Afbeelding
Foto:

Wie oliebollen eet, verheerlijkt het slavernijverleden

Ik denk dat het z'n langste tijd gehad heeft, dat Oud en Nieuw vieren met de bijbehorende lekkernijen. Dat feesten wel vaker worden verpest door zielige figuren is bekend. Steeds meer moet Sinterklaas het af leggen tegen mensen die zich erdoor gekwetst voelen én verliest het feest van doorgeslagen politiek correctivisme. Sinterklaas en z'n gekleurde metgezel konden het dak op. Figuurlijk dan. Het slavernijverleden deed de (schijn)heiligman de das om. Maar dat is verder voer voor een andere column. Toen ik vanuit de trein mijn blik liet glijden over het mistige polderlandschap, sloot zich plots een koude hand om mijn hart. Oliebollen en appelbeignets zouden toch ook niet iets te maken hebben met slavernij? Mijn vettige vingers vlogen over het toetsenbord en ik dook de geschiedenis in. Verslagen las ik het volgende: "In de 17e eeuw kwamen er betere handelscontacten door de komst van het kolonialisme, en betere economische omstandigheden in het algemeen zorgden ervoor dat er meer en betere olijfolie kwam in de lage Nederlanden. Dit heeft tot gevolg gehad dat men meer olie kon gebruiken en het deeg dus de kans kreeg om een ronde vorm aan te nemen: de geboorte van de oliebol." En wie kolonialisme zegt, zegt slaven drijven. Onze vette, met rozijnen gepokte vrienden zijn mede mogelijk gemaakt door de VOC-mentaliteit uit de 17e eeuw! Na deze vreselijke ontdekking heb ik een half uur wezenloos voor mezelf uitgestaard. Hoe moet het nu verder? Heel m'n wereld ging ondersteboven. Ook de appelbeignets boden overigens geen mensvriendelijk soelaas: volgens een historische site schijnen Kruisvaarders een rol gespeeld te hebben in de verspreiding van het recept. Dan rest maar één alternatief. Dat wordt kruudplaetjes eten met Oud en Nieuw.