omschrijft sport als ‘allerlei lichamelijke oefeningen en ontspanning waarbij vaardigheid, kracht en inzicht vereist worden’. Op het eiland zijn er daarvoor heel wat mogelijkheden, zowel in groepsverband als ook individueel. Sommige jongeren zijn bijzonder goed in hun tak van sport en Eilanden-Nieuws vroeg hen naar hun verhaal. In de tweede aflevering Marjolein van ’t Geloof (24), wielrenster uit Dirksland.

Door Erwin Guijt

Voor haar zevende verjaardag kreeg Marjolein een racefiets en sinds haar tiende is ze begonnen in wielerkoersen. Al met al draait ze al even mee, zo blijkt al snel bij het levendige gesprek aan de keukentafel. Na haar studie fysiotherapie is ze zich volledig op het fietsen gaan focussen. Ze werkt nog een paar dagen per week bij het Cyclinglab, waar ze haar studie met haar passie combineert: ze geeft daar fysiotherapie aan mensen met wielerklachten. “Als je talent hebt voor een sport is het goed om daar volledig voor te gaan, maar een goede studie is ook belangrijk."

Shoppen

Het is niet vreemd dat Marjolein in de wielersport terecht kwam. “We zijn een echte wielerfamilie, mijn ouders en beide broers fietsen ook al. Op de oude racefiets van haar broer, gekregen voor haar tiende verjaardag, ging ze haar eerste stukken wielrennen. Lachend: “Ik was heel erg slecht, maar ik vond het wel heel leuk." Al snel leerde ze handige technieken en werd ze steeds beter. Met vader achter het stuur ging het op en neer naar Puttershoek, waar ze deelnam aan verschillende regionale wedstrijden. “Toch ging het nog niet helemaal lekker en belandde ik steeds naast het podium. Uiteindelijk besloten we het nog één seizoen te proberen. Als dat niets zou worden, zou ik stoppen."

Maar zo ver kwam het niet. Het seizoen wat mogelijk haar laatste zou kunnen worden, won ze met verve. “Vanaf toen had ik het eigenlijk onder de knie en ging ik steeds verder wedstrijden opzoeken en rijden." Tot haar 18e reed ze in de juniorklasse, waar ze een van de beste van Nederland was. Dat vergt wel veel inzet: veel in haar leven draait dan ook om fietsen. “Je hebt al snel een eigen bubbel met veel mensen uit de fietswereld, die mensen kom je tenslotte regelmatig tegen. Ik heb daar ook veel vrienden gemaakt. En daarnaast heb je gewoon weinig tijd om even een dagje te gaan shoppen met vriendinnen ofzo."

Sprintster

“Het wielrennen heb ik altijd als hobby gezien, maar toen ik ernaar ging kijken als werk, voelde dat niet prettig. Je merkt dan een zekere druk", bekent Marjolein eerlijk. Kun je eigenlijk rondkomen van een bestaan als professioneel wielrenster? “Dat hangt van een aantal dingen af. Natuurlijk van hoe goed je bent, maar ook of je een contract en persoonlijke sponsoren hebt. Het prijzengeld wat je kunt winnen verschilt per wedstrijd. Zelf verdien ik er al met al niet veel aan, al krijg ik van mijn sponsoren wel materiaal om zo goed mogelijk te presteren."

Inmiddels heeft de 24-jarige meerdere wereldwedstrijden gereden. Op haar 16e won ze het Nederlands kampioenschap in haar klasse. “In Nederland is het moeilijk om hoog te classificeren, omdat er veel goede wielrenners zijn.’’ Kan ze een inschatting maken waar ze zelf ongeveer staat? Ze aarzelt even. “Ongeveer op plek twintig van Nederland. Maar ik ben vooral een sprintster. Klimmen ligt mij niet zo goed."

Trainingskampen

Gemiddeld fietst ze zo’n 18 uur per week, en regelmatig bezoekt ze trainingskampen. Haar trainer van de afgelopen vijf jaar, Jim van den Berg, stelt de trainingsschema’s op en helpt haar zichzelf te verbeteren. “Soms zijn dat hele intensieve, korte stukjes waar het aankomt op kracht, maar het kunnen ook langere stukken zijn waarbij uithoudingsvermogen een grote rol speelt." Dat laatste heeft ze wel nodig: het komt voor dat ze verschillende dagen achter elkaar verschillende wedstrijden heeft.

De meeste wielrenners zijn op het toppunt van hun kunnen zo rond hun 27e of 28e levensjaar. Marjolein is nu 24. Is er nog vooruitgang? “Jazeker, ik merk dat ik ieder jaar weer stappen zet en mezelf verbeter. Dat geeft motivatie om door te gaan." Voor de toekomst wil ze graag regionaal wedstrijden blijven rijden. Wat ze heel positief vindt, is dat er bij de jeugd van Goeree-Overflakkee steeds meer animo komt om te fietsen. “De sport is ook heel toegankelijk. Iedereen kan toch fietsen?", glimlacht ze.

NB. Dit interview vond plaats voor de uitbraak van het coronavirus en de gevolgen die dat met zich meebracht.

Marjolein van 't Geloof in actie tijdens een wedstrijd (Foto: breakawaydigital).