Afbeelding
Foto:

Mensen naar de maan

De Amerikaanse president John F. Kennedy stelde in 1961 dat het land voor het einde van het decennium astronauten naar de maan wilde sturen. De ruimtevaart stond op dat moment nog in de kinderschoenen. Toch lukte het binnen tien jaar om dit doel te verwezenlijken. Belangrijkste reden daarvoor was de ruimterace tussen de VS en de Sovjet Unie.

De Sovjet Unie had als eerste land op aarde een satelliet gelanceerd én zij hadden al een levend wezen (een hond) in een baan rond de aarde gebracht. Koste wat het kost moest Amerika als eerste op de maan landen. Dat zou voor altijd beslissen wie het machtigste land op aarde was.

Op 16 juli 1969 werd de Apollo 11 gelanceerd, vier dagen later landde de maanlander op het maanoppervlak. Het was 21 juli toen Neil Armstrong als eerste voet op de maan zette, en daarmee de Verenigde Staten neerzette als absolute grootmacht. Na de Apollo 11 zijn er nog verschillende andere maanmissies geweest. In totaal zijn er 12 mensen op de maan geweest, allemaal Amerikanen.

Momenteel zijn naast de Verenigde Staten ook Rusland en China geïnteresseerd om de maan te bezoeken. Weer zijn politieke belangen daar de drijvende kracht achter. De komende (tientallen) jaren beloven dan ook interessant te worden als het gaat om ruimtereizen. Naast een tochtje naar de maan is men ook op zoek naar bewijzen voor water en zelfs buitenaards leven op de planeten van ons zonnestelsel.