Ik mag niet klagen dokter, maar ik doe het zo graag

Toen ik jong was, hadden we een oude, wijze huisarts. Geen lachebekje, een ernstige man in een imposante spreekkamer. Toch stond hij er bekend om dat hij zijn patiƫnten uitlachte. Ik heb het een keer meegemaakt toen ik mijn arm had gebroken op het speelplein. 'Gekneusd?', vroeg mijn vader ongerust. 'Hahaha, welnee. Gebroken!', grinnikte hij.

Bij nader inzien, snap ik dat hij het best goed bedoelde. Hij lachte de mensen niet uit; hij probeerde hen gerust te stellen. Ik heb al mijn opleiders hetzelfde zien doen. Hoe stel je mensen gerust? Door met ze te lachen! Als de dokter moet lachen, zal het wel meevallen met je kwaal. Zoals met alles in het leven, is het met ziekte zo dat een grap het draaglijker maakt. Als je erom kan lachen, is het allemaal al een stuk minder heftig. Dat doen artsen niet bewust, het is een reflex. Je wil het huilende kereltje en zijn geschrokken vader in een wat ontspannener toestand brengen. Een botbreuk komt ook weer goed en je wil dat ze dat voelen. Als jij niet in paniek bent, hoeven zij dat ook niet te zijn. Uiteraard komt dat soms wat apart over, maar het komt uit een goed hart.

Ik ben ook zo. Ik probeer een niet-bedreigende sfeer te scheppen met een vriendelijke glimlach of een flauw grapje. De mensen zijn al zo bezorgd en een spreekuur is al zo een ongebruikelijke omstandigheid voor hen. Hoe maak je dat zo normaal mogelijk? Met een lach. Wie lacht, weet dat hij zichzelf kan zijn. Lachen ontwapent en ontharnast. Natuurlijk is geneeskunde een ernstige zaak en natuurlijk komen de mensen niet voor de grap bij de dokter. Maar een dokter die grinnikt om je klachten, lacht je niet uit. Hij probeert een gevoel over te brengen.

In de tijd dat ik met gips en een mitella naar school ging, was ik een klein beetje verliefd op mijn juf. Mevrouw James eindigde iedere les met dezelfde levenswijsheid: 'Altijd blijven lachen, want dan word je honderd.' En ze had gelijk. Lachen is een efficiƫnt geneesmiddel zonder riskante bijwerkingen. Lachen is relativeren en probleemoplossen tegelijk. En het is ontzettend menselijk. Ik heb ontdekt dat mensen tot het allerlaatst toe gevoel voor humor behouden. Mijn oma vond haar ziekte van Parkinson zelf een onuitputtelijke bron van humor. Koffie graag, ik drink vooral uit het schoteltje. Altijd blijven lachen, want dan word je honderd.