Afbeelding
Foto:

Cees van Poortvliet: "Ik heb de auto nu al meer dan dertig jaar"

OUDDORP - Niet iedereen kan zeggen dat hij of zij een knalrode Ford F350 brandweerauto uit 1950 in zijn bezit heeft. Maar ex-brandweerman Cees van Poortvliet kan dat wel, hij heeft zo'n auto gekocht nadat de gemeente Goedereede hem weg wilde doen. Met trots vertelt Cees over de auto en zijn verleden bij de vrijwillige brandweer.

Tekst: Rody Vlietland

De rode Ford is van 1955 tot en met 1977 ingezet. Na deze 22 dienstjaren werd de auto tentoongesteld in Hellevoetsluis. De gemeente Goedereede had de brandweerauto aan het brandweermuseum Hellevoetsluis in bruikleen gegeven. Toen het museum aan een reorganisatie toe was kreeg de gemeente de auto na een tiental jaar weer terug. Cees vroeg aan de brandweercommandant wat er met het voertuig zou gebeuren. Toen de commandant vertelde dat hij misschien verkocht zou worden twijfelde Cees geen moment en vroeg hij of hij het voertuig over mocht nemen. Cees: "zodoende heb ik de brandweerauto kunnen kopen. Er waren meerdere liefhebbers die hem wilden hebben, maar gelukkig werd ik gekozen om hem te kopen. Ik kocht de auto op 18 januari 1989, dat betekent dus dat ik hem al meer dan dertig jaar in bezit heb."

Brandweervrijwilliger

Cees heeft meer dan 37 jaar bij de vrijwillige brandweer gezeten, vandaar zijn liefde voor de nostalgische Ford F350 uit 1955. Cees: "Al sinds ik me kan herinneren zit ik bij de vrijwillige brandweer. Ik heb het gedaan vanaf mijn achttiende tot mijn vijfenvijftigste, maar ik ging al op mijn zevende mee met mijn vader, hij was meer dan vijfenvijftig jaar bij de vrijwillige brandweer betrokken. De vrijwillige brandweer van toen was heel anders dan die van nu, tegenwoordig moet je bij wijze van spreken tweemaal per week een cursus volgen om je aan te sluiten bij de brandweer, vroeger hoefde dat nog niet. Vroeger was het puur brandjes blussen, nu moet een brandweervrijwilliger veel meer hulpverlening kunnen bieden, zoals reanimatie. Toen ik bij de brandweer zat bluste ik gemiddeld tien brandjes per jaar."

Onderhoud

Het onderhoud aan de auto valt mee volgens de brandweerman. "Eigenlijk heb ik nog nooit grote problemen met deze auto gehad. Toen ik hem kocht in 1989 is hij een keer overgespoten, en die lak zit er sinds de dag van vandaag nog steeds op. Verder is het soms wel vervelend als er een onderdeel van de auto kapot gaat, want de onderdelen voor deze auto worden niet meer in Nederland gemaakt. De onderdelen moeten dan in Amerika besteld worden, maar gelukkig hoeft dit niet vaak te gebeuren. Het makkelijke van zo'n oude auto is dat hij zo gemaakt is, dat je overal bij kunt om iets te vervangen. Je hoeft nooit een computer te gebruiken om de auto digitaal te controleren.

Vakantie

Cees en zijn vrouw zijn ook wel eens op vakantie geweest met de bijzondere Ford. "We zijn naar Engeland en naar Tsjechiƫ gereden met de auto. De rit was niet heel comfortabel, omdat je de hele tijd op een houten bankje zit, ook heeft de auto geen dak, dus kan het soms wel koud zijn. Maar het was echt geweldig om dit mee te maken. Iedereen die langs ons reed toeterde of stak een hand of duim naar ons op, je ziet niet vaak dat er zo'n oude brandweerauto over de weg rijdt. Je hebt overigens geen groot rijbewijs nodig voor deze auto, het gewicht is laag genoeg om met een B rijbewijs bestuurd te mogen worden."

"De kleinkinderen vinden het fantastisch"

De ex-brandweervrijwilliger: "Tegenwoordig rijd ik in de zomer graag over de Brouwersdam naar het strand. Ook neem ik kinderen mee op braderieƫn en markten, die vinden het geweldig om een ritje te maken in de auto. Ook heb ik gereden op trouwerijen voor mijn collega's bij de brandweer, en ik heb zelfs ooit Sinterklaas bij mij in de auto gehad." Lachend voegt hij eraan toe: "Ik heb een kleindochter van zes en een kleinzoon van vijf jaar, zij vinden het fantastisch om met opa en oma mee te gaan met de brandweerauto, hun leeftijdsgenoten zullen vast wel jaloers zijn."

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding