In de schaduw van Gods vleugels

David zoekt veiligheid. U begrijpt dat in de nood waarin we ons nu bevinden vanwege de coronacrisis misschien maar al te goed. Deze regel uit zijn zang maakt duidelijk dat ‘verdervingen’ zijn bestaan bedreigen. Er is kennelijk sprake van een veelheid aan rampspoeden. Een zware tijd. Een zwarte tijd. David wordt opgejaagd door Saul, die uit is op zijn dood. En terwijl de storm over zijn leven opsteekt, zoekt David een schuilplaats. Letterlijk. De eerste regel van deze psalm maakt duidelijk dat David een veilig heenkomen heeft gezocht in ‘de spelonk’. Vermoedelijk de spelonk van Adullam. En daar, verscholen voor de vijand, is dit lied in zijn hart geboren. Deze Psalm, die ook voor David zelf kennelijk een bijzondere waarde heeft gehad. Hij noemt hem een ‘gouden kleinood’. De psalm is als een geestelijk sieraad voor hem. Dat herkent u misschien. Als Gods Geest in een bewogen tijd van je leven je een psalmwoord op je hart drukt, krijgt dat een bijzondere kracht, een bijzondere glans. En je kunt de woorden nadien niet meer lezen of zingen, zonder terug te denken aan de zegen die Hij er toen in je leven mee gaf. Zo zal David deze psalm meegedragen hebben. Laten wij hem biddend lezen, verlangend naar en verlegen om Gods genade, zo dat deze woorden ook voor onszelf in de nood van nu tot zo’n ‘gouden kleinood’ worden.

Terwijl de nood, ja het verderf rond zijn leven wervelt, moet David het van zijn God hebben. Van Zijn genadig omzien. En dat met klem. In tweevoud gaat zijn roep op tot God. ‘Wees mij genadig, o God! Wees mij genadig…’ Alsof hij Hem met twee handen aangrijpt. En een mens die het van genade moet hebben, wordt niet beschaamd. Hij is immers die God ‘Die genadig uit de hoge ziet, wie op Zijn bijstand wacht’ (Ps. 146). David neemt de gevleugelde toevlucht tot Hem. Zo heeft hij zelf dit gebed ervaren. ‘…want mijn ziel betrouwt op U, en ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen…’
David schuilt bij de Heere. Veel meer dan de geborgenheid van de spelonk, verlangt hij naar de veiligheid van Zijn bescherming. Zoals een jonge vogel schuilt onder de vleugels van oudervogel. Hij wil schuilen in de schaduw van zijn God ‘…totdat de verdervingen zullen voorbij gegaan zijn’. Totdat het onheil zal zijn voorbijgegaan. Zijn vijand, alle ellenden, alle rampspoeden. We horen de taal van het geloof: ‘..totdat…’. Dát het verderf voorbij zal gaan, staat voor David vast.

Intussen roepen Davids woorden een oude geschiedenis in herinnering, te weten die van de uittocht uit Egypte. De verderver ging langs de huizen. En hij kwam binnen, tenzij het bloed van het lam aan de deurpost kleefde. Waar het bloed van het lam vergoten was, gingen ‘de verdervingen voorbij’. Als een rijke en indringende prediking van Christus en Zijn offer! En als David hier genadig verberging vindt, is dat om en in Hem. Aan Davids grote Zoon ging het verderf níet voorbij. Integendeel. De verdervingen troffen Hem ten volle. Hij moest het klagen aan het vloekhout: ‘Ik vind geen rust, ook vind ik geen ontfermen, in Mijn verdriet’ (Psalm 22).

En daarom mag ons ook in het heden een Schuilplaats gewezen worden. Om te schuilen bij Hem met dé nood van ons bestaan: onze zonde, waarmee we ons in het verderf hebben gestort. En waarom hét verderf dreigt! Een kwaal die veel, veel dieper grijpt dan een ziekte of een virus doet. Als je niet voor eeuwig geborgen bent, dan kunnen verdervingen als het coronavirus misschien wel aan je voorbijgaan, maar haalt hét verderf je toch eens in… Daarom: door het geloof schuilen bij Hem, van wie Jesaja getuigt: ‘En door Zijn striemen in ons genezing geworden.’
En… door het geloof in Christus mag de belijdenis van David in deze psalm de rust en de rijkdom van je hart zijn. Een kleinood in de gevaarlijke tijd die wij nu beleven. Dan is het ook heden: schuilen onder de schaduw van Gods vleugels, totdat de verdervingen zullen zijn voorbijgegaan. En dan ben je naar lichaam en ziel wel bewaard. Veiliger kun je niet zijn. Als je gezond blijft. Als je ziek wordt. Maar ook als je sterven gaat. Wetend: dán zijn de verdervingen voor altijd voorbij!