André Koudstaal.
André Koudstaal. Foto: Mirjam van der Boom

Eilandelijke ondernemers (2): André Koudstaal

'To bee or not tot bee'

De liefde voor de bijen zat er al vroeg in: op zijn veertiende hield André Koudstaal, oud-eigenaar en oprichter van Maître André in Oude-Tonge, al bijen in zijn tuintje in Rotterdam-Zuid. Het maken van de behuizing voor deze beestjes volgde een jaar later. Deze kastjes zijn nu het handelsmerk van Het Bijenhuis in Wageningen, dat de voormalig traiteur twee jaar geleden nieuw leven inblies. Zijn doel is duidelijk: het beschermen van de bij, die zo belangrijk is voor onze biodiversiteit. "Geen bijen, geen voedsel, geen gras", stelt André, die de échte Hollandse honing wil vermarkten én de schooljeugd een stukje educatie wil meegeven.

Wat veel mensen volgens André niet weten is dat de honing die wordt geïmporteerd uit China en die in onze supermarkten te koop is, veelal 'sjoemelhoning' is. Deze sjoemelhoning bestaat soms wel voor 80 procent uit bietenglucose, omdat er suikerwater aan de bijen wordt gevoerd. De bevlogen bijen-ondernemer wil met zijn puur Hollandse honing de consument vooral de oorspronkelijke unieke smaak van honing bieden.
Dat alleen is niet André's missie geworden nadat hij in 2010 Maître André verkocht. Wat hij vooral ook ambieert, is de schooljeugd bereiken en hen het belang van het voortbestaan van de Nederlandse bij bijbrengen. Want zoals algemeen bekend wordt de bij met uitsterven bedreigd door het toenemend gebruik van pesticiden. In Nederland zijn als gevolg daarvan 320 insectensoorten bedreigd in hun voortbestaan.

Bestuiving

De rol van het diertje is van dermate belang dat het bezige bijtje voor maar liefst 85 procent van de bestuiving zorgt, de rest wordt verzorgd door overige insecten. Bij de overwintering van de bijenkolonie – van november tot april – is honing nodig. Daarvoor bezoeken de bijen bloemen en vindt bestuiving plaats. Dat stuifmeel gaat mee aan de poten als ze op de stamper nectar uit de bloem halen."Graszaad moet ook ergens vandaan komen", zegt André. "De bijen worden ingezet voor de bestuiving daarvan. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld radijs- en uienzaad." Met Het Bijenhuis en de bijenkasten die er worden gemaakt, onder meer door mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt, hoopt André hier een belangrijke bijdrage aan te kunnen leveren. Niet in de laatste plaats ook aan het behoud van de 8000 imkers.
Zo staan in de tuin van Het Bijenhuis 85 bijenkasten om de behuizing van de bijen blijvend te borgen. Ook bedrijven kunnen een dergelijke kast kopen of adopteren. Er zijn al tientallen ondernemers die een bijenkast adopteren voor een euro per dag. De kasten worden geverfd in de kleuren en het logo van het bedrijf. In de bijentuin in Wageningen worden deze gebruikt voor educatie en kunnen de bezoekers uitleg krijgen en de kasten bekijken.

Het lééft

Ook Flakkeese bedrijven als Visser & Visser, De Vogel Adviesgroep, Auto Wisse en de Rabobank adopteren bijenvolken. Elk bijenvolk betekent 50.000 ambassadeurs voor het bedrijf. De Rabobank plaatst bijenvolken in Sommelsdijk en ook bij de Mèkkerstee en bij een fruitteler in de Hoekse Waard. Deze kasten worden verzorgd door imkers. "Het lééft bij bedrijven, ze doen hiermee iets voor de natuur. En ze ontvangen een mooi certificaat van ons. De kast moet een sieraad zijn. Ook verzorgen we potjes honing met een eigen bedrijfslogo erop."Behalve de bedrijven zijn het de toeristen, verenigingen en vooral de scholen die betrokken worden bij de bij. Zo is het educatieve project 'Red de bij' uitgerold. "Vooral kinderen uit de stad hebben vaak geen idee waar een bij vandaan komt en het belang van dit insect. Zij leren in dit project, dat vijftien lessen beslaat, hoe ze een korf kunnen maken. Ook doen ze kennis op over het verschil tussen honing en suiker bijvoorbeeld."
Maar ook een compleet verzorgd schoolreisje behoort tot de mogelijkheden. "Kinderen moeten iets kunnen beleven. Daar zorgen we voor. Zo kunnen ze een raampje met bijen vasthouden, een waskaars maken en de verschillende smaken honing proeven. In vier uur tijd leren ze veel en worden ze na afloop weer netjes thuisgebracht. Voor een school uit Amsterdam is dat maar een uurtje rijden."
André heeft in korte tijd Het Bijenhuis zó op- en uitgebouwd dat alle diensten binnen het bijenproces intern zijn geïntegreerd. In de achtertuin ligt bovendien de Universiteit van Wageningen, waar onderzoek plaatsvindt, midden in het hart van de agrarische wereld. "Een mooiere locatie kun je je niet wensen", zegt André. "We hebben de winkel, de ruimte waar de wasverwerking plaatsvindt, de timmerwerkplaats, de moderne honingverwerking en de educatieve tuin vanaf de grond af aan opnieuw opgebouwd."

Gewoon doén

Het ondernemen is en blijft in André's bloed vanaf zijn tienerjaren, toen hij op zijn fietsje langs boerderijen ging om de bijen voor bestuiving aan de boeren te verhuren. "Om goed te kunnen ondernemen moet je voor 50 procent commercieel zijn en voor 50 procent creatief. Volledig commercieel ga je niet redden, je moet mensen ook zien te motiveren. Dat was de grote kracht achter Maître André: mensen zetten er dag en nacht de schouders onder, omdat ze zich gezien voelden. Ik had ook een heel goed managementteam. We hebben het echt sámen gedaan, alleen lukt dat nooit."
Zelf blijft de ondernemer in hart en nieren ook met zijn nieuwe 'hobby' elke dag in de weer met steeds weer nieuwe ideeën. "In de tijd van Maître André mocht je, omdat het goed ging, ook wel eens wat fout doen. En ja, zwarte sneeuw hebben we toen ook gezien. Maître André is vooral een succes geworden omdat we altijd op tijd leverden en betaalden en met onze leveranciers en afnemers goede afspraken maakten. Ondernemen is feitelijk gewoon doén, soms komen kansen op je pad en die pak je of die pak je niet."


Tekst en fotografie: Mirjam van der Boom

Afbeelding
Afbeelding