Gebed om een open hemel

Het is een moeilijke tijd voor het volk van Gods Verbond. Het leeft kennelijk onder een gesloten hemel. En het is eigen schuld! De ballingschap was rechtvaardig verdiend. En nu klemt de vraag: komen we hier nog ooit uit...? Dan zijn er wel andere tijden geweest in de geschiedenis van het volk.

Jesaja heeft de Heere eraan herinnerd: waar is Hij, Die Zijn Heilige Geest in het midden van hen stelde? Waar is die God Die zulke grote dingen gedaan heeft aan Zijn volk? En toch - zijn verwachting is opnieuw van die God! Hij is zijn gebed begonnen met 'och'. Een tussenwerpsel dat een klagende indruk maakt. Maar het is niet een klacht aan het adres van een mens, die toch niet helpen kan. Nee, Jesaja bidt: "Och, dat GIJ... " De profeet verwacht het van de Heere. Als er Eén is Die helpen kan, dan HIJ.
Dat is meteen een les voor ons. Voor ons die vaak zoveel te klagen hebben. Er is zoveel te klagen, er is zoveel geween... Maar we klagen àl te veel tegen elkaar. Onze klachten gaan naar het verkeerde adres. Naar mensen die toch niet helpen kunnen.
Het is donker in de wereld en in de maatschappij. Donker in de kerk. Misschien ook wel donker in ons hart. En het is allemaal eigen schuld. Want wij hebben de hemel gesloten door onze zonden. Van ons uit is er geen toegang tot God. Daarom is er maar één mogelijkheid. Dat de Heere Zelf de hemelen scheurt. Kàn dat wel, dat de hemel gescheurd wordt? Zou de Heere dat wel willen doen? Nee, dat hééft Hij al gedaan! De hemel die wij gesloten hadden door onze zonden is van Gods kant opengegaan. In de Kerstnacht, toen Hij de Zoon van Zijn liefde liet neerdalen in deze wereld, die in schuld en vloek voor God verloren lag. Toen een leger van engelen naar beneden kwam om in de velden van Efratha te zingen. En nog een keer, toen Jezus gedoopt werd in de Jordaan. Toen werden de hemelen geopend en klonk er een stem: "Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde. in Wie ik Mijn welbehagen heb".
En nog een keer. Toen op de Pinksterdag de Heilige Geest naar deze aarde kwam om hier te wonen en te werken.
Werkelijk, het gebed van Jesaja is verhoord, rijker en heerlijker dan iemand zich kan voorstellen. Als de Heere dàt heeft gedaan, dan hoeft er niemand meer te leven onder een gesloten hemel. Dan kan het wel lijken alsof de hemel potdicht zit. Alsof de hemel van koper is, zodat er geen gebed dóór kan. En als we zien op onszelf. op onze zonde en onze schuld, dan kan die hemel inderdaad nooit meer opengaan.
Maar de dingen die onmogelijk zijn bij de mensen. die zijn mogelijk bij God. De hemel is gescheurd, van Zijn kant. En nog iedere keer opent de Heere die gesloten hemel en daalt Hij af, reddend en genezend.
Johannes op Patmos zag een geopende deur in de hemel. Ja, want we hebben een Hogepriester Die door alle hemelen is doorgegaan. Laat ons daarom met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade.