Neem en lees: Zonder ons in ons
Al lezend komen we erachter dat de inhoud van dit belijdenisgeschrift nog onverminderd actueel is. Helaas zijn de remonstrantse opvattingen, door onze Dordtse vaderen bestreden, nog springlevend. Wat het moeilijke is in onze tijd, is de subtiele vorm, zodat de afwijking van de gereformeerde leer nog maar door weinigen wordt gesignaleerd.
De uitgave wordt behandeld in de vorm van lidmatencatechisaties. De schrijver heeft die gehouden in de Gereformeerde Gemeenten van Nieuw-Beijerland en Gouda. Ieder hoofdstuk eindigt met de beantwoording van enkele vragen.
De omslagillustratie is een gezicht op de Merwede voor Dordrecht. Detail uit een schilderij van Jeronymus van Diest ca. 1660.
Enkele opmerkingen van de schrijver uit zijn Woord vooraf:
'De Dordtse Leerregels zijn van de drie Formulieren waarschijnlijk het minst bekend. Hij vond het een goede gedachte van Uitgeverij Den Hertog aandacht te geven aan dit belijdenisgeschrift, te meer dat het dit voorjaar (mei 2019) juist 400 jaar geleden is dat de Dordtse Synode werd afgesloten en de Leerregels werden vastgesteld).'
'Het gaat in deze uitgave om catechisaties, niet om preken. Op de betreffende avonden werd steeds voor de pauze een gedeelte van de Leerregels behandeld en na de pauze was de gelegenheid vragen te stellen. De vragen die in dit boek zijn opgenomen, vormen een selectie van de destijds door gemeenteleden gestelde vragen.'
De titel van het boek is een kort citaat uit hoofdstuk 3 - 4, artikel 12. Naar de mening van de auteur raken deze woorden precies de kern waar het in dit belijdenisgeschrift om gaat. Het is de wens van ds. Moerkerken dat de Heere er Zijn zegen over gebiedt.
In de inleiding gaat ds. Moerkerken in op de ontstaansgeschiedenis van de vijf artikelen tegen de Remonstranten. In het bijzonder de voorrede die aan de artikelen vooraf gaan.
Die voorrede begint met de belofte van Christus aan Zijn Kerk: 'En zie, Ik ben met ulieden tot aan de voleinding der wereld. Ook in de strijd die Zijn Kerk ondervindt in het begin van de zeventiende eeuw.
De schrijver wekt op om niet alleen stukjes van de Leerregels te lezen, maar helemaal, ook de verwerping van de dwalingen.
Hij geeft ook een schets van het leven Arminius en Gomarus.
In 1610 kwam in Gouda een aantal predikanten samen om een smeekschrift op te stellen aan de Staten van Holland. Vanwege onrust en verwarring riepen de predikanten van Arminius de overheid te hulp. De contraremonstranten wilden vasthouden aan een generale synode, die moest beslissen over de strijd die in de Nederlandse kerk was uitgebroken. De overheid weigerde in eerste instantie om zo'n synode bijeen te roepen. De remonstranten diende een smeekschrift in, de zgn. remonstrantie, vandaar de naam remonstranten.
Dominee Moerkerken bespreekt eerste de vijf artikelen van de remonstranten. Het zal niet meevallen om de dwalingen te ontdekken en waar het bij hen fout ging.
Het gaat in deze strijd over vier punten.
Wat is de grond van de Goddelijke verkiezing en de Goddelijke verwerping? Ligt die grond in de mens of ligt die in God?
De tweede vraag is: Voor wie is de Heere Jezus gestorven? Voor alle mensen of voor Zijn volk?
Ten derde: Kan een mens, als de Heilige Geest in zijn hart wederbarend komt werken, die Geest tegenhouden of niet? Is het laatste woord aan God of aan mij?
De laatste vraag: Kan een kind van God toch nog verloren gaan? Met andere woorden: is er een volharding der heiligen of is er een afval der heiligen?
Deze vier onderwerpen van de Dordtse Leerregels die worden in dit boek besproken.
De bruid van Christus… Maar de bruid van Christus heeft haar altijd, als een schat van onwaardeerbare prijs, zeer tederlijk bemind, en standvastiglijk verdedigd.
De bruid van Christus. Een prachtig beeld aan het einde van onze Dordtse Leerregels. In het woord 'bruid' drie noties. Maar wel bezien vanuit de Bijbel en niet in het licht van de moderne tijd.
Een bruid werd verkoren; David koos zich een bruid en ook van Jakob lezen we dat hij een bruid verkoos: Rachel.
Een bruid moest gekocht worden (althans in de Bijbelse tijd).
Aan een bruid moest de bruidegom trouw zijn.
Voor jong en oud een mooie verklaring van dit derde belijdenisgeschrift. Handzaam, duidelijk, pastoraal en leerzaam. In ieder gezin zou dit boek moeten functioneren. Van harte aanbevolen.