Zijn rechterhand

Openbaring 1:9-17: "Toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten, en Hij legde Zijn rechterhand op mij".
Johannes de apostel is in dit gedeelte mei heel zijn wezen, met al zijn lichamelijke vermogens geconcentreerd op wat hem geopenbaard wordt van Godswege. We lezen: ik was, ik zag, ik hoorde. Alle zintuigen, innerlijk en uiterlijk, zijn gespitst op wat komen gaat. En wat gebeurde er? Johannes ziet ontzettend veel rijke en heerlijke dingen. Zeven gouden kandelaren en te midden van die kandelaren één de Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed, omgord met een gouden gordel, wit haar, vlammende ogen, voeten als blinkend koper gloeiende als een oven, zeven sterren waren in Zijn hand, en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard, Zijn Aangezicht was blinkende als de zon in haar grote kracht. Hierna komt onze tekst: "en toen ik Hem zag..." Hij was als een Zoon des mensen gelijk. Niet dezelfde Die als een Kind in de kribbe van Bethlehem was neergelegd. Niet dezelfde Die als een Man van smarten als een worm had gekropen door de hof van Gethsemané. Niet dezelfde Die aan het kruis van Golgotha als een gevloekte was gestorven om de straf en oordeel te dragen. Niet dezelfde Die achter de verzegelde grafsteen was opgeborgen. Niet dezelfde waarmee Johannes had gewandeld. Niet dezelfde in Wiens schoot Johannes zijn hoofd had neergelegd en de vraag over het verraad had gesteld: "Ik toch niet Heere?"
Maar hier is Hij, Jezus de verhoogde Christus, de geheel Andere. Jezus is hier de verheerlijkte, de verhoogde door God de Vader. Die de volle erfenis Zijn deel mag noemen. Wiens loon volkomen is in heerlijkheid en roem. Zijn kleding is Koninklijk en Priesterlijk, Profetisch Zijn optreden. Alles getuigt van Zijn hoogste Wijsheid en alle doorgrondende kennis, waarvoor niets verborgen kan blijven. Ogen die alles doorstralen en ontgronden, een alles doorzoekende wijsheid. Zijn stem als het gedruis van vele wateren, krachtig, indrukwekkend, een stem die gehoord wordt tot aan het einde der aarde. Een stem die voor de één een verschrikking betekent, die Hem ongehoorzaam zijn gebleven, die zullen beven en een vreselijk gebed zal uit hun mond komen: bergen valt op ons en heuvelen bedekt ons, verberg ons voor die stem en die blinkende heiligheid en rechtvaardigheid van Jezus. Maar een schare die niemand tellen kan zal dan belijden: dat is de stem van mijn Liefste, dat is de stem van mijn Borg en Zaligmaker, de verhoogde Christus, die tot mij gezegd heeft: Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven. En ik Johannes viel als dood aan Zijn voeten.
Welk levend mens kan het op de been houden bij zoveel blinkende heerlijkheid en heiligheid? O, jazeker, velen blijven gewoon staan, horende doof en ziende blind. Maar daarom zegt Johannes: toen IK Hem zag. Dat is niet zo even naar Hem kijken en dan in overleg met het eigen verstand je ogen weer aan andere dingen overgeven, nee, dit zien is een aanschouwen, een indringend zien, als dit aan je ogen geopenbaard wordt, kun je daar je ogen nooit meer vanaf krijgen. Dit zien is zo overweldigend, dit neemt je helemaal in beslag en laat je nooit meer los.
Hem te zien is Licht, is Leven, is Liefde.
Wat is dan het uitdragen van deze rijke boodschap een heerlijk werk: Jes. 45:22: "Wendt u tot Mij, wordt behouden, alle gij einden der aarde, want Ik ben God en niemand meer. Zie op Mij."
Toen ik Hem zag, viel ik, dat is die man die was, die hoorde, die uiteindelijk HEM zag, toen viel Johannes. Maar let op. Jezus laat hem daar niet liggen, Hij legde Zijn rechterhand op mij.
Dit was dezelfde hand die zo vaak zegenend op mensenlevens was gelegd. Een groot verschil was er wel, dat er in die hand nu een teken stond, het teken van de nagels van het kruis hadden immers deze handen en voeten doorboord. Maar toch, deze handen waren uitgestrekt tot moeders met hun kinderen, tot zieken, tot lammen en kreupelen, melaatsen werden door deze handen gereinigd, wind en zee, storm en gedruis werden stil waar Hij Zijn handen opheft. Gods rechterhand is hoog verheven, Gods rechterhand doet grote kracht.
Vrees niet: Ik ben de eerste en de laatste het begin en het einde, een ieder die in Mij gelooft zal leven, want Ik ben dood geweest, maar zie, Ik leef, en Hij legde Zijn rechterhand op mij… Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen.