Afbeelding
Foto:

"Beseffen dat er beperkingen zijn, vraagt om een andere manier van kijken"

Hans van der Wulp (1942) werkte jarenlang als arts in de ouderenzorg, of de geneeskunde van de dalende levenslijn, zoals hij het zelf liever noemt. Als er iemand iets zou kunnen zeggen over ouder worden en hoe je dat een beetje plezierig kunt doen, zou je verwachten dat hij het is. Van Der Wulp is daar zelf nogal bescheiden over: "Ik had als arts in oudereninstellingen natuurlijk vooral te maken met ouderen die iets mankeerden. Er zijn er natuurlijk ook genoeg die medisch in een prima conditie verkeren, maar die zag ik door mijn vakgebied eigenlijk nooit", relativeert hij. "Het valt me trouwens wel op, dat in vergelijking met vroeger we ons minder snel oud voelen. Mijn oma was op haar vijftigste in de jaren '40 echt oud. Ze was grijs en had een knotje. De vijftiger van nu ziet er veel jonger uit. Na je 70e ging je vroeger naar een rusthuis. Er werden daar voor de bewoners dan wel leuke activiteiten georganiseerd, maar ik zou er nu, op mijn 77ste, toch niet aan moeten denken. Trouwens, zelfs als je zou willen kun je tegenwoordig niet zomaar meer in een verzorgingshuis terecht. Er moet een indicatie zijn dat je die zorg ook echt nodig hebt."

Interesse

Hans van der Wulp kwam in 1969 met zijn echtgenote Pauline en zoon Jasper naar het eiland. Later kregen zij nog een zoon, Jurriaan. Hans kende Goeree-Overflakkee door familiebezoeken en vond er altijd een plezierige sfeer hangen. Hij ging aan de slag in een huisartsenpraktijk in Sommelsdijk. "Ik ben uiteindelijk acht jaar huisarts geweest voor ik arts werd in een zorginstelling. Ik vond een huisartsenpraktijk, zoals ik die had op het platteland, heel enerverend. Je moest 24 uur per dag voor je patiënten klaarstaan en je werd bij nacht en ontij uit je bed gehaald. Zelden onnodig, hoor! Als mensen me kwamen roepen, dan was er meestal wel wat aan de hand, maar ik vond het belastend. Ik heb daarom in 1977 bewust de stap gemaakt om arts ouderengeneeskunde te worden in De Samaritaan. Die stap werd mede ingegeven omdat ik veel interesse had in de zorg voor chronische aandoeningen. Vooral het gedragswetenschappelijke aspect sprak me aan. Hoe gaan mensen om met handicaps? En hoe weren mensen zich tegen ziekte en verval?"

Beperkingen

In de geneeskunde van de dalende levenslijn draait het om de vraag wat je kan doen om mensen kwaliteit van leven te laten behouden. Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Dat maakt het vak ook zo interessant, vindt Van der Wulp. "Er is geen standaard protocol. Het is maatwerk. Je moet er creatief voor zijn. Ouderengeneeskunde begint waar de boeken ophouden, zeg ik weleens gekscherend. In de ouderenzorg heeft bovendien elke patiënt een andere problematiek of andere combinaties van problemen. Je werkt altijd in een team met collega's van andere disciplines, zoals fysio, ergo en logopedie, om alles op elkaar te kunnen afstemmen. Het voorkomen van nog meer ellende is ook een aspect. Soms is het nodig dat je behandelt, maar tegelijkertijd kan ook de beslissing om juist niet meer te behandelen kwaliteit van leven geven. Beseffen dat er beperkingen zijn, vraagt om een andere manier van kijken." Ouderenzorg was in de jaren '70 een nieuwe tak van sport. Het was een vak in ontwikkeling. Hans doceerde op de universiteit en promoveerde in 1986. Hij droeg mede bij aan het ontwikkelen van de ouderengeneeskunde tot medisch specialisme in 1989. Het gaf hem veel voldoening. "Voor ouderen was nooit zoveel belangstelling. Er heerste het idee dat je niet zoveel meer voor ze kon doen. Dat is gelukkig veranderd. Ik ben ook blij, dat door wetenschappelijke publicaties er meer aandacht is gekomen voor het vakgebied. Het maakt dat ouderen met gezondheidsproblemen tegenwoordig echt veel beter af zijn dan vroeger."

