Reacties op ontkerkelijking

Er gaan in Nederland steeds minder mensen naar de kerk. We noemen dit ontkerkelijking. Ook worden er kerken gesloten en afgebroken. Soms krijgt een kerkgebouw een andere bestemming. In ieder geval loopt het aantal mensen dat een kerk bezoekt steeds verder terug. De kerk is naar de rand van de samenleving gedrongen. Hoe reageren de kerken hierop?

Een eerste reactie is die van ontkenning. Sommigen denken dat het wel meevalt met de kerkverlating. De harde cijfers spreken echter een andere taal. In ruim 50 jaar tijd is Nederland een land zonder God geworden. Sommigen echter denken dat de godsdienstigheid wel is gebleven. Mensen kunnen bijvoorbeeld ook thuis in de Bijbel lezen of bidden. De godsdienst zonder kerk zou kunnen toenemen. Ongetwijfeld zullen er mensen zijn die zonder kerk toch wel iets hebben met de religie. Maar laten we ons hierop niet verkijken. Zonder kerk, zonder een dagelijks en wekelijks ritme stelt eigenlijk de godsdienstigheid niet veel voor. Wie wat thuis is in de Bijbel, die weet dat de Heere inzettingen heeft gegeven om Hem te dienen. In het Oude Testament is het offer en de samenkomst in de tempel. In het Nieuwe Testament is dat de samenkomst in de gemeente Gods. Zonder kerk zal het ten diepste niet gaan. Ontkenning heeft het karakter van weglopen voor de harde werkelijkheid. Helaas komt dat, denk ik, tamelijk veel voor.

Een andere reactie is om weg te trekken uit de plaatsen waar weinig meer van de kerk over is. Veel kerkmensen trekken naar de Veluwe of andere plekken in ons land om daar te gaan wonen. Het is tenslotte aangenaam om samen met gelijkgezinden te wonen, naar de kerk te gaan, te praten, enz. We zien die reactie in de reformatorische kring vrij massaal optreden. Steden als Rotterdam en Amsterdam kennen vrijwel geen reformatorische kerken meer. De mensen zijn gewoon weggetrokken. Dat wegtrekken is wel verklaarbaar, denk aan scholen en andere zaken, maar het is ook heel jammer. Het feit dat de grote kerk aan de Boezemsingel moest worden gesloopt, heeft denk ik veel te zeggen. Kennelijk kunnen we de moed niet meer opbrengen om als christen in een niet-christelijke omgeving te wonen en te werken. Wat daar ook van zij, het blijft jammer en de vraag is of het in het licht van de Schrift, ook onze roeping is. Paulus zegt nergens in zijn brieven dat de mensen maar weg moeten trekken uit de heidense steden waarin ze wonen. Hij spoort aan tot een vernieuwd leven, opdat de wereld levende voorbeelden zal hebben van oprecht christelijk geloof. De enige heilsboodschap in een verloren wereld. Laten we bedenken dat veel mensen de Bijbelse boodschap vaak alleen nog zien in het gedrag van kerkmensen. Daarom is het ook zo aangrijpend als kerkmensen rollend over de straat gaan. Dat is geen goed gerucht voor een verloren wereld.

Tenslotte kunnen we ook ronduit erkennen dat wij niet weten hoe we moeten reageren op de toenemend ontkerkelijking. De feiten zijn zo ingrijpend en het proces is zo omvangrijk, dat we niet goed weten hoe we erop moeten reageren. Paniek lijkt mij niet de goede weg. Berusten ook niet. Maar wat dan wel? Ach, dat weet, denk ik, niemand. Het proces gaat gewoon stap voor stap verder. Ook binnen de kerk zijn er steeds meer mensen die afhaken. Misschien moeten we maar gewoon leren onze handen en hoofden op te heffen naar God. Van Hem alleen kunnen antwoorden komen. En laten wij ondertussen getrouw zijn op de plaats waar de Heere ons heeft gesteld. Hier beneden is het niet. Dat is de taal die we maar steeds weer moeten leren. Ook aan het begin van het nieuwe jaar.

Ds. W. Visscher