Afbeelding
Foto:

Een zeker man had een vijgenboom

Monica kwam door haar bestuurslidmaatschap van de Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK) in contact met vervolgde christenen en deed daar onuitwisbare indrukken op. Dit boek ‘Een zeker man had een vijgenboom’ is haar debuut. Zij begint met de volgende woorden: Soli Deo Gloria. De pagina ernaast is het Bijbelgedeelte uit Lukas 13:6-9, de gelijkenis van de vijgenboom. Een thema dat telkens terugkeert.

De hoofdpersonen zijn Danjuma, Abdul en Johan. Telkens belicht de schrijfster één van hen. De hoofdstukken zijn meestal niet lang, maar wel inhoudsvol, soms afschuwelijk om te lezen, maar wel de realiteit van het leven in Noord-Nigeria of in ons vaderland. Door deze wijze van schrijven blijft de lezer heel dichtbij het hele gebeuren. Als het mogelijk is, lees je dit in één of twee avonden uit. Wellicht in deze tijd van veel thuisblijven, in één dag.

Wie is Danjuma? Hij woont met zijn moeder in het noorden van Nigeria. Er komen steeds meer geruchten bij hen binnen dat christenen in dit deel van Nigeria hun leven niet zeker zijn. De islamitische Boko Haram-strijders vallen hun dorpje aan, met maar één doel: zoveel mogelijk christenen doden. Ook Danjuma ontkomt niet aan dit gruwelijke geweld en wordt voor dood … achtergelaten.

En Abdul? Hij is een strijder voor Boko Haram en voelt zich superieur. Hij gelooft dat Allah met hem is als hij met zijn medestrijders christenen doodt. Hij probeert de leegte in zijn hart te vullen als hij een ontvoerd christenmeisje toegewezen krijgt om aan zijn pleziertjes te voldoen. Hij komt onder de indruk van haar en dat niet alleen omdat ze mooi is. Wat heeft zij dat hij mist? En… waarom komt de stralende blik van Danjuma hem steeds voor ogen?

Wie is Johan? Hij is een hardwerkende Nederlander die het goed voor elkaar heeft: een leuke vrouw, lieve kinderen en mooi vakanties in Zuid-Frankrijk. Daar op de camping hebben ze leuke vrienden, net zo kerkelijk meelevend als hij. Verhalen over de vervolgde kerk zetten hem stil. En een ingrijpende ervaring heeft veel impact, vooral na een indrukwekkende preek over de gelijkenis van de vijgenboom.

Een passage uit de Proloog… (blz. 11) Buni Yadi, Noordoost-Nigeria, 28 januari 2015.

Langzaam stapt Abdul verder op hem (Danjuma) af. ‘Het is vrijdag vandaag.’ Lacht de moordenaar veel betekenend. ‘Vrijdag! De dag van je geboorte hè? Maar dat niet alleen. Dat niet alleen.’ Hij lijkt nu uitzinnig te worden van blijdschap. Zijn stappen krijgen iets sluipends als zijn bebloede hand de machete opheft.

Dan wijkt de verlamming. In een mum van tijd draait Danjuma zich om zijn as en zet het op een lopen. De adrenaline jaagt hem aan. Blindelings rent hij. Tevergeefs. Aan hun hijgende ademhaling hoort hij dat ze hem inhalen. Een hand grijpt hem bij zijn shirt. Een vuist wordt omhoog geheven. Een vuist vol bloedresten, een machete omklemmend. Daarboven ogen. Zo zwart als de nacht. Een flits bij zijn ogen… alsof zijn schedel openscheurt. Een afschuwelijk scherpe pijn. En dan niets meer.

Dan gaat de schrijfster terug in de tijd en telkens geeft ze de drie personen een ‘gezicht’, zonder dat het verwarrend is. Danjuma, Johan, Abdul, elk met hun eigen verhaal en toch is er een verbinding tussen hen, althans dat probeert Monica Nieuwenhuijse op een ongedwongen manier. Bij het lezen word je meegenomen en wil je steeds weten hoe het afloopt, zonder dat de schrijfster de uitkomst verraadt.

Dit boek is meegelezen door André van Grol, directeur van SDOK (Stichting de Ondergrondse Kerk). Hij geeft aan het eind ‘aan de lezer’ mee wat de schrijfster met dit boek wil bereiken: christenen in Nederland wijzen op hun verantwoording als christen in deze wereld. Ze legt de vinger bij een gevoelige plek: is je geloof een zaak van het hart, of alleen iets aan de buitenkant?

Het verhaal van Johan, die voor het oog zijn zaken goed op orde heeft, is op een indringende manier verweven met de verhalen van Danjuma en Abdul uit Nigeria. Abdul, die jarenlang als Boko Haram strijder christenen uitmoordde in het noorden van Nigeria. En Danjuma, een jongen van dertien jaar die aangevallen, ernstig verminkt en voor door achtergelaten werd door strijders van Boko Haram.

Danjuma en Abdul zijn bestaande personen. Wel heeft de schrijfster zich vrijheden veroorloofd, maar de ervaringen van hen zijn in grote lijnen echt gebeurd. In werkelijkheid hebben Danjuma en Abdul elkaar niet ontmoet. Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK) heeft hen wel bezocht en steunt hen. Danjuma bezoekt bij de verschijning van dit boek een blindenschool, en laat weten dat het goed met hem gaat.

Monica Nieuwenhuijse houdt ons door deze drie verhalen een spiegel voor. Danjuma om zijn geloofsvertrouwen en vergevingsgezindheid. Abdul omdat zijn leven gevaar liep toen hij van een vervolger een volgeling van Jezus werd. En Johan? Wie kent hem niet? Zondag netjes naar de kerk, in een huis van steen, volop voedsel en wellicht verzekerd tegen allerlei mogelijk onheil. Als u/jij dit boek leest zul je telkens de vraag moeten stellen: wie van deze personen ben ik?

Van Grol denkt bij Abdul en Danjuma aan Paulus en Silas in de gevangenis te Filippi. Gevangen om hun geloof, toch zongen ze Gode lofzangen. Medegevangenen horen het, maar zongen niet mee: luisteren, toch zelf passief blijven. Dat is ook het confronterende in het verhaal van Johan. Hij vertegenwoordigt de Nederlandse christen die trouw in de kerk komt en een comfortabel leven heeft, maar hij blijft een luisteraar op afstand, ondanks de vrijheid om iedere zondag naar de kerk te gaan, al is dit momenteel bijna onmogelijk. Wel meeluisteren of kijken, maar niet naar de kerk.

Een bijzonder indringend boek, met al en toe vreselijk zaken, die besproken worden. Toch heeft de schrijfster de juiste toon weten te slaan. Haar debuut is mijns inziens goed geslaagd.

Neem, lees, overdenk, en houd jezelf de spiegel voor. Op wie lijk jij?

€ 19,90 - Een zeker man had een vijgenboom EAN-code: 9789033130182 Uitgeverij: Den Hertog; Aantal pagina's: 296