Anke Roks
Anke Roks Foto:

Palliatieve zorg is bij uitstek teamwork

Afgelopen zomer lanceerde het ministerie van VWS een campagne over palliatieve zorg. Misschien heeft u, net als ik, de "reclamespotjes" op de radio voorbij horen komen. Ik vind het heel goed dat hier landelijk aandacht aan wordt besteed. Voor veel mensen is het nog onvoldoende bekend wat palliatieve zorg is en wat de mogelijkheden zijn. Er wordt vaak gedacht dat palliatieve zorg alleen om pijnbestrijding in de laatste fase van het leven gaat. Maar dat is niet zo. Er is zoveel meer. Palliatieve zorg maakt een beter afscheid van het leven mogelijk. Voor mij als huisarts is het verlenen van palliatieve zorg een wezenlijk en mooi onderdeel van mijn vak. Ik wil u daarom graag iets vertellen over de rol van de huisarts bij palliatieve zorg.

Wat is palliatieve zorg? Het gaat hier over alle zorg die gericht is op het verlichten van het lijden van mensen die geconfronteerd worden met een ongeneeslijke ziekte. Dit lijden kan lichamelijk, psychisch en sociaal zijn en kan te maken hebben met zingeving. Palliatieve zorg begint niet pas als het einde van het leven in zicht is. Juist niet. Het is van belang om vroegtijdig te kijken naar welke problemen er zijn of welke problemen je mogelijk kan verwachten rondom het ongeneeslijk ziek zijn.

Het moment waarop ik als huisarts in beeld kom om te praten over palliatieve zorg verschilt. Soms is dit nadat de specialist aan de patiënt heeft verteld dat hij niet meer beter kan worden. Het kan ook zijn dat er al een langere tijd sprake is van afnemende gezondheid. Als behandelend arts stellen we dan, vaak samen met de verzorging, de zogenaamde "surprise question". Die vraag luidt: zou het ons verbazen als deze patiënt binnen een jaar zou overlijden. Als ons dat niet zou verbazen is dat een signaal om met hem of haar in gesprek te gaan over de wensen voor behandeling, begeleiding en verdere zorg.

In de praktijk merk ik dat het wel eens lastig is om het gesprek over het naderende einde te beginnen. Patiënten worstelen soms met angst en voelen zich ook bezwaard over het verdriet van hun familie. Dan is het moeilijk om hier open met elkaar over te praten. Ook als huisarts voel ik soms schroom om over het levenseinde te beginnen. Toch merk ik dat het kan opluchten om de dingen maar gewoon te benoemen. Dan komt er ruimte om te praten over waar je bang voor bent. Welke lichamelijke klachten zijn er? En voor welke lichamelijke verschijnselen ben je bang? En wat kunnen we doen om die zoveel mogelijk te bestrijden. Een andere belangrijke vraag is: wat wil je nog en wat wil je juist niet meer. Wil je nog naar het ziekenhuis? Wil je thuis overlijden, of in het hospice?

Ook is het goed om te kijken naar welke hulp van buitenaf er nodig is, of welke hulp er in de toekomst nodig kan zijn. De wijkverpleegkundige kan tegenwoordig al in een vroeg stadium een huisbezoek doen om te bespreken welke zorg mogelijk is. Ook al is het op dat moment nog niet nodig, het is goed om met elkaar te kijken naar welke mogelijkheden er zijn. Bij levensbeschouwelijke vragen kan je, als er geen contacten zijn met een eigen kerkelijke gemeente, ook een gesprek met een eerstelijns geestelijk verzorger hebben. Palliatieve zorg is bij uitstek teamwork. Een samenspel van de patiënt en zijn naasten, de thuiszorg, soms de medisch specialist, andere disciplines (bv. ergotherapeut, diëtist, fysiotherapeut) en de huisarts. De patiënt geeft aan wat hij belangrijk vindt en nodig heeft. Met elkaar zorgen we ervoor dat de kwaliteit van leven zo goed mogelijk blijft.

Voor mij als huisarts is het een voorrecht om mensen op hun weg naar het einde te mogen begeleiden. Juist in deze laatste fase van het leven gaat het over de dingen die er echt toe doen. Het is zeker niet altijd gemakkelijk. Soms verloopt de palliatieve zorg veel grilliger dan we met elkaar zouden wensen. Maar ook dan is het in elk geval belangrijk om er als huisarts en als mens te zijn voor de patiënt en zijn naasten.

Huisarts Anke Roks