Baanbrekend

Van der Wulp maakte in zijn tijd als arts bijzondere ontwikkelingen mee. "In de jaren zestig werkte ik in de Daniel den Hoed kliniek. In die tijd werden daar nog reumapatiënten behandeld. Hoe vaak heb ik niet tegen een patiënt verzucht: ik wou dat u nieuwe gewrichten kon krijgen. Dat was toen nog niet mogelijk. Tegenwoordig zijn dat routineoperaties geworden. Mensen krijgen aan de lopende band nieuwe knieën en nieuwe heupen. Het dotteren van het hart, waarbij - grof gezegd - met een 'ragger' in het bloedvat de verstopping kan worden weggeduwd om de bloedstroom te herstellen, is ook zo'n grote stap. Vroeger was de kans gewoon heel groot dat je na een hartinfarct overleed. Bij mijn eerste waarneming in 1968 was het nog bijzonder dat patiënten met een hartinfarct in het ziekenhuis werden opgenomen. Meestal kon het ziekenhuis in die tijd de patiënt namelijk weinig meer bieden dan thuis. Toen eenmaal de monitor zijn intrede deed, die kon waarschuwen bij acute hartritmestoornissen, veranderde dat. Moet je zien wat een baanbrekende veranderingen dat zijn in een relatief korte periode."

Mondig

Voortschrijdend inzicht maakt dat artsen nu soms ook anders handelen dan vroeger. "Bij het voorschrijven van geneesmiddelen zie je bijvoorbeeld, dat artsen zich jarenlang baseerden op onderzoeken waarvan de waarde tegenwoordig in twijfel worden getrokken. Ik vind dat moeilijk. We handelden met de beste bedoelingen en we wisten niet beter, maar met de kennis van nu was het dus niet altijd goed wat we deden." Niet alleen de geneeskunde, ook de patiënt is veranderd door de jaren heen. Hans vervolgt: "Patiënten kijken op internet en stellen met Google hun eigen diagnose. Ik heb geen enkel probleem met mondige patiënten. Het is goed dat mensen meedenken over hun eigen gezondheid. Het is een wisselwerking tussen arts en patiënt. Ik vind wel dat er tegenwoordig veel minder ontzag is voor artsen, en niet alleen voor artsen. Eigenlijk voor alle autoriteiten. Het is toch ongehoord dat politieagenten worden aangevallen als ze iemand tot de orde roepen? Of dat ambulancebroeders worden belaagd als ze gewoon hun werk doen?" Ook de betrokkenheid van artsen bij patiënten is veranderd, vindt Hans. "Ik haalde het niet in mijn hoofd om een slecht nieuwsgesprek te voeren per telefoon. Ik ging altijd bij mensen langs. Tegenwoordig bellen artsen over een uitslag. Maar ja, je kunt ook niet meer zomaar bij patiënten langs. De meesten zijn er niet eens. Vroeger waren patiënten veel meer thuis, hadden ze nauwelijks auto's. Dat is natuurlijk al lang niet meer zo."

Geluk

Met zoveel kennis van de geneeskunst van de dalende levenslijn, weet Hans wat je allemaal kunt overkomen. Ouder worden geeft hem gemengde gevoelens. "Ik ben bij veel meer begrafenissen dan vroeger. Lichamelijke ongemakken zijn ook vervelend. Dan is jonger zijn echt leuker. Aan de andere kant heb je als je ouder bent meer levenservaring en dat geeft overzicht en inzicht. Dat vind ik dan wel weer prettig." Na zijn pensioen in 2004 is hij altijd druk bezig gebleven. Natuurlijk miste hij het dagelijks contact met zijn collega's en patiënten na zijn vertrek bij De Samaritaan, maar zijn dagen waren snel gevuld. Tuinieren, fotograferen, artikelen schrijven, het bezoeken van symposia, ook als spreker; hij had altijd wel wat te doen. Hij beoordeelde bovendien nog jaren verpleegtehuizen door het hele land op verschillende opleidingscriteria, totdat hij vond dat hij als gepensioneerde te ver van de praktijk kwam te staan. En dan was er nog de klassieke muziek, die een grote rol in zijn leven speelt. Hij speelt niet onverdienstelijk viool, als gevorderd amateur, in het Cui-orkest in Rockanje. Hij schrijft arrangementen en doceert ook al meer dan tien jaar muziek bij de Stichting Kunst- en Cultuureducatie Goeree-Overflakkee. Zo staat er in oktober weer een nieuwe cursus gepland: 'Politiek en muziek'. Hans is daarnaast lid van de Culturele Raad, die de gemeente adviseert omtrent kunst- en cultuurbeleid. "Belangstelling houden in je omgeving is één van de dingen die je kunt doen om plezierig ouder te worden", legt Hans uit. "Ach, we weten het wel. Eigenlijk zijn het open deuren: Niet te veel eten, beetje bewegen en hopen dat je niet ziek wordt. Tegelijkertijd weet ook iedereen dat - statistisch gezien - ouderen nu eenmaal meer kans hebben ten prooi te vallen aan een nare ziekte. Je moet dus ook een beetje geluk hebben!"


Oud & Wijs

Voor de serie Oud & Wijs bezoekt Pauline Hof senioren, die met hun ervaring van toen hun licht laten schijnen op zaken van nu. In de vijfentwintigste aflevering: Hans van der Wulp uit Sommelsdijk, gepensioneerd specialist ouderengeneeskunde.