Afbeelding
Foto:

Verzamelaar Douw heeft een huis vol schaakstukken, en wil er nu vanaf

"Jammer genoeg verzamelen mensen niet meer; door verzamelen kom je op ideeën. Vroeger was ik veel op de markt in Rotterdam te vinden.'' Er klinkt een vleugje nostalgie door in zijn stem als hij verder gaat. "Met vrienden gingen we bovendien op woensdagmiddag lang alle kantoren in de stad. Toen werd er nog veel geschreven en omdat we standaard iedere woensdagmiddag langskwamen, werden we vaste klant en werden de postzegels voor ons bewaard.''

Douw is - zoals hij het zelf zegt - een geboren en getogen Rotterdammer. Toch woont hij al heel wat jaren op het eiland, waar hij tot zijn pensioen leraar geschiedenis was op de Prins Maurits. Dat hij nog steeds een passie heeft voor geschiedenis, blijkt uit zijn studeerkamer. Boekenplanken vol gaan over de Eerste Wereldoorlog, het Jodendom, de vroegchristelijke kerk en schaakgeschiedenis.

Dominicaner monnik

Zijn bijzondere interesse hadden postzegels met schaakstukken daarop verbeeld. Aan de hand van die postzegels ging Douw op zoek naar het verhaal achter de stukken. Zelf schaakte hij ook veel. "Dat ik een schaakfanaat was wil ik niet zeggen, maar ik deed het ontzettend graag.'' Uiteindelijk bracht hij in eigen beheer een boek uit over de schaakgeschiedenis, van de Oudheid tot aan 1835. "Dat jaar kwam er een standaardontwerp van stukken en ben ik gestopt, de leut was eraf. Ik ben namelijk vooral geïnteresseerd in de kunst van de stukken; hoe knap schaakstukken zijn vormgegeven. Je ziet namelijk elke cultuur weerspiegeld in de stukken.''

Misschien is de middeleeuwen nog wel de meest interessante periode als het daarom gaat. De verzamelaar is de kunst van het doceren nog niet verleerd. "Het schaakbord werd in die tijd gebruikt om het leven uit te beelden. Het was de strijd van goed (wit) tegen kwaad (zwart), dood en leven enzovoort. Er werd ook over gepreekt. Een Dominicaner monnik nam zelfs een bord mee de kansel op! Hij gebruikte het om de positie op de maatschappelijke ladder mee aan te geven. De boeren waren de pionnetjes op het bord en hadden natuurlijk niets te vertellen. De adel, dát waren de grote jongens. Maar het moraal van het verhaal was dat je uiteindelijk allemaal in dezelfde zak verdwijnt.''

Honderdste keer

Douw was volgens eigen zeggen lid van alle bekende grote schaakfilatelistische verenigingen ter wereld. In zijn studeerkamer staan heel wat speelstukken uitgestald in verschillende vitrines. Van handgesneden stukken door de Masai in Afrika, tot ivoren stukken uit China. Hoe komt hij er aan? "Ik bezoek altijd rommelmarkten in de buurt en kijk goed om me heen als ik ergens ben. Negenennegentig procent van de gevallen kom je niks tegen, maar het gaat om die honderdste keer he? Bovendien hoort die onzekerheid en spanning ook bij het verzamelen.''

"Ik maak overal wel een praatje, zodat mensen weten waarnaar je op zoek bent.'' Dat die werkwijze z'n vruchten afwerpt, blijkt uit het verhaal hoe hij aan een bijzondere Chinese set kwam. "Vanuit een curiosazaak in de buurt van Sint Philipsland waar ik kort daarvoor nog geweest was kwam een telefoontje dat er net nieuwe schaakstukken waren binnengekomen. Aan de beschrijving hoorde ik al dat het iets bijzonders moest zijn.'' Hij glimlacht. "Maar dat moet je natuurlijk niet laten merken. Eenmaal in de winkel bleken het inderdaad hele bijzondere stukken te zijn. De winkelier vroeg honderd euro. Al had 'ie vier of vijf keer dat bedrag gevraagd, had ik dat ook gegeven.'' Hij glimlacht weer. "Uiteindelijk heb ik de stukken voor 65 euro meegenomen.''

Honderden euro's

Hoeveel stukken heeft hij eigenlijk in totaal? Even is het stil. "Ik schat zo'n 700, 800 stukken. Een aantal zijn hier opgesteld, maar op zolder staan ook een aantal dozen. Van sommige zou ik geen idee meer hebben wat er precies inzit.'' In de loop van de jaren heeft hij al heel wat zeldzame en bijzondere stukken verzameld. Na dit veertig jaar gedaan te hebben, is het hoofdstuk nu afgesloten. Hij verzamelt niet meer. "Ik hoop ooit te verhuizen, en dan wordt dat een probleem. Maar ik heb er ontzettend veel plezier aan beleefd.''

Ook de vader van Douw was een fanatiek schaker. "Bij ons thuis werd er ook heel veel verteld, voorgelezen en werden er spelletjes gespeeld. Soms gingen we met de hele buurt sjoelen bij ons thuis. Dan stond de hele kamer vol. Je moet het verleden niet verheerlijken, maar er was wel een rijker verenigingsleven dan nu. Verenigingen en clubs hebben steeds minder leden en kwijnen langzaam weg. We zijn een stuk individualistischer geworden en daardoor verlies je een stukje samenhang in de maatschappij.'' Hij kijkt nadenkend door het grote raam van zijn studeerkamer naar buiten.

Boeken schrijven

Nu het schaakhoofdstuk is afgesloten, is hij op zoek naar mensen die zijn boeken over de schaakgeschiedenis en de schaakstukken zelf willen overnemen. Bijna alles mag weg – behalve de echte topstukken, die houdt hij zelf. "Weet jij nog iemand die erin geïnteresseerd is?'' De ruimte die dan vrijkomt wil hij vullen met andere dingen. Zo is hij bezig met het schrijven van boeken over de Eerste Wereldoorlog, voor ieder oorlogsjaar een boek. Het bureau ligt vol met mappen en documenten. Hij glimlacht wat. "Voorlopig hoef ik me niet te vervelen.''