Jubileumjaar door jong en oud ingeluid met tweehonderd klokslagen
STELLENDAM – De koude wind heeft de zeventig bezoekers ervan niet weerhouden om zich te verzamelen voor het kerkgebouw van de Hervormde Gemeente. Er hangen twee vuurkorven, er is een klein draaiorgeltje en bij een overkapping zijn oliebollen en warme dranken te krijgen. Een enthousiaste dominee Hoolwerf heet even later iedereen welkom bij de korte inluiding van het herdenkingsjaar: de gemeente bestaat in 2020 200 jaar.
Tekst en foto: Erwin Guijt
Geheel in stijl laat dominee Hoolwerf weten dat zijn toespraak bestaat uit tweehonderd woorden. Hij verhaalt over de kerk als ontmoetingsplaats in de afgelopen twee eeuwen. "Onze voorouders en hun voorouders zijn hier naar kerk gegaan. Zij en wij hebben gemaakt wat de kerk nu is.'' Hierbij horen zowel mooie alsook minder mooie dingen. "De kerk is verdeeld geraakt en heeft mensen van zich vervreemd. Maar tegelijkertijd is de kerk in de 200 jaar tot zegen geweest. Een plek om getroost te worden, te schuilen en te zoeken naar God, het geloof en het goede leven.''
Nadat zijn tweehonderd woorden 'op' zijn heet hij kernwethouder Markwat (SGP) van harte welkom, om hem vervolgens een jubileumnummer te overhandigen van twee eeuwen hervormde kerk in Stellendam. Als Markwat het woord neemt, geeft hij meteen aan twee dingen vergeten te zijn. Het eerste is zijn jas, waarmee de wethouder meteen de lachers op zijn hand heeft, het tweede is het tellen van het aantal woorden van zijn toespraak.
Maximaal twaalf
Hierna gaat de wethouder in op de bijzonder historische waarde van de kerk, waarover hij vooraf informatie heeft opgevraagd. "Maar de waarde van de gemeente die erin kerkt is nog belangrijker. Om met elkaar het geloof te belijden en voor elkaar te zorgen. Zeker het laatste komt ook de leefbaarheid van een kleine kern als Stellendam ten goede. Als burgerlijke gemeente hopen we in de toekomst nog veel en goed samen te werken.'' Tot slot brengt de wethouder namens de burgerlijke gemeente Goeree-Overflakkee de felicitaties aan kerk en kerkelijke gemeente.
Dan is het tijd waarvoor veel bezoekers zijn gekomen: de tweehonderd slagen van de klok. Dit blijkt technisch nog gecompliceerd te liggen, omdat de klok eigenlijk maar maximaal twaalf keer slaat. Uiteindelijk is het toch gelukt. Een van de oudste kerkgangers, de heer Van Oostenbrugge en het jongste lid, Noah Okker, zullen de klok in werking zetten. Niet veel later klinkt het eerste klokgelui over het dorp.