Vader op Francis Barnett 1931, in de Nieuwstraat.
Vader op Francis Barnett 1931, in de Nieuwstraat. Foto:

Geschiedenis van gemotoriseerd verkeer op het eiland, jeugdherinneringen (deel 7) Nachtelijk avontuur met T-Ford Pickup en een woonwagen

In deze serie over de geschiedenis van het gemotoriseerd verkeer op het eiland deze keer als leidraad foto's uit de albums van mijn vader. Weggestopt in een kast in de voorkamer lagen wat bruine 'jaren 30' fotoalbums, iedere foto had netjes een ondertitel in witte inkt. Vooral tijdens koude en donkere winteravonden haalde mijn vader deze oude fotoalbums voor de dag. Enig aandringen was daar overigens wel voor nodig, maar eenmaal gelukt dan volgden spannende uren met boeiende verhalen die mijn vader over die tijd kon vertellen. Door deze foto's en verhalen werd mijn belangstelling voor automobielen en hun historie gewekt.

Tekst: Bas de Voogd. Foto's: privécollectie.

In de zomer van 1959 bracht ik samen met mijn vader een bezoek aan het door Geerlig Riemer gestichte Nationaal Automobiel Museum in Driebergen. Dat bezoek maakte op mij als zesjarig jongetje diepe indruk. Er stonden in het museum zelfs auto's die in de 19e eeuw werden gebouwd. De collectie was gebaseerd op een aantal oude schichten, verzameld door de ANWB.

Een groot deel van de 'Riemer collectie' verhuisde in 1967 naar het welbekende Louwman Museum in Den Haag. Overigens een feest om te bezoeken.

Vader's eerste motorfietsrit maakte hij in 1930 op een toen al antieke Eijsink van Bas van Rumpt, handelaar uit Stad aan 't Haringvliet. Deze tocht was zo spannend dat het niet goed meer is vast te stellen waardoor het kwam, maar deze 'proefrit' eindigde tegen een loslopende koe.

Later volgde echter nog een aanvaring, want in de krant Onze Eilanden werd vermeld dat 6 september 1931 mijn vader ''op de Prinses Julianalaan tijdens een toertje het ongeluk had om tegen een boom te rijden, waarbij hij zich ernstig bezeerde.''

In het fotoalbum komen we een foto tegen uit de zomer van 1930 met mijn vader op een Motobecane, een licht Frans motorfietsje, aandrijving met een lange riem en zonder koppeling of versnellingsbak. Aantrappen dus, en op het juiste moment de décompressieklep sluiten. Omdat deze motorfiets voor serieus gebruik toch te licht bleek te zijn, kwam er al snel de iets zwaardere Francis Barnett. Op deze motorfiets werden vele kilometers gemaakt op Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten en zo nu en dan verder landinwaarts.

Valpartijen en behoefte aan meer comfort waren de aanleiding om in januari 1932 over te gaan tot de aanschaf van een automobiel. De keuze viel op de relatief snelle Fiat Balilla en omdat er in 1932 op ons eiland nog geen Fiat-dealer was, toog mijn vader naar de importeur in Amsterdam en schafte daar de Fiat Balilla aan, een automobiel met voor die tijd moderne hydraulische remmen. Maar behalve uitstekend remmen kon de Fiat nog beter roesten. Na zes jaar bleek de vloer volledig doorgeroest te zijn en het olieverbruik enorm gestegen. Hierdoor werd het besluit genomen om tot aankoop van een nieuwe Fiat Topolino over te gaan.

Woonwagenavontuur

Bij het zien van de foto's met de woonwagen raakte mijn vader dan helemaal in zijn element. Het volgende verhaal gaat daarover:

Omstreeks 1938 vatten mijn ouders het plan op om de weekeinden en vakanties dicht bij hun favoriete strand in Ouddorp door te brengen. Vakantiehuisjes en caravans waren nog niet dik gezaaid.
Na enig brainstormen kwam het idee op om een oude 'zigeuner woonwagen' te gaan zoeken en die op een terrein bij een boer in Ouddorp te plaatsen.
Zo gezegd zo gedaan. De hulp van dorpsgenoot Henkie van Aalst werd ingeroepen. Henkie was een klein, bultig mannetje en had jarenlang als paardenhandelaar door Europa getrokken, tussen de zigeuners geleefd en in logementen vertoefd. Zijn ervaringen hierover beschreef hij in het boek "Onder martiners en bietsers".
In een mum van tijd had Henkie in Brabant een geschikte woonwagen gevonden, per paard opgehaald en voor het huis van mijn ouders geparkeerd.

Het duurde echter niet lang of de lokale veldwachter maakte zijn opwachting met de mededeling dat je een woonwagen niet zomaar langs de openbare weg mocht parkeren. Zijn eis was dat de woonwagen nog vóór de volgende morgen weg moest zijn, desnoods maar naar het woonwagenkamp aan de rand van het dorp. Wat de veldwachter echter niet wist was het feit dat er al een afspraak was gemaakt met de boer van De Klepperstee in Ouddorp. Daar was een geschikte plaats voor de woonwagen gevonden. Er was nog een klein probleempje op te lossen. Het paard was niet meer beschikbaar en het Fiatje van vader was ongeschikt om als trekauto te dienen.
De immer inventieve Henkie bracht de oplossing: "We kunnen de T-Ford Pickup van Smederij Nieuwland wel gebruiken en brengen de woonwagen vannacht al naar Ouddorp".

