De duivel verslagen

Het Paasevangelie verkondigt ons dat de dood is overwonnen. De Heere Jezus is opgestaan. Het graf kon Hem niet vasthouden en de dood kon Hem niet overwinnen. Hij heeft de dood overwonnen.
Terwijl de dood een einde maakt aan ieder leven en alles hier op aarde onder het teken van de dood en het einde staat, brengt Jezus door Zijn opstanding het nieuwe leven voor al de Zijnen. De dood is niet het absolute einde, maar voor al Gods kinderen is er na de dood het nieuwe leven, is de dood de doorgang tot het eeuwige leven.
Maar belangrijker nog dan het feit dat de dood is overwonnen, is het feit dat de duivel is overwonnen. Het een staat trouwens niet los van het ander. Zonde en dood zijn volgens de Bijbel heel nauw met elkaar verbonden. Door onze zonde is de dood gekomen, de dood is de bezoldiging van de zonde. Pas als de duivel ten val is gebracht, kan er van eeuwig leven sprake zijn voor ons mensen.
Bij het Paasfeest wordt ons dan ook niet alleen verkondigd dat de dood is overwonnen; in de opstanding van Jezus Christus is de heerschappij van de duivel gebroken. En de overwinning op de duivel vervult ons met veel meer vreugde dan de overwinning op de dood. De macht die de duivel heeft is nog veel huiveringwekkender dan de dood.
Op Golgotha hebben we gezien welke macht de duivel ontplooide en we kunnen alleen maar vol angst terugdeinzen als we dat zien. Als dit mogelijk is dat Jezus wordt gemarteld en gedood, als dit mogelijk is dat de Enige Die volmaakt leefde hier op aarde wordt uitgestoten, als dit mogelijk is, dan moet inderdaad de duivel de overste van deze wereld zijn.
De duivel schijnt alles voor het zeggen te hebben en ieder die zich niet buigt onder zijn bewind wordt uitgeworpen. De duivel schijnt te regeren in deze wereld. Elke dag weer als we het nieuws horen komen we onder de indruk van de macht van het kwaad. Verzet tegen de macht van de duivel schijnt telkens weer zinloos en nutteloos. Op Golgotha lijkt het er meer op dat de duivel almachtig is dan dat de Heere almachtig is.
Maar met Pasen wordt het ons verkondigd dat de vorst der duisternis is overwonnen, de overste van deze wereld is buitengeworpen, de duivel is verslagen. Hij is overwonnen door het bloed van het Lam en hij heeft zijn macht verloren. Niet de duivel heeft het laatste woord, maar Jezus Christus. Niet de duivel heeft alle macht in handen, maar onze Heere Jezus Christus.
Veel mensen hebben moeite met de gedachte van een persoonlijke macht van het kwaad, namelijk de duivel. Maar we doen er goed aan de Bijbel ook in dit opzicht serieus te nemen. Het gaat niet om een of andere onpersoonlijke macht van het kwaad, maar om de duivel, de gevallen engel des lichts, die in opstand kwam tegen de Heere en nu probeert om zoveel mogelijk mensen in zijn greep te krijgen.
Het is ontstellend waartoe mensen gebracht kunnen worden. Het is ontstellend hoe mensen elkaar kunnen martelen. Het is ontstellend welke gedachten er soms in ons leven, die dan aangewakkerd worden door de duivel.
Maar nu wordt het ons verkondigd dat de macht der hel verslagen is. Wij staan niet onder de macht van de duivel, maar onder de macht van Jezus Christus.
Wel heeft de duivel nog een grote macht, dat ervaren we telkens weer, en de dood is er nog in al zijn verschrikkelijkheid. Maar de macht van de duivel en de dood is gebroken en wij verwachten de definitieve nederlaag en ondergang van de duivel.

De zaligheid en de kracht is van onze God en de macht is van Zijn Christus.
Dat is de verkondiging van het Paasevangelie tot wanhopige mensen, tot verschrikten en bevreesden. Het komt er echter op aan dat we ernst maken met deze boodschap. Het mag ons niet meer verschrikken wanneer we opmerken hoe machtig de zonde nog is. Want veel groter dan de macht van de zonde is de macht van Jezus Christus, Hij kan en wil ons bevrijden van alle zonde. Daarom kan een christen ook niet wanhopen aan deze wereld en haar toekomst, want ze is in Gods handen. Er zijn grenzen aan de macht van de duivel en zijn rijk loopt ten einde. Alle macht in de hemel en op de aarde behoort toe aan God en Zijn Christus.