Herinnering

Op bezoek bij mijn oma in Sommelsdijk of bij mijn opa in Ouddorp hoopte ik altijd dat we met de stoomboot gingen vanuit Hellevoetsluis. Eerst gingen we met de trein vanuit Delft naar Rotterdam en dan met de 'IJzeren Moordenaar' naar Hellevoetsluis. Vervolgens de stoomboot! Groot was mijn teleurstelling als we met de 'Haringvliet' de oversteek maakten: die had geen stokers die je de kolen op het vuur kon zien scheppen.

Bij mijn oudtante, tante Grietje/Klaasje/Pietje/Krijntje (ik weet het echt niet meer), in Ouddorp was ik voor het eerst in mijn leven dronken. Tante vroeg aan mijn moeder, bij wie ik als baby op schoot zat: 'Mag'n oak wat hae?' Dat mocht. Rozijntjes op sap. Nou, die gingen erin! M'n kop werd steeds roder en ik maakte vreemde smakgeluiden. Bleken die dingen op brandewijn te staan. Later, toen ik net kon lezen, bewonderde ik bij haar in de gang de ingelijste gravure van 'De brede en de smalle weg'. Tot mijn schrik stond daar een café op en een trein. Een zondagstrein weliswaar, maar toch een trein. Met dat vervoermiddel hadden we ons verplaatst en dat café… Ik had net chocomel gekregen in de wachtruimte van de RTM aan de Rosestraat, waar ook bier werd geschonken, door een ober in een wit jasje met een enorme bult. 'Daar bewaart hij de bierviltjes in', zei mijn vader.

In Sommelsdijk naar oma, naar het 'Steetje van Van der Meijde' aan de Molenweg. Aanbellen en dan het vaste ritueel: 'Tsjoe, tsjoe, bel, bel, bin joe ut mien kind!'. Oom Kees die je op de aardappelsorteermachine zette en met een breipen door het gespannen behang prikte als daarachter een muis zich bewoog. De zolder waarop je tegen de panlatten en de pannen aankeek en in de kerstvakantie stuifsneeuw op je deken ontdekte.

's Zomers naar een huisje van Keesje Bok in Ouddorp. Voor het optimale eilandgevoel. In the middle of nowhere, waar je water, dat smaakte naar ijzer, op moest pompen en waar mijn moeder de stad zo miste en het liefst met de door van Gend & Loos vanuit Delft afgeleverde huisraad terug was gereisd en pa met zijn vogelgids vreemde vogels spotte. En dan 's avonds het strijklicht van de vuurtoren over je bed en bij mist het geluid van een brulboei.

En dan weer terug naar Delft. Met een in Ouddorp gekochte hond van onbestemd ras, die midden in het gangpad van de tram voelde dat hij uit een zeer besloten gemeenschap werd weggerukt en spontaan aan de dunne ging…

't Was mooi.

André Kastelein
a.kastelein3@kpnplanet.nl