Verenigde Naties

Regelmatig worden door dit orgaan besluiten genomen, waar vervolgens niet veel mee wordt gedaan. Recent is er voor de VN weer eens een resolutie aangenomen tegen de staat Israël. De erbarmelijke positie van vrouwen in de Palestijnse gebieden zou vooral de schuld zijn van de staat Israël. Het is sedert 2005 de 96e keer dat dit land vanwege mensenrechten veroordeeld is door dit orgaan. Hoe moeten we over dergelijke veroordelingen denken?

Laten we beginnen met een waardering voor dergelijke organen. Er is in de wereld veel aan de hand en het kan daarom geen kwaad om daarover te praten. De praktijk is ook dat er in VN verband het nodige overleg is tussen staten onderling. Aan de andere kant moet ook worden gezegd dat de VN verder weinig klaarmaken, omdat feitelijke macht berust bij de verschillende landen. Overigens is dat maar gelukkig, want de willekeur en de merkwaardige eenzijdigheid van dit orgaan is soms stuitend. Het is daarbij ook vervelend als Nederland meent bijvoorbeeld Israël te moeten kapittelen over de mensenrechten in de Palestijnse gebieden. In moslimlanden en gebieden hebben vrouwen het soms niet gemakkelijk. Maar als ik de media goed volg, heeft dat meer te maken met de islam dan met de staat Israël. Keer op keer horen we dingen over bijvoorbeeld islamitische landen waaruit blijkt dat de gelijkwaardigheid tussen vrouwen en mannen er ver te zoeken is. Alleen al de gedachte dat één man vier vrouwen mag hebben geeft zo te denken.

Het blijkt keer op keer dat de VN een door en door eenzijdige organisatie is. Over mensenrechten valt natuurlijk in de wereld veel te zeggen. In de westerse landen zijn we over het algemeen erg gesteld op de rechten van de mens. En deze rechten hebben ook een zekere waarde. Wie zou onze vrijheid om de Heere te dienen naar Zijn Woord willen inruilen voor een staatsgodsdienst waarbij mensen verplicht worden om een bepaalde religie te belijden. In de islamitische landen is er bijvoorbeeld geen vrijheid van godsdienst en daardoor mogen autochtone bewoners vaak niet van religie veranderen. Ook is de vrijheid van meningsuiting een groot goed, hoewel natuurlijk niet alles zomaar gezegd kan worden. Er zijn grenzen van fatsoen die niet overschreven mogen worden. Het is bijvoorbeeld niet gewenst dat mensen de vrijheid krijgen om openbaar te vloeken. Maar dat ieder een eigen mening mag hebben, lijkt mij een groot goed. Het is echter merkwaardig dat een orgaan als de VN keer op keer laat horen dat dingen in Israël verkeerd zijn, terwijl landen als China, Pakistan en anderen nog nooit op dit punt zijn veroordeeld. Ook landen als Noord-Korea, Iran of Syrië worden aanzienlijk minder veroordeeld dan Israël. Er is dus duidelijk sprake van eenzijdigheid en vooringenomenheid. Het laat zich begrijpen dat Israël dergelijke uitspraken naast zich neerlegt. De VN heeft weinig reden om zich op te winden over dit land als elders nog veel ernstiger zaken spelen. Het is goed om de ernstigste zaken eerst maar aan te pakken. Daarna kunnen we dan wel kijken naar minder ernstige zaken.

Tenslotte zijn er mensen die vinden dat we moeten streven naar een wereldregering. Ze zien een taak weggelegd voor de VN. Ook wordt er regelmatig gerept over recht in internationaal verband. Die rechtsorde stelt helaas weinig voor. De wereld wordt echter wel geregeerd. De Heere regeert en dat is een wetenschap die de VN met al haar organisaties en uitspraken overstijgt. Gelukkig maar.