Aan de Molendijk werden er bloemen gelegd bij het herdenkingspaneel.
Aan de Molendijk werden er bloemen gelegd bij het herdenkingspaneel. Foto:

Herdenking in Den Bommel: "De ramp is een litteken op je ziel"

DEN BOMMEL - Vrijdag 1 februari vond in Den Bommel de herdenking van de Watersnoodramp plaats op twee locaties. 's Middags bij het herdenkingspaneel aan de Molendijk en 's avonds in de Hervormde Kerk. Op deze plaats, waar zeven inwoners van Den Bommel zijn verdronken, was er gelegenheid om bloemen te leggen. Namens de Gemeente Goeree-Overflakkee waren wethouder Berend-Jan Bruggeman en Sandra Bouwer aanwezig. Ook de heer Theo Jacobs was aanwezig. Hij liep tijdens de Rampnacht mee met een groep mensen die door het water werd overvallen, hij is de enige die nu nog in leven is. Jan Zuijdijk vertelde wat hier in 1953 gebeurd is. Na een minuut stilte werden er bloemen gelegd.

Tekst en foto's: Jan Zuijdijk

's Avonds vond de herdenking plaats in de Hervormde Kerk. De heer Rien Bakelaar heette namens de Stichting Dorpsraad Den Bommel en Zuidzijde een ieder hartelijk welkom. Hij benoemde dat water en wind vriend en vijand zijn en dat we altijd waakzaam moeten blijven. Ook benoemde hij de activiteiten van de Stichting WO2GO, die herinneringsborden met informatie plaatst over de inundatie in het voorjaar van 1944, toen de Duitsers een groot deel van Flakkee onder water zetten. Namens de Gemeente Goeree-Overflakkee hield wethouder Berend-Jan Bruggeman een toespraak. Hij had als thema 'Als een dief in de nacht'. De Ramp had een verschrikkelijke impact op Flakkee, ook in Den Bommel. Er ontstond een stroomgat bij de Kaai in een zwakke plek in de dijk. Met man en macht is geprobeerd dit gat met zandzakken te dichten, wat niet is gelukt. Door het water zijn 12 inwoners van het dorp verdronken, negen in Den Bommel en drie in het buitengebied. Het gaf een enorm verdriet. Bruggeman sprak van respect voor diegenen die probeerden mensen te redden. Hoewel de werken van het Deltaplan tegenwoordig meer bescherming bieden dan vroeger, moeten we waakzaam blijven. Tegen natuurkrachten is niets opgewassen. Onderschat de kracht van de natuur niet. Het is goed dat de jeugd, met name de leden van de jeugdbrandweer, hierbij aanwezig zijn.

Vluchten naar zolder

De heer Theo Verkerke hield een indrukwekkend verhaal over de Rampnacht zoals hij die had beleefd. Theo was op 1 februari 1953 negen jaar en woonde met zijn ouders en drie jongere zusjes en een broertje aan de Groenendijk achter de molen in de polder. Zijn moeder lag toen in het ziekenhuis en zijn kleine broertje verbleef bij familie. Nadat zijn vader bij de dijk was gaan kijken, besloot hij dat ze zo snel mogelijk moesten vluchten. Vader met zijn jongste dochter in zijn handen en Theo met twee zusjes aan de hand tegen de storm. Echter, 20 meter van het huis verwijderd, zagen ze een wit schijnsel van water aankomen en zijn ze snel teruggekeerd naar hun huis. De buitendijk was doorgebroken. Terug in hun huis hadden ze al natte voeten. Het water stroomde hun huis in. Vader besliste dat ze snel naar de zolder moesten gaan. Het duurde niet lang voor ook daar het water kwam. Toen naar een verhoogde zolder, waar met enkele theekisten en een ladder een soort stellage werd gebouwd, waar ze met z'n vijven opzaten. Daar bleef het net droog. De storm gierde en het huis kreunde in al zijn voegen. Plots hoorden ze een donderend geraas . Het achterstuk van hun huis was ingestort en weggespoeld. Daar zaten ze dan midden in de koude nacht, in het pikkedonker, zonder eten en drinken, op een gammele zolder. De zolder, die zelfs met de deining van het water mee bewoog. Met de angst dat de rest van het huis het ook zou begeven. Bij het ochtendgloren zagen ze buiten een zee van water om zich heen. Wrakhout en huisraad spoelde weg. Theo zag ook zijn nieuwe mecanodoos, die hij voor Sinterklaas had gekregen, voorbij drijven. Vader en Theo hebben, hangend uit het open raam, uren gezwaaid met een in twee stukken gescheurd overhemd.

Na enkele uren kwam er een groep mannen aan over de zwaar beschadigde slaperdijk met ladders, planken en touwen. Vader slaagde er in een gat in het dak te maken. Eerst gingen de drie zusjes door het gat naar buiten, waar ze werden opgevangen en over een soort provisorisch loopbruggetje voetje voor voetje naar de Slaperdijk werden gebracht. Later volgden Theo en vader. Toen voorzichtig over het dijkje, wat zwaar beschadigd was, naar de Molendijk. Daar werden zij opgevangen door behulpzame mensen. Ze kregen eten en drinken en droge kleding. Enkele dagen later zijn ze met een binnenschip naar Rotterdam gevaren. Vader bleef in Den Bommel om te helpen bij herstelwerkzaamheden. Theo besloot met de woorden "De Ramp is een litteken op je ziel. De wond is genezen, maar het litteken blijft af en toe trekken."

Zo heeft hij als 9-jarig kind deze nacht beleefd, met een geweldige vader, die er alles aan deed om zijn gezin te redden en veilig terug te brengen naar de leefbare wereld. Ook was het mooi dat er mensen bereid waren je in deze moeilijke omstandigheden te helpen. Dat is een troostvolle en positieve gedachte! Tijdens dit emotionele verhaal was het muisstil in de kerk.

Onvoorstelbare kracht

Dominee De Borst hield een meditatie over Psalm 29:10, met als thema 'Gods majesteit in het onweer'. Hij memoreerde dat de Ramp in het geheugen staat gegrift van de ouderen. Met 12 slachtoffers in ons dorp. Hij vroeg: "Is het nog veilig met het smeltend ijs op de poolkappen en stijgende zeespiegel? Zijn de dijken van de Deltawerken hoog genoeg?" De conclusie is dat ook in 2019 de kracht van het water onvoorstelbaar groot is. Maar boven het water troont de Heere, aldus dominee. Hij heeft de storm en het water in Zijn macht.

Namen van slachtoffers

Het Sint Adolfskoor onder leiding van Jaap Huizer zong drie liederen, te weten: Scheepke onder Jezus hoede, De Zee en Abba Vader. Muzikaal begeleid door organist Matthijs Braber. Hierna werd een gedicht, recent geschreven door Corrie Hage-Huizer, voorgedragen door Jan Zuijdijk. Buiten bij het monument volgde de kranslegging. De leden van de jeugdbrandweer noemden de namen van de slachtoffers en legden bloemen. Wethouder Bruggeman legde samen met de jeugdbrandweer een krans namens de Gemeente Goeree-Overflakkee. Jan Meinster blies de 'Taptoe', waarna iedereen 1 minuut stilte in acht nam. Daarna werden er bloemen gelegd.

De heer Verkerke vertelde over hoe hij als negenjarige jongen de rampnacht heeft ervaren.
De leden van de jeugdbrandweer noemden de namen van de slachtoffers.