Joke Verweerd – Snoeitijd (15)

Nu is Gold Apple Garden voor even hier. De ruimte, de wind en het hoge blauw van de lucht. De langgerekte witte wolken. Het silhouet van de appelboomgaard bij zonsondergang. De hoge rij populieren eromheen. Het appelkraampje aan de weg, de honesty box waar de klanten het geld in doen. Effi met Pollux in het gras langs de kant van de weg. De ondergaande zon. Nu zou hij daar Effi tegemoet moeten lopen en háár zien glimlachen.
'Heb je foto's?' vraagt Willemijn opeens.
Hij schudt zijn hoofd; daar heeft hij niet aan gedacht.
'Jammer! Dan moet je maar vertellen hoe het er is. Want ik wil het wel weten…'
'Later, Willemijn. Misschien kan Effi wel wat foto's mailen.' En tegen Lodewijk die nog steeds op antwoord wacht: 'Officieel loopt de tijd bij ons elf uur voor, maar door zomer- en wintertijd wordt het een beetje ingewikkeld. Wat Willemijn zegt klopt helemaal.'
Er schiet een brommer voorbij het raam. Het schielijk remmen trekt een remspoor in het grind. Toch schrikt hij nog van de bel. Willemijn haast zich naar de deur.
'Het is Achmed!' zegt ze verheugd. Catharina komt met een tafellaken aanlopen. 'Ik heb maar pizza besteld!' zegt ze, verontschuldiging op haar gezicht.
'Niet weer! Ik ben op dieët, veel groenten en zo, vitamientjes, weet je nog!' protesteert Lodewijk.
'Morgen kook ik, dan eten we weer zoals het hoort,' belooft Catharina. Ze zet demonstratief een pak biogarde-yoghurt voor Lodewijk neer.
Lodewijk schuift het meteen uit het zicht.
'Ik heb vandaag geen boodschappen kunnen doen. Vanmorgen moest ik thuis blijven omdat de dokter kwam voor moeder. Daarna moest ik bestellingen wegbrengen. Vanmiddag heb ik na veel telefoontjes eindelijk twee pluksters kunnen versieren,' verklaart ze voor Chiel. En tegen Lodewijk: 'En jij hebt vanavond toch de voorbespreking van de hoorzitting op het gemeentehuis, dus veel tijd om te eten hebben we ook niet.'
Lodewijk zegt niets meer.
Chiel haalt zijn ellebogen van de tafel en neemt de laatste slok. Hij stelt maar geen vragen meer. Het zal hem langzamerhand wel duidelijk worden. Door het raam heen ziet Chiel hoe Willemijn de pizzabezorger omhelst en hoe zijn hand even haar rug streelt.
'Achmed is een goede vriend,' legt Catharina uit. 'Willemijn heeft veel vrienden onder de Turkse en Marokkaanse mensen. Ze zal je wel willen voorstellen…'
Chiel maakt een afwerend gebaar, maar Catharina krijgt gelijk. Achmed komt de kamer binnen, zet de pizzadozen op tafel. Zijn glimlach is verrassend, maakt hem tot een aantrekkelijke jongen. De manier waarop Willemijn hem voorstelt, maakt duidelijk dat ze wat voor hem voelt, denkt Chiel, terwijl hij hem de hand schudt.
'Chiel van der Meij, broer van de heer des huizes.'
'Achmed Kuça, vriend, sinds een paar weken gedegradeerd tot pizzaboer.'
Het accentloos Nederlands valt meteen op.
'Ik heb nog meer bij me; ik moet door,' zegt hij na de begroeting.
Lodewijk heeft nog een vraag en loopt mee de gang in. Onbegrijpelijk klinkt het relaas in Chiels oren, gaat het over geld? Even lijkt de discussie zelfs heftig te worden, maar dan zit Achmed al weer op zijn brommer.
'Zie ik je nog?' overschreeuwt Willemijn het geluid van gas geven en optrekken.
Catharina zet de borden op tafel, Chiel voelt een moment haar hand op zijn schouder.
'Ik zou wel even in je hoofd willen kijken,' zegt ze.
'Doe maar niet.'
De pizza valt niet tegen, maar het potje babyvoeding in het steelpannetje met warm water staat Chiel niet aan. Spinazie met rijst en kip, staat er op het etiket. Er wordt een grote theedoek om Mijntjes hals geknoopt en in de rolstoel aan tafel zittend hapt ze gehoorzaam van het plastic lepeltje dat Willemijn haar voorhoudt. Het potje gaat schoon leeg. Als Willemijn het lepeltje neerlegt en zegt dat het klaar is, probeert Mijntje met haar vinger toch nog wat groente van de rand te halen. Catharina snijdt een dun reepje pizza voor haar, maar nu schudt ze haar hoofd en met een vies gezicht duwt ze het bord weg.