Afbeelding
Foto:

Onder het Woord, gedachten over de prediking

Aan het woord is ds. H. Hofman (1966), sinds 2016 predikant van de Netherlands Reformed Congregation te Kalamazoo, USA. Ds. Hofman was zendingspredikant in Bolivia van 1999-2008, diende de gemeenten van Sioux Center, USA (2008-2012) en Dordrecht (2012-2016).

In dit praktische boekje geeft de auteur op een Bijbelse wijze inhoud aan de zondag als dag des Heeren, alsook de zondagse kerkgang. Tijdens de eredienst in Gods huis staat de prediking centraal. De schrijver neemt diverse aspecten van de preek onder de loep. Het bijzondere van dit boekje is, dat ds. Hofman telkens de wisselwerking tussen prediker en hoorder benadrukt. Hij stelt ook de vraag hoe het is na de dienst. Naast de kerkgang en het verkeren onder de preek, gaat de auteur ook in op de uitwerking van het Woord, het gesprek onderling en het persoonlijk gebed.

Het boek is te onderscheiden in vier delen: De dag des Heeren, naar de kerk, in de kerk en uit de kerk. Deze hoofddelen zijn weer in subdelen onderverdeeld. Elk onderdeel van de prediking wordt besproken.

Aan de vier hoofddelen gaat een Woord vooraf, waarin de schrijver uiteenzet hoe hij tot het schrijven van dit boek gekomen is. Het zijn gedachten en ds. Hofman pretendeert niet het laatste woord te hebben over dit onderwerp. Hij hoopt wel dat dit boek de lezer uitdrijft naar de levende God.

Dominee Hofman heeft ervaringen met preken in drie verschillende continenten en in vier gemeenten. Hij heeft veel gehad aan een uitspraak van Robert Bruce, een 19e-eeuwse zendeling in Perzië: 'Ik ben niet bezig met oogsten; ik kan nauwelijks beweren dat ik aan het zaaien ben; ik ben ook niet aan het ploegen; maar ik ben de stenen op de akker aan het weghalen.'

Zijn boek zet hij in met een gedeelte uit een preek van Maarten Luther, getiteld Prediker, Preek en Toehoorder (Matth. 3:17): En zie, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Dewelken Ik Mijn welbehagen heb.

… 'Alles is hier oneindig hoog: Prediker, Preek en Toehoorder – hoger en heerlijker kan het niet. Daarom zwijgen de lieve engelen. Zij laten zich niet horen, maar luisteren alleen wat de allerhoogste Prediker, God de almachtige Vader, zegt over Zijn enige lieve Zoon, in Wie Hij een hartelijk welbehagen heeft.'

De typering van de dag des Heeren is als volgt gedenkdag, heilige dag en een rustdag. Vanzelf komt het aspect van zondagsheiliging naar voren. De voorbereiding is zeker zo belangrijk als het houden van Gods dag zelf. Het kan zijn dat de ontheiliging van de rustdag al begint de avond ervoor. Ds. Hofman zat nooit de zondag op Urk vergeten. Zaterdagavond om 18.00 uur hoorden we alle kerkklokken luiden. Hij vroeg aan iemand wat dit betekende.

'Nu leggen we het werk neer en begint de zondag', zo luidde het antwoord. Een voorbeeld ter navolging!

Bijzonder interessant is de beschrijving van de (geestelijke) gebruiksvoorwerpen die een prediker moet meenemen voor hij de kansel beklimt: Bijbelse gebruiksvoorwerpen, zoals etenswaren, kleding, muziekinstrumenten en wat dies meer zijn. Zo word je op een beeldende wijze geconfronteerd met het beeld van de gemeente. Je zou het de legering van de kudde kunnen noemen. De herder van de gemeente behoort dit te weten, maar het is ook goed dat de gemeente dit weet. Zodoende wordt misschien de preek beter begrepen.

In deel drie komen de volgende facetten naar voren: gebed en zegenwens aan het begin van de dienst, aard en inhoud van de boodschap, Christusprediking, luisteren naar de preek en de sleutel van de prediking. Tussen de regels door komen we een citaat tegen van ds. G.H. Kersten als het gaat over de Christusprediking. Bij zijn afscheid van Yerseke in 1926 sprak hij de volgende woorden:

'Eén ding is u nodig: dat ge Christus tot uw Borg en Middelaar moogt kennen en in Hem gevonden wordt. Het is geen Evangelieprediking, die Christus verzwijgt. God roept ons achter u aan te dringen, als een herder achter u betaamt. Zouden wij vrij van u kunnen heengaan, indien wij u op uw gestalten hadden zalig gesproken?'

Het afsluitende hoofdstuk: Uit de kerk gaat in op horen – bewaren – doen, gesprek over de preek en… in de binnenkamer.

Een ernstig woord uit de epiloog tot slot van deze bespreking:

'Misschien is het wel één reden waarom het gepredikte Woord niet meer nut doet, dat de mensen niet méér bidden. Misschien klaagt u dat het gereedschap stomp is, dat de predikant dodig is en kil. U had hem door uw gebed moeten wetten en scherpen. Als u graag zou willen dat de deur van een zegen door onze bediening geopend wordt, moet u die door het gebed van slot doen.'

Bijzonder hartelijk aanbevolen!