Innovatie: Bollenteler Dogterom is zuinig met de centimeters
"In het noorden van Nederland werd een aantal jaren geleden de overstap naar een spoorbreedte van 180 centimeter gemaakt", zegt Jacob Jan Dogterom. "Wij zaten op 150 centimeter. Toen het tijd was om te vernieuwen, hadden wij ook naar 180 kunnen overstappen, maar dat deden we niet." Dogterom besloot om een stap, of beter gezegd een paar stappen verder te gaan en 'bedden' van 225 centimeter breed met tulpenbollen te gaan planten. "Ten opzichte van 150 centimeter betekende dat twaalf procent meer bollen op een hectare."
Oprichter Jan Dogterom stichtte zijn bedrijf aan de Langeweg in Oude-Tonge in 1978. Vanwege stadsuitbreiding moest hij in dat jaar als tuinder stoppen in Zoetermeer. Het eiland Goeree-Overflakkee breidde de dorpen toen nog nauwelijks uit en er was voldoende landbouwgrond te koop. Naast de landbouw (spruiten) werd ook de bollenteelt (vooral de tulp) belangrijk voor Dogterom. Zoons Paul en Jacob Jan, die in respectievelijk 1984 en 1990 al waren gaan meewerken, kwamen in 1995 in het bedrijf dat als VOF verder ging.
Zwaardere trekkers
Het idee van de grotere 'bedbreedte' werd rond 2014 al in onderzoeken genoemd als mogelijkheid 'om te overwegen'. Als het zou lukken, zouden wel bredere en dus zwaardere trekkers nodig zijn. "Toen we het idee hadden om dit te gaan doen, hebben we er een machinebouwer bij gezocht. Samen hebben we de bloembollenplanter voor 225 centimeter ontwikkeld. Na twee jaar hebben Vido Fleur uit Achthuizen en Maliepaard uit Stad aan 't Haringvliet zich bij ons aangesloten om de bloembollen-rooimachine verder te ontwikkelen."
Dogterom vertelt dat het getal van 225 centimeter niet helemaal uit de lucht is komen vallen. Het is immers een veelvoud van 75 centimeter. "Op die breedte kun je ook uien en aardappelen verbouwen. Maar met 180 centimeter kun je met de optiek van nu helemaal niets meer. Daar denk je anders over als je alléén bollen kweekt."
Precisie
Jacob Jan (48) herinnert zich nog hoe hij als tienjarige jongen op zijn knietjes tussen de bollen zat. Zo arbeidsintensief als toen is het werk niet meer, hoewel de bollenteelt nog steeds een grote mate van precisie vereist. "De bollen worden op maat geselecteerd. De grote worden verkocht, de kleintjes, de 'baby's', gaan de grond weer in en dienen als uitgangsmateriaal voor de volgende oogst."
De veranderende markt vereiste specialisatie en in 2009 staakte Dogterom de spruitenteelt. Voor de bloementeelt is inmiddels een aparte BV opgericht, Dogterom Flowerbulbs. Het bedrijf kent 21 jaar na de start twee takken, bloembollen en akkerbouw. Flowerbulbs heeft 28 verschillende tulpen in het assortiment, met betoverende namen als Charming Princess, Beauty of White, Sweet Rosy en Strong Gold.
Oprichter Jan is al jaren geleden teruggetreden uit het bedrijf – hij is dan ook al 84 - maar inmiddels zijn diens kleinzoons Ivan (31) en Jacob Jans zoon Jasper (23) vennoot. "Ivan is meer gericht op akkerbouw en machines, Jasper heeft een bedrijfseconomische achtergrond. Ze hebben zich allebei op het HBO wel beziggehouden met teelttechniek."
Stikstofdiscussie
Dogterom volgt de ontwikkelingen op de voet. "Energieneutraal werken is een volgende uitdaging. Dan hebben we de stikstofdiscussie nog. Daar zijn we mee bezig. Voor de bollenteelt mag het bedrijf het Global G.A.P.-certificaat voeren, wat betekent dat men aantoonbaar gebruikmaakt van de juiste gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen, dat de bedrijfshygiëne en preventief onderhoud en schoonmaak op orde zijn en dat sprake is van een 'goede agrarische praktijk'. "Dat wij in aanmerking zijn gekomen voor dit certificaat bewijst dat we niet achteraan willen lopen en ook op dit vlak vooruitstrevend willen zijn binnen de bollenteelt."
Dat Ivan en Jasper elk hun eigen interessegebieden hebben, vergroot volgens Jacob Jan de kans dat ze van Dogterom nog langdurig een succesvol bedrijf kunnen maken. Overigens denken de twee broers (48 en 55) nog lang niet aan stoppen. Hun vader moest indertijd vanwege familieomstandigheden eerder dan hem lief was enige afstand van het bedrijf nemen. De broers vinden het nog altijd leuk om allerlei innovaties in het bedrijf te realiseren. "De beslissingen nemen we met z'n allen – ook onze vrouwen zijn daarbij betrokken." Bij de neven ligt nu de eerste prioriteit bij de dagelijkse uitvoering en het managen van het bedrijf.
