Afbeelding
Foto:

Klein Grondbezit Sommelsdijk viert eeuwfeest

SOMMELSDIJK – Zaterdagmiddag werd officieel gevierd dat de volkstuinvereniging Klein Grondbezit honderd jaar geleden werd opgericht. De locatie voor het feest was op een steenworp afstand van de volkstuinen aan de Molenweg in de schuur van de familie Van der Sluijs.

Tekst en foto: Adri van der Laan

In de middaguren was er een receptie in de schuur, waar naast de leden van Klein Grondbezit ook andere genodigden waren, zoals vertegenwoordigers van andere verenigingen en wethouder Peter Feller, die het gemeentebestuur vertegenwoordigde.

De voorzitter van de Volkstuinvereniging Klein Grondbezit, Leen Wielhouwer, verwelkomde de aanwezigen in zijn toespraak. Hij nam een duik in de rijk gevarieerde geschiedenis van de vereniging. Hij weet uit 'de boeken' en van overlevering dat de oprichting van de vereniging niet zonder slag of stoot is gegaan. Als gevolg van invoering van de Landarbeiderswet in 1912 werden de boeren verplicht om grond ter beschikking te stellen voor landarbeiders om deze zo de gelegenheid te geven een deel van hun voedsel zelf te verbouwen. "Dit had veel voeten in de aarde", zo verzekert Wielhouwer zijn gehoor, want de boeren moesten hiervoor grond afstaan. Op 4 augustus 1919 was het zover dat ook in Sommelsdijk de vereniging Klein Grondbezit kon worden opgericht.

Kaaigasten

Aanvankelijk mochten alleen landarbeiders lid worden van de vereniging en aan de slag op hun 'eigen' stukje grond. Later kwamen er ook perceeltjes beschikbaar voor kaaigasten (mannen die aan de haven werkten) en polderwerkers (mensen die in dienst waren van het polderbestuur). Ook was er een perceel bestemd voor mensen die in het – nu – Dirkslandse Kralingen woonden. Dit gedeelte van Dirksland hoorde vroeger bij Sommelsdijk.
Natuurlijk hadden ook de 'kleingrondbezitters' te lijden onder de inundatie in de oorlog in 1944 en de Watersnoodramp van 1953. De perceeltjes lagen her en der in de polder rond Sommelsdijk verspreid, op sommige stukken mochten zelfs huisjes worden gebouwd. Zie hiervoor de 'zes huisjes' die staan vóór de rotonde bij Sommelsdijk/Middelharnis als men vanuit Nieuwe-Tonge het dorp nadert. Na de ruilverkaveling kwamen de stukjes tuin dichtbij elkaar en dicht bij het dorp te liggen. Naast de tuinen aan de Molenweg beheren de leden van Klein Grondbezit ook Knorrenburg, het wijkje schuurtjes langs de Oudelandsedijk en een aantal meetjes, die meestal gebruikt worden voor het houden van dieren en wat meer ruimte vergende landbouw.
Voorzitter Wielhouwer onderstreepte de heel goede medewerking van de gemeentebesturen, zowel bij het ontstaan van de vereniging als heden ten dage. Hij bracht daarvoor ook zijn dank over aan wethouder Peter Feller.
Evenals Leen Wielhouwer was ook Peter Feller in de geschiedenis van de vereniging gedoken. Hij gaf aan dat niet alleen armoede van de landarbeiders de drijfveer was om Klein Grondbezit op te richten, maar ook stimuleerde de gemeente honderd jaar geleden het initiatief om te voorkomen dat veel mensen 'richting de stad' zouden vertrekken en het platteland leeg zou achterblijven. Door de jaren heen is het hebben van een tuin niet meer noodzakelijk om de monden van een gezin te vullen. Het 'hof' is volgens de wethouder meer een 'mini-samenleving' geworden, waar velen hun tuinierswerk hobbymatig vervullen. Hij had dan ook veel waardering voor de sociale functie waarin de volkstuinen tegenwoordig in voorzien.

Nauwe band

In vroeger jaren was er nog een nauwe band tussen de gemeente en Klein Grondbezit. Zo verstrekte de gemeente leningen en stond men garant als de vereniging financiële verplichtingen aanging. Tegenwoordig zijn deze financiële banden niet meer nodig. Toch heeft het gemeentebestuur nog veel waardering voor het werk van de vereniging en de wethouder wenste hen nog vele succesvolle jaren toe.
Als dank voor zijn bijdrage ontving de wethouder een dvd waarop veel foto's staan uit de geschiedenis van Klein Grondbezit Sommelsdijk.
Tijdens de receptie werden ook oude foto's en oude tuingereedschappen tentoongesteld en ook de dames in klederdracht, verzorgd door het Streekmuseum, waren aanwezig.
In de avonduren was er een barbecue waaraan de leden deelnamen.