Wijsheid nodig!?! (2)

Vorige keer zagen we dat het bepaald geen alledaagse wijsheid is, die hier bedoeld wordt. Wel dat u om wijsheid mag vragen voor iedere dag. Maar het gaat om veel meer! Het gaat over Góds wijsheid. In het bijzonder de wijsheid die nodig is om het nut van beproevingen te leren zien. Het is de wijsheid 'die van Boven is'. En dat is heel wat meer dan de 'wijsheid van beneden'. We komen toch soms ook niet veel verder dan een: 'laten we het beste er maar van hopen' of: 'moed houden maar, hoor'. Maar om echt wijs te zijn, is het nodig dat we aan Gods kant geplaatst worden. Kan dat?

Op Gods hart gewezen

Hoe ontvangen we die wijsheid? "Dat hij ze van God begere, Die een ieder mildelijk geeft en niet verwijt. ..". Dat is dus een zaak van gebed, zegt u. Dat is waar, maar Gods Woord laat u de andere kant zien. We moeten niet beginnen bij wat ons hart (of alleen mond?) doet, maar bij wat gezegd wordt over Góds hart! Zo wordt het gebed door de Geest als het ware opgewekt, we worden gaande gemaakt en uitgelokt om te bidden om deze wijsheid. Waarom? Hij geeft 'mildelijk' staat er. Dat wil precies het tegenovergestelde zeggen van wat gezegd zou moeten worden van een gierigaard. Die kan ook wel eens wat geven, maar hij geeft het met pijn in zijn hart en dan liefst zo weinig mogelijk. De Heere is echter genegen om te geven! 0 , wat heeft ons verduisterde verstand en ons vervloekte ongeloof toch kleine gedachten van God! Hoe vaak wordt over Hem gesproken als was Hij een God, Die het liefst zo weinig mogelijk geeft. Dan maken we Gods Woord tot een leugen: "Die mildelijk geeft''.
En dat maar niet één keer voor het eerst, maar steeds weer opnieuw. Want als iemand zich­ zelf aan moet klagen dat hij zo hardleers is. Dat hij al zo vaak gebeden heeft om deze wijsheid en ook wel weet wat het is om zich te verheugen in de beproevingen. En nu toch moet zeggen: 'ik moet het weer van voren af aan leren'. Mag zo iemand nog wel tot God naderen? "En niet verwijt... "! Dat wil dus inderdaad zeggen dat niemand hoeft te vrezen dikwijls tot God te gaan. Is dat niet een wonder van Zijn lankmoedigheid en genade? 'Mag ik dan toch nog komen?'. U mag niet eens wegblijven! En dat kunt u toch niet, of wel?
Maar juist in dit licht is het ook uitermate beledigend voor de Heere en een God onterende zonde, om niet te doen wat de tekst zegt: "dat hij ze van God begere... ". "Die geen hulp zoeken voor hun nooddruft, zijn waardig dat ze daarin verdwijnen" (Calvijn). Dan komt u om in uw tegenslagen. Ze zullen u verstikken en uw leven doen verkwijnen. Dan drijft u alleen maar voort op uw eigen gemoedsaandoeningen. Dan komt u uiteindelijk om in uw dwaasheid om zonder God voort te leven. Er zullen er zijn, die deze woorden vaak in hun leven gehoord hebben, en straks in de hel zullen wensen nog één keer te mogen doen, wat nu onafgebroken gedaan mag worden: wijsheid van God begeren! Zeg zelf, is dat niet dwaas?

Aan Gods mond genoeg

"En zij zal hem gegeven worden. Maar dat hij ze begere in geloof, niet twijfelende... ". Er is de zekere belofte: ze zal hem gegeven worden. Maar wordt nu eigenlijk voor uw besef alles weer ondergraven door wat volgt: " maar dat hij ze begere in geloof '?! Neemt God zo als het ware met de ene hand terug, wat Hij met de andere gegeven heeft?
Wat is de Heere toch wijs en neerbuigend goed! Hij komt niet éérst tot u met de eis van geloof om vervolgens pas Zijn belofte te spreken. Maar omgekeerd! U moet ook niet beginnen bij vers 6, bij uw (on)geloof. Maar bij wat Gods mond gesproken heeft!
Wat is dan' begeren in geloof'? Is dat niet erg moeilijk? Mag ik vragen of u het moeilijk vindt iemand die u lief hebt te geloven op zijn of haar woord? Laat dat onder mensen helaas mogelijk zijn, dat we iemands woorden niet kunnen vertrouwen. Maar is Gods Woord niet door en door betrouwbaar?·
Moeilijk? Is het moeilijk om uw mond open te doen?
"Opent uw mond al wat u ontbreek'!, schenk Ik, zo gij 't smeekt ,mild en overvloedig". Moeilijk? Is het moeilijk om twee legen handen omhoog te houden als een bedelaar?
Waarom vinden we het zo moeilijk? Omdat we het beneden onze waardigheid vinden om als een klein kind onze mond open te doen om gevoed te worden. Omdat we te trots zijn om bedelaar te zijn. Zalig, wie aan Gods mond genoeg kreeg!
Wijsheid nodig?!"

"Neen, dwaas, de HEER' weet uw gedachten dat z' ijdel Zijn bestuur verachten.
Welzalig is de man, o HEER' Die door uw tucht en hemelleer het nut der onderdrukking weet,
En voordeel trekt zelfs uit het leed"

Deze overdenking stond eerder in Eilanden-Nieuws van 19 juli 2002.