Na goedkeuring door Nieuwland, maar wel met de eis dat Henkie zelf het konvooi diende te besturen, werd de auto voor de woonwagen gezet en de trekbomen, waar normaal gesproken een paard tussen loopt, werden met touw vastgebonden op de houten laadbak van de Ford. Twee mannen, waaronder mijn vader, namen plaats op de bok om de remmen van de woonwagen, indien nodig, te bedienen. Door de pikdonkere nacht kon de tocht naar Ouddorp beginnen.

Onderweg vielen de beide mannen op de bok van de woonwagen in slaap en toen de combinatie de steile helling bij de Kaai van Dirksland afreed, richting Winterstraat, ging het helemaal mis. Henkie dacht er goed aan te doen eens flink op de remmen van de Ford te trappen. Maar omdat er op de bok niet geremd werd duwde de zware woonwagen de oude T-Ford sneller en sneller naar beneden, waardoor het oude beestje begon te slingeren. Het volgende moment raakten de touwen waarmee de trekbomen aan de laadbak vast zaten los. Het gevolg was dat deze de cabine van de T-Ford in schoten, onder de zitting van de bestuurder en Henkie werd dus als het ware met bank en al gelanceerd en zat klem tegen het dak van de cabine. Omdat sturen voor Henkie onmogelijk was geworden zat er voor hem niets anders op dan keihard te gillen. En zo denderde het onbestuurbare konvooi de nachtelijke Winterstraat in en kwam al snel tegen een muur tot stilstand.

Omwonenden, die door het enorme kabaal uit hun slaap waren gerukt, waren al snel ter plekke om Henkie uit zijn benarde positie te bevrijden. De 'remmers' die op de bok van de woonwagen in slaap waren gevallen en daardoor jammerlijk hadden gefaald, waren inmiddels ook klaarwakker omdat ze door de klap van de bok waren gevallen. Gelukkig vielen de verwondingen mee en toen na het rechtbuigen van de spatborden van de T-Ford, de woonwagen opnieuw was vastgemaakt, kon de reis naar Ouddorp zonder verdere incidenten worden volbracht. Eenmaal op De Klepperstee aangekomen werd de woonwagen met vereende krachten op zijn plaats geduwd en kon met het opknappen worden begonnen.

Mei 1940

Voor de Fiat Topolino werd in de meidagen van 1940, eveneens op De Klepperstee, een veilige plek gevonden en wel onder oude zeilen en takken zodat de auto voor de binnenvallende bezetter verborgen bleef. Door de schaarste aan benzine was het voortaan fietsen naar Ouddorp.

In de nacht van 1 op 2 juli 1940 was vanaf De Klepperstee te zien hoe een Duitse jager een Engelse bommenwerper achterna zat en korte tijd later was ook daar de bominslag te Middelharnis goed te zien en te horen. Drie doden en vele gewonden waren te betreuren. Ook de schade aan huizen was groot.

Al snel bleek dat de oorlog langer zou gaan duren en mijn vader besloot de Fiat te verkopen aan een arts die op dat moment nog wel over benzine kon beschikken.

Een paar maanden later werd de woonwagen verkocht en hiermee kwam een onverwacht eind van dit avontuur.


Serie Gemotoriseerd verkeer

Eilanden-Nieuws publiceert periodiek verhalen over de geschiedenis van het gemotoriseerd verkeer op Goeree-Overflakkee. Onder andere de eerste kentekenplaten, het eerste gemotoriseerde verkeer en de garages in vroeger tijden komen aan de orde. De artikelen worden geschreven door Bas de Voogd, die zich hobbymatig verdiept in dit thema. Mensen die historische foto van auto's of autobedrijven op het eiland beschikbaar willen stellen kunnen contact opnemen via b.voogd5@chello.nl. Dit e-mailadres kan ook worden gebruikt om te reageren op de artikelen.

Vader op Motobecane, augustus 1930, Louis Bouwmeesterplein.
Fiat Balilla 1932 voor pas gemetselde garage, Louis Bouwmeesterplein, Middelharnis.
Vader en Balilla.
Balilla.
Team wat hielp om de woonwagen in Ouddorp te krijgen voor de Ford van Nieuwland. Henk van Aalst 2e van rechts.
Opknapbeurt van de woonwagen.
Kommer van der Wende met echtgenote Beth en geit op bezoek bij mijn ouders.
Bezoek met de fiets.
Zomer 1938 op de Klepperstee.
Fiat Topolino naast de woonwagen.
Woonwagen op zijn kant in 1939 om extra bergruimte te maken.
Woonwagen op zijn kant in 1939 om extra bergruimte te maken.
Op weg naar een andere plaatsje.
Tijdens de zomer van 1939.
Tijdens de zomer van 1939.
De woonwagen in 1940.
Fiat verstopt onder takken en zeilen. Rechter voorwiel nog net zichtbaar.