Afbeelding
Foto:

Oud & Wijs: Nel Ligthart Schenk-Vlietland: "We hadden geen idee wat we zongen, maar het klonk heel mooi"

Goeree-Overflakkee was een eiland. Er waren nog geen bruggen. Het was allemaal heel geïsoleerd. Er was niet veel te doen. Toen Nel met een paar vriendinnen Indonesische muziek ging spelen, was dat iets nieuws, iets bijzonders. Het sloeg enorm aan. Nel vertelt: "We werden al snel gevraagd voor optredens. Ik denk dat ik een jaar of zestien, zeventien geweest moet zijn. Het begon eigenlijk allemaal met de Watersnoodramp. Ons gezin, vader, moeder en vijf kinderen, woonden aan het Station 29 in Ouddorp. We waren naar zolder gevlucht en zagen met het uur het water hogere traptreden raken. Je bent jong. Je ziet alleen maar avontuur. Voor ons huis lag het tramspoor. Dat lag een stuk lager dan het huis en was helemaal onder water gelopen. Daarom konden wij het huis niet uit. Het duurde een paar dagen voor we ontzet werden." Mijn ouders vermoedden dat het na de Ramp wel een tijdje zou duren voor de tramrails gemaakt was en ik weer naar school zou kunnen gaan in Middelharnis. Ik zat daar op de Mulo. Dus stuurden ze me naar een tante in Rotterdam. Ik heb daar een paar maanden gezeten. Ik heb een heerlijke tijd gehad bij tante Gré en mijn nichtjes in de Nozemanstraat. Het was geweldig: Rotterdam, de grote stad. Ik had het gevoel dat het daar allemaal gebeurde. Mijn nichtjes zaten op muziekles. Ze speelden gitaar en ukelele, een kleine gitaar met vier snaren. Ik mocht dan ook mee en woonde al die lessen bij. Geweldig vond ik het. Ik nam alles in me op." Ze hadden een leraar die veel Krontjongmuziek op zijn repertoire had. "Hij heeft een schriftje voor me gemaakt met alle liedjes die we leerden, met teksten en akkoorden. Het was allemaal in het Indisch. We hadden geen idee wat we zongen, maar het klonk heel mooi. Het was ook hele melodieuze muziek."

Kano

Nel nam, na de fijne tijd in Rotterdam, niet alleen een schriftje met haar Indonesische muziek mee terug naar Ouddorp, toen het gewone leven weer aanving, maar ook een ukelele. "Elke dag kwam ik, toen ik in Rotterdam naar school ging, langs de etalage van een muziekwinkel. Daar stond een witte ukelele met groene vogeltjes. Alle evacuees van de Ramp ontvingen van het Rampenfonds wekelijks zakgeld. Ik heb toen al mijn zakgeld opgespaard en die ukelele gekocht, voordat ik terug naar Ouddorp ging." Het Rotterdamse accent dat ze inmiddels had opgedaan, baarde net zoveel opzien als haar nieuwe instrument. "Het hele gezin kon mooi zingen. Mijn moeder ook en speelde orgel. Mijn broers zijn later nog bij een koor gegaan. Dat ik muziek maakte, vonden ze dus niet gek, maar die ukelele vonden ze wel apart." Nel had drie vriendinnen: Joke Hameeteman, Ina Flohil en Ma Hanson. "Ik leerde ze gitaar en ukelele spelen; wat grepen en akkoorden en zo zijn we begonnen met muziek maken. Ik had mijn schriftje met liedjes. We hadden er heel veel plezier in." Toen de meisjes gevraagd werden voor een optreden, moest hun bandje natuurlijk wel een naam hebben. Het werd De Kolé's. Nel vervolgt: "Er was een nummer waarbij we zongen: 'Kole kolekole Tanah Ambon sudah djauh Arombai kole', daar kwam onze naam vandaan: De Kolé's. Toen jaren later onze buurman, die weduwnaar was geworden, hertrouwde met een Nederlands-Indische mevrouw, kwam ik daar regelmatig over de vloer. "Nel, kom eens voor me zingen", zei ze dan. Zij vertelde me ook wat ik zong. Later hoorde ik van haar dat 'kolé' niets anders dan 'kano' betekende. We heetten dus de 'Kano's'." Nel moet hard lachen: "Dat sloeg natuurlijk helemaal nergens op!"

