Afbeelding
Foto:

Traditie en innovatie in de visserij

'Sinds eeuwen verdienen Nederlanders op zee de kost. Misschien ligt het aan het ons omringende zeewater dat we ons tot die zee aangetrokken voelen. Maar vissen hebben we altijd gedaan. Op zee, in het kustwater, in rivieren en in meren.' De lezer wordt in het eerste hoofdstuk gelijk de wereld van de visserij in getrokken. Aan de hand van verhalen van familiebedrijven die al generaties lang het water op gaan, wordt uitleg gegeven over bekende en onbekende vissersplaatsen. Niet alleen Katwijk, Den Helder, Texel en Urk komen aan bod, maar ook Zoutkamp, Moddergat, Medemblik en Wolphaartsdijk.

Van 10 naar 300 pk

De families Baaij, Brinkman en Sperling vertellen over hun familiebedrijf en de stand van zaken in de Stellendamse visserij. Albert en Johan Baaij zijn de eigenaren van de TH 10. Hun betovergrootvader begon in 1882 in Tholen met de visserij. Hij voer vanaf Tholen naar de Noordzeekust om garnalen te vangen. Ruim honderd jaar geleden was Tholen een echte vissersplaats, er lagen een honderdtal schepen. Door de aanleg van het Schelde-Rijnkanaal in 1967 en de Oesterdam komt er een einde aan de visserij. De kotters met TH op de boeg 'verhuizen' noodgedwongen naar andere havens. Sinds Bart Baaij 137 jaar geleden voor het eerst het water op ging om garnalen te vissen, is er veel veranderd. Zo was de overgang van zeilschip naar motorkotter een grote stap voorwaarts. De eerste motorkotter had een vermogen motor van 10 pk. Het huidige schip is voorzien van een motor met 300 paardenkrachten en was één van de eerste schepen met pulsvistuig. Johan Baaij is niet alleen ondernemer en bestuurder, maar ook manager van het Visserij-Innovatiecentrum in Stellendam. Daar worden nieuwe vistuigen en technieken getest in een lange waterbak. Over het besturen zegt hij: "Bestuurlijk werk is geen dankbare taak. Voor de vissers niet en voor de overheid niet. Maar het moet wel gebeuren, anders valt er straks voor onze opvolgers niet meer te vissen. "Ik stoor mij eraan dat mensen die geen verstand hebben van de visserij er wel een uitgesproken mening over hebben."

Lening voor kottertje

Bij de familie Brinkman van de SL 42 staat de vierde generatie aan het roer. Ze waren van oudsher garnalenvissers, vier generaties op rij draaide de visserij om garnalen. Dat verandert als de dan negenjarige Cor Brinkman na de watersnoodramp bij een vissersgezin in Schevingen terecht komt. Hij is onder de indruk van de haringschepen en besluit dat hij liever haringvisser wil worden dan garnalenvisser. Dat gebeurt uiteindelijk ook, met dank aan een lening van de Nederlandse Investeringsbank om een eigen kottertje te kopen. "Mijn broer en ik hebben de hele Noordzee afgezwalkt." Binnen het familiebedrijf wordt vandaag de dag gevist op tong, schol en kabeljauw. Over de kracht van een familiebedrijf zegt de oud-visserman: "Iets opbouwen lukt je gemakkelijker in een familiebedrijf."

Jachtinstinct en stuurmanskunst

De OD 6 is het schip van de familie Sperling. De letters OD staan voor Ouddorp, voor de aanleg van de Brouwersdam werd er door de familie gevist vanuit de Ouddorpse haven. In de Grevelingen op garnalen en platvis en in de winter op kabeljauw in de Noordzee en bliek in de Ooster- en Westerschelde. Met weemoed wordt er door Cees Sperling teruggeblikt op de haringvisserij vanuit de Stellendamse haven. De traditionele haringvisserij ziet hij als een soort oervisserij, waarvoor jachtinstinct en stuurmanskunsten nodig zijn. Met twee kotters werd er één groot net door de zee getrokken. Na de haringvisserij volgt een omschakeling naar vissen op platvis met een boomkor. De jaren 2005-2008 zijn slecht. De brandstofprijs is hoog, de visprijs laag. Er wordt overgestapt op de twinrigvisserij, het doel is een beter rendement halen en het milieu sparen. Na de twinrig volgt de pulsvisserij, de visserij die eerder dit jaar is verboden. Cees Sperling: "Dit verbod is een ramp voor de Nederlandse visserij."

Het verbod is op de pulsvisserij is niet het enige hoofdpijndossier van de Nederlandse visser in 2019. Ook de aanleg van windmolenparken en natuurgebieden baren zorgen, want daar mag niet gevist worden. Door de Brexit dreigt er verdere beperking van de hoeveelheid visgronden, mogelijk worden de Engelse wateren afgesloten voor Nederlandse vissersschepen.

Glimmende oogjes

In het boek komt meerdere keren naar voren dat het leven van een visserman zwaar is. Job Bout uit Tholen vertelt: "Pa zei: Weet waar je aan begint: altijd zwaar werk in een kletsnat pak, dag en nacht." Ondanks het zware werk zegt een andere visserman: "Je karakter wordt gevormd door het vissersbestaan. Een visserman geeft z'n bedrijf niet gauw op. Een bedrijf als het onze aan de wal was allang gestopt." Andries Koornstra uit Harlingen verlangt ondanks zijn pensioen nog steeds naar de zee. "Zijn oogjes gaan weer glimmen als er een zoon op vakantie gaat en hij moet vervangen. Eigenlijk kan hij niet wachten om de zee weer op te gaan."

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding