Op stap met een huurauto van Van Dam.
Op stap met een huurauto van Van Dam. Foto:

Geschiedenis van gemotoriseerd verkeer op het eiland (deel 8)

De beestenmarkt en de wekelijkse beurs op donderdag bij Akershoek trok veel handelslieden aan, die zich al zeer vroeg per motorfiets richting Ouddorp begaven. In het voorjaar van 1904 werd café Akershoek belangrijk verbouwd: ''een keurig ingericht bovenhuis, geheel naar de eischen des tijds met heerlijk luchte en lichte logeerkamers die u als het ware uitnoodigen om te komen logeren, in een woord, 't ziet er eenig uit.'' En: ''waarom zou het Domburg of Terschelling, Scheveningen of Zandvoort moeten zijn? Ook hier is de zee met prachtig strand en heerlijk natuurlijke omgeving. Moge velen er gebruik van maken, maar men vergeet dan niet bij Akershoek eens een kijkje te nemen.''

Als ANWB Bondscafé had Akershoek vanaf 1906 al de beschikking over een ''technische hulpkist'' speciaal afgestemd om passanten met een motorfiets bij pech uit de brand te helpen met b.v. gereedschap, een bougie e.d.

Aangemoedigd door de wekelijkse beurzen en het toerisme beschikte smederij Van Damme vanaf november 1925 over een benzinepomp van APC, de eerste in Ouddorp en het zou nog 4 jaar duren voordat iemand anders brood zag in zo'n modern ding. Ouddorpers zelf gingen liever te voet of hooguit per paard als dat zo uitkwam. Het wegennet leende zich eigenlijk niet voor gemotoriseerd verkeer. Die visie werd ook gedeeld door dhr. J.C. Lodder tijdens een raadsvergadering in april 1908: ''dat het hem was opgevallen in de loop der vorige week, toen hier op het dorp een automobiel is geweest, dat voornamelijk de wegen naar de haven en door het Oudeland ongeschikt zijn, voor zulke voertuigen, met het oog op de vele scherpe bochten dier wegen. Hij zou het wenschelijk achten, dat gelet op die gevaarlijke wegen, dergelijke voertuigen niet mochten passeren. Mitsdien stelt Lodder B. en W. voor dit in overweging te nemen, om, met de betrokken polderbesturen samen plannen te beramen om de doortocht dier rijtuigen te beletten''.

Ontbrandingsgevaar?

Nog meer weerstand ontstaat als een jaar later APC een vergunning aanvraagt om hun petroleumdepot aan de Witjesweg, gerund door dhr. P. Hanson, uit te breiden met een benzinekluis op het open terrein voor de opslag van maximaal 24 blikken van 10 liter. Desondanks de constructie van gewapend beton en ijzeren deuren bekleed met asbest, vrezen aangrenzende buren: ''dat hun huizen in verkoopwaarde zullen verliezen door ontbrandingsgevaar, dat hun levens gevaar lopen en ze hoger in assurantie zullen worden aangeslagen''. Uiteraard worden alle argumenten meegewogen door het gemeentebestuur maar kennelijk was dat onvoldoende reden om geen vergunning te verlenen.

Aan de Hazersweg bij de familie Hoek werd in 1929 een Texaco benzinepomp geplaatst. Later vraagt de fa. D. en K. Hoek sloopauto's te koop en biedt men ook auto-onderdelen aan, o.a. autocabines voor: ''schaftkeet in 't land.''Aan de Broekweg, toen nog verhard met grind, maar een belangrijke invalsweg van Ouddorp wordt in mei 1938 op het terrein van dhr. A. van den Heuvel een APC benzinepomp geïnstalleerd. Vast aan het woonhuis zit ook een behoorlijke garage. Arie van den Heuvel heeft een transportbedrijfje wat na de oorlog wordt overgenomen door zoon Jacob, die de garage in eind 1954 naar achteren toe twee keer zo diep maakt.

Lees verder op pagina 20-21.