Braaf

Wie tegenwoordig denkt aan een meidengroepje, denkt misschien al snel aan zoiets als de Spice Girls of de Dolly Dots. Nel moet lachen om de vergelijking. "Welnee, zó waren wij helemaal niet! Het waren de jaren vijftig. Het was nog voor de Beatles. Wij waren enorm braaf. Wij hadden zelf kleding gemaakt voor onze optredens. We droegen bijvoorbeeld lange rokken met stroken, met ieder een andere kleur blouse erop. Bij deze Hawaii-look droegen we ook allemaal een bloemenkrans. Niet bloot of wulps, allemaal heel beschaafd en onschuldig. Wij dansten ook niet, hè. De teksten die we zongen waren ook heel erg braaf. Over het mooie Ambon, de adembenemende watervallen en de prachtige orchideeën die daar groeiden. Of 'Ik wil klappermelk met suiker, want iets anders lust ik niet'. We zaten allemaal klaar met pen en papier naast de radio als het programma 'Arbeidsvitaminen' kwam en we schreven mee bij de liedjes die we hoorden. Zo kwamen we aan ons repertoire. Het waren allemaal tweestemmige, hele lieve, melodieuze liedjes. We zijn op een gegeven moment ook Nederlandse liedjes gaan zingen. 'In de bus van Bussum naar Naarden', maar ook nummers van Dorus, herinner ik me. Later kwam er ook Engelstalig bij zoals: 'Que será, será' van Doris Day." Toen het muziektijdschrift 'Tuney Tunes' verscheen, het latere 'Popfoto', hadden de meisjes ook de teksten bij de muziek. "Eindelijk wisten we wat we zongen."

Raampje

De tijd was heel anders in de jaren '50. Er was niet veel te doen. Mensen spraken bij elkaar af en zochten elkaar op en als er dan eens iets werd georganiseerd, liep het hele dorp uit. "Hoe het precies begonnen is met optreden, weet Nel niet goed meer. "Ik geloof dat we zijn gevraagd door de toenmalig dirigent van muziekvereniging Concordia, Kees Hameeteman. Concordia speelde dan in de muziektent, op het dorp of in speeltuin de Flipjes en wij mochten dan in het voorprogramma. Ik herinner me ook feestjes in het verenigingsgebouw." Volgens de verhalen van publiek van toen waren De Kolé's een heel populair groepje. Haar kleine broertje Jan is zelfs nog eens door een raampje geklommen van het verenigingsgebouw bij een kampioensfeest van WFB, omdat de zaal bomvol zat en hij het optreden van zijn zusje écht niet wilde missen. Zelf is Nel er nogal bescheiden over. "Het stelde allemaal niet zoveel voor, hoor. Hoe oud waren we, een jaar of zeventien, achttien? Het heeft ook allemaal niet zo lang geduurd. We deden een opleiding, gingen werken, verlieten het eiland en verloren elkaar een beetje uit het oog. Zo gaan die dingen." Zelf vertrok ze op haar twintigste van het eiland, aanvankelijk naar Hoogvliet, om daar als kleuterleidster te werken. Na haar huwelijk met haar man Inge Ligthart Schenk in 1964, met wie ze drie kinderen kreeg, kwam Nel in Arnhem, Dieren, Den Haag en uiteindelijk in Schipluiden te wonen, maar met een vakantiehuisje op de Jonkerstee is ook Goeree-Overflakkee altijd in haar leven gebleven. "Ik vind de sfeer op het eiland nog steeds erg fijn. De mensen zijn er bijzonder aardig. Ik kom er nog altijd heel graag."

Piano

Nel kijkt met veel plezier terug op de tijd met De Kolé's. "Ik beleefde met mijn vriendinnen Joke, Ina en Ma gewoon heel veel lol aan het muziek maken. Bij elkaar zijn en gitaar spelen, liedjes maken, nieuwe nummers repeteren. Op de zolder bij Ma Hanson aan de Havenweg hadden we een oefenruimte. Er stond een bankstel en een schemerlamp. We hadden het zo leuk met elkaar. Maar ja, hoe gaat dat dan? Ik had de opleiding tot kleuterleidster gedaan in Brielle en vertrok naar Hoogvliet. Ma en Ina zijn de verpleging in gegaan. We zijn elkaar een beetje uit het oog verloren. Het was de muziek die ons bond. Joke is vorig jaar overleden." De muziek is wel altijd in haar leven gebleven. "De Kolé's heeft me zeker de liefde voor verschillende soorten muziek bijgebracht. Indonesië heeft trouwens lang op het wensenlijstje van vakantiebestemmingen gestaan, maar het is er nooit van gekomen. Muziek en zang is door de jaren heen echt een passie gebleken. Toen ik verhuisde naar Hoogvliet, stond daar een piano en toen ben ik ook piano gaan spelen. Ik heb ook jaren in koren gezongen. Ik ben drie jaar geleden na een auditie nog nieuw toegelaten tot het kamerkoor Excelsior in Den Haag. Ook tijdens mijn lessen als kleuterleidster heb ik veel gebruik gemaakt van muziek. En dan zijn er natuurlijk nog de feestjes van vrienden en familie." Nel pakt er een dikke multomap bij. "Bij jubilea en feestjes vind ik het altijd leuk om een lied te maken." Terwijl ze bladert in de map, brengt haar dat direct op een idee. In 2020 is er weer een familie Vlietland-barbecue in Ouddorp, dat is een mooi moment voor een nieuw lied!"


Oud & Wijs

Voor de serie Oud & Wijs bezoekt Pauline Hof senioren, die met hun ervaring van toen hun licht laten schijnen op zaken van nu. In de zesentwintigste aflevering: Nel Ligthart Schenk-Vlietland uit Schipluiden, geboren en getogen in Ouddorp.

Afbeelding