Vragen over WOZ-waarde

GOEREE-OVERFLAKKEE - Het vrijstellen van duurzame voorzieningen in de OZB belastingverordening is een zeer arbeidsintensieve zaak met een beperkt effect. Dit temeer omdat de voorzieningen wel (integraal) meegenomen worden in de bepaling van de WOZ-waarde, die door de Rijksbelastingdienst wordt gebruikt voor de bepaling van het huurwaardeforfait.

Door Jaap Ruizeveld

Dit schrijft het college – samenvattend - als antwoord op vragen van de VVD-raadsfractie wat het beleid is in de gemeente voor particuliere woningbezitters en voor bedrijfs- en overheidsgebouwen. De VVD wijst daarbij op een publicatie van een rechterlijke uitspraak over zonnepanelen die tot het onroerend goed kunnen worden gerekend en dat zou de WOZ-waarde kunnen verhogen. Een meer structurele oplossing zou wellicht een tariefdifferentiatie kunnen zijn, gekoppeld aan het energielabel van de woning. Hiervoor is echter een wetswijziging van de Wet WOZ nodig, maar dat is ministerieel afgewezen. Een differentiatie zou op gespannen voet staan met de rechtsgrond en het karakter van de OZB en tot indirecte inkomsteneffecten kunnen leiden.

Geen vrijheid
De gemeente heeft geen vrijheid om te bepalen of zonnepanelen al of niet worden meegenomen in de bepaling van de WOZ-waarde. De eigendomssituatie is namelijk bepalend of zonnepanelen al of niet moeten worden meegenomen in de WOZ-waarde. Berust het eigendom bij de eigenaar van de woning, dan moet deze worden meegenomen in de waarde. Berust het eigendom bij een exploitant met een gevestigd recht dan wordt de waarde niet meegenomen in de woning. De gemeente neemt de waarde van de zonnepanelen echter niet specifiek mee in de waardering van de woning.