Alles uit je handen laten vallen

'En Hij zei: de tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen'. Mark. 1:15a

De eerste woorden die we in het Markusevangelie uit de mond van de Heere Christus horen. Het is zover. In Mij breekt het Koninkrijk van God door. Aan de oever van het meer van Genesareth zien we hoe de kracht van het Koninkrijk doorwerkt. Niet spectaculair; eerder sober en nederig. Maar tegelijk onweerstaanbaar.
Het lijkt een dag als alle dagen. Het water kabbelt met gretige golfjes aan de oever. De blauwe luchten spiegelen zich in het gladde meer. Iets verderop zijn twee mannen bezig met hun dagelijkse werk. Ze staan tot de knieën in het water; bezig met een net. Ze zijn vissers. Broers die op elkaar zijn ingewerkt. Petrus en Andreas. Zien ze de man die aan de oever loopt? Hij ziet die twee wel. Hij neemt ze op met Zijn ogen. Dat zijn ze dus. Zijn eerste twee discipelen.
Is dat niet wat voorbarig? Om dat te denken? Misschien willen Petrus en Andreas zijn leerlingen wel helemaal niet worden; hebben ze plannen om hun vissersbedrijf uit te breiden… Dan hebben ze zeker geen tijd om met de Heere mee te gaan.
We zouden het ons kunnen voorstellen. Onze dagen zijn (over)vol. Wij hebben zoveel verschillende verantwoordelijkheden. Een gezin, een drukke baan, de zorg voor een oude moeder; een bedrijf dat groeit; een studie die al onze aandacht vraagt… Waar moeten we de tijd vandaan halen?
Opvallend, wat zegt de Heere tegen Petrus en zijn broer? We moeten eens praten of jullie er wat in zien om mijn discipelen te worden? Of er ergens nog wat ruimte in jullie drukbezette leven zit?
Nee, niets daar van. Hij doet geen voorstel. Het is bijna een bevel. 'Kom achter Mij aan'. Jullie zijn nodig voor de voortgang van het Koninkrijk van God. De Koning legt beslag op hun leven.
En wat staat er? 'Ze lieten meteen hun netten achter en volgden Hem', Meteen. Ze laten alles uit hun handen vallen en volgen Hem. De netten liggen straks zo half in het water. De golven spelen er wat mee. Maar hoe moet dat dan? Hoe moet het met het eten? Met hun gezinnen? Met het visserijbedrijf? Hun toekomstplannen? Wonderlijk; we zeiden toch dat de kracht van het Koninkrijk van God doorzet? Die zien we hier werken.
Ze volgen Hem. Niet mopperend. Maar met blijdschap en verwondering.
Mooie geschiedenis, denkt u, of jij die deze regels toevallig leest, maar zo werkt het niet. Je hebt toch allerlei verantwoordelijkheden. Die kun je toch niet zo maar laten voor wat ze zijn? Hebt u het wel eens geprobeerd? En jij? Alles loslaten en achter Hem aangaan?
We doen het nooit; verschuilen ons achter duizend dingen.
Tot de kracht van het Koninkrijk ons raakt. De macht van Zijn Woord. Die ons lostrekt van alles dat ons bindt en boeit. Om verbaasd en nederig achter Hem aan te gaan. Dat Hij míj heeft geroepen. Niet verdiend en toch… Dan valt er veel te leren en af te leren. Heere Jezus, U moet nog zoveel geduld met me hebben, want ik begrijp U zo vaak niet. En ik vind het vaak zo moeilijk om U te volgen. Wilt U me vasthouden, zodat ik dicht bij U blijf? Geen eenvoudige weg. Wat zullen Petrus en Andreas nog meemaken?! En wij? Straks gaat Hij naar het kruis. En dat kruis tekent zich uit in hun levensgang. Wie die achter de Heere aankomt zou dat niet merken. In Syrië, waar christenen het land worden uitgejaagd. En wie hier niets van dat kruis ervaart, moet het nog maar eens nakijken. Maar let op Zijn woorden: 'Ik zal…'. Het Koninkrijk zet door. Hij roept, draagt, oefent en bewaart. In Hem hebben we het Leven voor ons.

G.C.K., Putten