Voor de rechterstoel van Christus

Bij de marktplaats in Korinthe bevond zich de rechterstoel. Paulus werd ervoor geplaatst om zich te verantwoorden tegenover stadhouder Gállio. Hier wijst de apostel de gemeente van Korinthe op de rechterstoel van Christus. Die zal er zijn op de dag van de wederkomst als Christus komt om de aarde te richten.
Voor deze rechterstoel moeten wij allen geopenbaard worden. Dit is het 'moeten' van Gods raad en van Gods recht. Er staat dat we geopenbaard zullen worden. De passieve vorm van het werkwoord geeft aan dat dit met ieder zal gebeuren. Niemand van ons komt er onderuit. Hier laat een gedaagde nog wel eens verstek gaan bij een rechtszitting en komt hij niet opdagen. Bij de hemelse Rechter zal dit niet kunnen.
We worden geopenbaard voor deze rechterstoel. Het Griekse woord wil zeggen dat alles zichtbaar wordt gemaakt. De hemelse Rechter brengt al onze gedachten, woorden en werken in het licht. Wat hier soms in het duister bleef, zal dan volkomen duidelijk zijn.
Voor deze rechterstoel moeten wij allen verschijnen. In het Grieks staat het woord 'allen' vooraan de zin. Het krijgt de volle nadruk. Allen zullen we staan voor deze rechterstoel: de gemeenteleden van Korinthe, de bevolking van Acháje, de mensen die door alle eeuwen heen op aarde leefden, ook wij. Tussen al die anderen, en toch ook zo strikt persoonlijk alleen. Hoe zal het dan met ons zijn?

Paulus had in Korinthe kennisgemaakt met de rechterstoel van stadhouder Gállio. Deze man was door de Romeinse senaat tot dit ambt aangesteld. De proconsul moest niet veel van de godsdienst hebben en was niet echt betrokken bij de zaak.
Hier heeft Paulus het over de rechterstoel van Christus. God de Vader heeft het oordeel in de handen van Zijn Zoon overgegeven. De geschiedenis loopt uit op de wederkomst. Christus is dan de Rechter van de levenden en doden. De apostel gebruikt hier de ambtsnaam van de Zaligmaker. Hij is Christus, de gezalfde Profeet, Priester en Koning. Hij draagt deze ambten als Middelaar. Christus is tegelijk God en mens om Gods kinderen terug te brengen bij God. Hij woonde tussen de mensen op aarde en heeft hier Zijn arbeid volbracht. Vanuit de hemel vergadert Hij uit het gehele menselijk geslacht de gemeente die zalig wordt. Christus zal bij de wederkomst zitten op Zijn rechterstoel. Deze Rechter is van het begin tot het einde betrokken bij Zijn werk. Alle mensen zullen Christus straks zien als de Zoon des mensen. Daarom de dringende vraag: Wie is Christus voor ons?

In Korinthe werd door rechter Gállio geen vonnis uitgesproken. De hemelse Rechter doet wel altijd uitspraak. Het vonnis vanaf die rechterstoel gaat over hetgeen door het lichaam geschiedt, naar dat hij gedaan heeft. Dus alles wat we in de tijd van ons leven gedaan hebben, valt onder Gods rechtvaardig oordeel. Het is opmerkelijk dat Paulus hier op het lichaam wijst. Voor de Grieken maakte het niet uit waarvoor je je lichaam gebruikte. In Korinthe werden de schandelijkste zonden van het lichaam uitgeleefd. Hier wijst de apostel erop dat alles van ons leven voor Christus' rechterstoel komt.
Hetzij goed, hetzij kwaad. Vanuit onszelf doen we in ons leven alleen maar kwaad. De oorsprong daarvan ligt in het Paradijs, waar we de goede God verlaten hebben en in het kwaad van de zonde gevallen zijn. Goed doen kan alleen als de Heere dit in ons werkt en ons aanziet in Christus.
Ieder mens zal wegdragen wat hij gedaan heeft. We krijgen ons loon uitbetaald. Het loon van het goede is enkel genade. Dit door Christus verdiende loon wordt op rekening van de zondaar gezet. Tot hun verwondering zullen Gods kinderen het horen: 'Komt, gij gezegenden Mijns Vaders.' Het loon van het kwade is het verdiende loon op de zonde waarin we hebben geleefd. Tot hun ontzetting zullen Gods vijanden het vonnis vernemen: 'Gaat weg van Mij, gij vervloekten.'

Samen reizen we naar de rechterstoel van Christus. Vandaag klinkt nog de oproep: 'Laat u met God verzoenen!'