Afbeelding
Foto:

Nieuwe Testament vorige maand feestelijk ingewijd

Op 10 november jl. was het feest bij de Naro-mensen in het westen van Botswana: het Nieuwe Testament werd er in hun eigen taal, het Naro, overgedragen. Een bekroning op het werk van drs. Hessel Visser (53) en zijn vrouw Coby (54), die ruim twintig jaar bezig zijn geweest aan dit project. Coby werd geboren in het gezin Wiegel op Goeree-Overflakkee. Ze bracht haar kinder- en jeugdjaren door in Middelharnis, als dochter van één van de plaatselijke melkslijters, en groeide kerkelijk op in de Christelijke Gereformeerde Kerk aldaar. Na haar huwelijk werd ze, samen met haar man, in 1991 uitgezonden vanuit de Christelijke Gereformeerde Kerk te Urk (Maranatha) om de Bijbel te gaan vertalen in Botswana, voor de Sanmensen (bosjesmensen) in het westen van dit land. Toen vorige maand een gedrukt Nieuwe Testament kon worden ingewijd was dit een heuse mijlpaal, "een hoogtepunt en een bekroning" op het jarenlange werk, zo noemden Hessel en Coby Visser het, die hun vertaalwerk verrichten voor Wycliffe/SIL Bijbelvertalers.

Door Hans Villerius

Overigens werden in 1992 ook Jan en Beppie Wessels uitgezonden naar Botswana, door de Christelijke Gereformeerde Kerk te Thesinge, met als doel de verdere gemeenteopbouw van het zendingswerk in Botswana, welk werk ze hier tot in 2010 verrichtten. Ook ds. Jan Wessels groeide kerkelijk op in de Christelijke Gereformeerde Kerk te Middelharnis en hij was eveneens te gast toen zaterdag 10 november het Nieuwe Testament in het Naro werd ingewijd.

Bosjesmensen

In het oostelijke deel van de Kalahari – een woestijn/savannegebied – leven de San, ook wel Bushmen genaamd. Zij zijn de oorspronkelijke bewoners van Botswana. De San vormen een kleine minderheid, die ook nog weer uit kleinere groepen bestaat met verschillende talen, die allemaal één ding gemeen hebben: klikklanken.

Oorspronkelijk leefden de Sanmensen van de jacht. Zij zijn meesters met pijl en boog. Momenteel is het in het moderne Botswana nauwelijks meer mogelijk op die manier in het levensonderhoud te voorzien. In de Botswaanse samenleving zijn de Sanmensen een achtergestelde groep in cultureel, sociaaleconomisch en politiek opzicht. Ze behoren tot de minste laag in de samenleving, al lijkt hun positie wel langzamerhand te verbeteren. Niettemin vormen werkloosheid, alcoholmisbruik en aids er zeer grote problemen.

Vertaalwerk

Het vertalen van de Bijbel is heel bijzonder werk. Als één persoon dat goed wil doen, is die daar een leven lang mee bezig.

Toen de Hessel en Coby in 1991 in Botswana aankwamen, was de taal waarin de Bijbel vertaald moest worden – het Naro – niet eens beschreven. Mensen spraken de taal wel, maar wisten niet hoe ze woorden op papier moesten zetten. Dit moest eerst uitgevonden worden, ofwel: er moest bij de grond af begonnen worden. Een bijzondere opdracht dus.

Het Naro – in totaal spreken ongeveer 18.000 mensen in het zuiden van Afrika deze taal – moet eerst op schrift gesteld worden. Voor maar liefst 28 verschillende klikklanken moesten tekens of combinaties van tekens worden bedacht. En allerlei woorden moesten worden alsnog uitgevonden worden omdat ze in het Naro niet bestonden. Bij dat werk was de hulp van de plaatselijke bevolking onmisbaar.

Ter voorbereiding op het vertalen van de Bijbel werd begonnen met het ontwikkelen van een woordenboek, het beschrijven van de fonologie (klanken), het maken van een orthografie (spellingsregels) en het beschrijven van de grammatica. Daarnaast werd een aanvang gemaakt met het alfabetiseren van de Sanmensen, dit door het ontwikkelen van een leesmethode, het maken van leesboekjes en ander leesmateriaal en het geven van lessen. Ook het vertalen van de Bijbel in het Naro begon voorzichtig vorm te krijgen.

In 2001 verscheen het eerste woordenboek Naro-Engels, bestaande uit 5000 woorden. En vanzelfsprekend kwamen uit het Bijbelvertaalproject ook andere projecten voort, allemaal gericht op het helpen ontwikkelen van de Sanbevolking. Door middel van lees- en schrijfonderwijs wordt verder, met name door Coby, gewerkt aan de ontwikkeling van de San. Het hebben van een officiële geschreven taal, die dus ook op scholen en in lesmateriaal gebruikt kan worden, betekent nu ook, zo hoopt men, dat de Sanmensen een respectvollere positie in de samenleving krijgen. En door middel van verspreiding van de Bijbelgedeelten in de eigen taal, wordt er nu het evangelie gebracht. Het begrijpen en overbrengen van een boodschap kan immers op geen betere manier plaatsvinden dan in de eigen moedertaal.

Naast het Nieuwe Testament, dat sinds een maand in gedrukte vorm gereed is, is er ook een audiobijbel beschikbaar omdat een groot deel van de Sanbevolking nog steeds analfabeet is. De audio-Bijbel is een geluidsapparaatje, een mp3-speler op zonne-energie, waarmee je acht uur lang kunt luisteren. Met één druk op de knop kunnen de Bosjesmensen de Bijbelwoorden in hun eigen taal horen.

Inwijding

Zowel het leesbare Nieuwe Testament als de audio-Bijbel werden zaterdag 10 november tijdens een speciale dienst ingewijd. De presentatie vond plaats tijdens een feestelijke bijeenkomst in een grote tent in het dorpje D'kar, terwijl een deel van de plaatselijke bevolking de plechtigheden buiten volgde.

Er waren ongeveer 900 mensen aanwezig: plaatselijke bewoners en van de dorpen in de omgeving, vertegenwoordigers van de regering, van de plaatselijke kerk, van Wycliffe/SIL en van de Christelijke Gereformeerde Kerken, waaronder een afvaardiging van de kerkelijke gemeente in Urk van waaruit het zendingsechtpaar werd uitgezonden.

J.K. Swarts, de Botswaanse minister van Infrastructuur, Wetenschap en Techniek, wees tijdens de bijeenkomst op het nut van het langdurige vertaalproject voor de cultuur van de bevolking en op het belang van de Bijbel. Hij moedigde boeren die Bosjesmannen (Sanmensen) in dienst hebben aan hun knechten een Bijbel te geven. Hij ziet de Bijbel als een boek van groot belang omdat het een positieve invloed heeft op de gemeenschap in Botswana. De minister ging ook in op de overgangssituatie van deze stam van het traditionele verzamelen en jagen naar een westerse cultuur, die niet zonder moeilijkheden is.

Vanuit Nederland waren aanwezig zendingsconsulent ds. A. Hilbers en ds. H. Polinder van Urk (Maranatha). Ds. Polinder wees erop dat het niet genoeg is om de Bijbel te bezitten, maar dat het belangrijkste is dat de Heilige Geest in het hart van een zondaar werkt en diens leven ook vernieuwt.

Hoogtepunt was het binnenbrengen van de Nieuwe Testamenten door de leden van het vertaalteam, de vrouwen met de dozen op het hoofd en de mannen met de pakken op hun schouder. Daaraan voorafgaand voerden Sanvrouwen een sketch op waarin ze op de traditionele manier zochten naar vruchten, bessen, wortels en struisvogeleieren in de Kalahari. Daarna beeldden ook de Bosjesmannen het traditionele jagen op dieren uit en kwamen met vlees van de jacht thuis. Men was wel blij met het geoogste eten, maar ze voelden dat ze nog iets wezenlijks misten. Ze hadden "het eeuwige leven niet gevonden". Maar toen het levende water – Gods Woord – binnen werd gedragen door verschillende leden van het vertaalteam was er pas echte en uitbundige vreugde.

De Nieuwe Testamenten in zwarte en bruine omslagen werden uitgedeeld. Twaalf Sanmensen in de leeftijd van 10 tot 70 jaar lazen ieder een vers uit de Bijbel en toonden een bijbehorend voorwerp, zoals een zwaard, een kaars of een brood, e.d. Door de Christelijke Gereformeerde Kerk van Urk (Maranatha) werden vervolgens hoesjes voor de Bijbels en audiospelers overhandigd. Daarna werd gezongen, zowel door de Sanmensen als door de Urkers, en ook 's avonds was er nog een concert. De festiviteiten werden daags erna afgesloten met een speciale eredienst met getuigenissen, een reeks preken en gebed, waarmee de mensen werden bemoedigd en God de lof werd toegebracht.

Complete Bijbel

Voor de Sanmensen, ook in hun beleving, is het van grote betekenis dat het Nieuwe Testament er nu ook in hun taal is. Voor hen betekent het dat God er nu ook voor hen is, het is voor hen een bewijs dat God ook hun taal kent en ook van hen afweet. De Bijbel is voor hen "het centrale boek" geworden, zoals de pastor van D'kar het uitdrukte.

Het Nieuwe Testament is in een oplage van 2000 stuks verschenen. Het vertaalteam heeft inmiddels ook het Oude Testament vertaald en is nu bezig met een herziening van de eerste vertaling. Maar Hessel Visser verwacht dat het nog wel negen jaar zal duren voordat de gehele Bijbel in het Naro beschikbaar zal zijn.

Bronnen:

Zendtijd voor Kerken

Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland

Reformatorisch Dagblad

Foto's: Christelijke Gereformeerde Kerk Urk (Maranatha)

Fotobijschrift:

Hessel en Coby Visser-Wiegel tijdens de inwijding van het Nieuwe Testament op zaterdag 10 november jl. in D'kar (Botswana).

Afbeelding