Afbeelding
Foto:

Jan Douwes: "Zwemmen is iets waar je je leven lang plezier van hebt"

Jan Douwes (1942) is al jaren met pensioen, maar hij werkte jarenlang als badmeester. Hij liep eerst stage in Middelharnis. In Ooltgensplaat kreeg hij zijn eerste baan als badmeester, voordat hij in 1974 in het toen net geopende zwembad in Dirksland terecht kwam. "Het was eigenlijk helemaal niet de bedoeling dat ik zweminstructeur zou worden. Ik zat bij het Korps Mariniers en was uitgezonden geweest naar Nieuw-Guinea. Door mijn toenmalige vrouw kwam ik toen op Goeree-Overflakkee terecht. Voordat ik werd uitgezonden, was ik huisschilder. Dat werd ik weer in Melissant bij Willem de Vogel. In mijn vrije tijd zwom ik, wij allemaal in de familie. Ik werd door iemand attent gemaakt op een cursus zwemonderwijs op Flakkee. Als je 25 meter onder water kon zwemmen, werd je aangenomen. Ik zwom 50 meter onder water, dus ik wist dat me dat moest lukken. Achteraf vraag je je wel af: waarom waren er geen andere criteria? Om badmeester te worden is omgaan met mensen en lesstof overbrengen toch ook van belang? Raar, want daar werd niet naar gekeken."

Gemeenschapszin

Douwes slaagde met vlag en wimpel voor de cursus. Zijn eerste echte aanstelling als badmeester-instructeur was in 1973 bij zwembad De Singel in Ooltgensplaat. Als assistent-badmeester kon hij in 1974 aan de slag in het toen net nieuw geopende zwembad De Gooye in Dirksland. Vijf jaar eerder was er door een aantal particulieren de Stichting Zwembad Dirksland opgericht. Dirksland, maar ook de omliggende dorpen, telden veel zwemmers en er werd geconstateerd dat er veel behoefte was aan een verwarmd overdekt zwembad. Het zou een lang traject worden, maar het zwembad kwam er. Nog voor de vergunning voor de bouw was verstrekt, kwam er een actiegroep, die met de leus 'Help ons het water in' er alles aan deed fondsen te werven. Honderddertigduizend gulden moest er bijeengebracht worden. Het lukte door allerhande acties. Eilanden-Nieuws schreef in 1974 bij de opening van het zwembad, dat de totstandkoming van het zwembad van Dirksland een bolwerk was van gemeenschapszin. Toen de hoofdbadmeester vertrok, volgde Douwes hem later op.

Watervrij

"Ik zag ooit eens een zweminstructrice het hoofd van een kind dat bang was onder water duwen. Ik was en ben ervan overtuigd dat dat niet de manier was om een kind 'watervrij' te maken. Je moet ze juist vertrouwen geven. Er was eens een jongetje dat iedere keer anderen in de rij liet voorgaan. Op een gegeven moment begon het me op te vallen dat hij tijdens de les nauwelijks aan de beurt kwam. Toen moest hij van het startblok het water in. Hij durfde niet. Ik stond in mijn kleding aan de kant en heb toen voorgesteld samen te gaan. Hij moet gedacht hebben dat ik gek was. Maar ik deed het, met kleding en al. Het heeft hem wel over de streep getrokken. Weet je dat hij later zelfs duikinstructeur in Zuid-Frankrijk is geworden?" Sommige kinderen zijn zo bang als ze het water in moeten, dat ze gaan huilen. Als oudste uit een gezin met negen kinderen, leerde hij van zijn moeder hoe je een kind kunt troosten. "Hele kleintjes, bij het babyzwemmen, hield ik tegen me aan en wiegde ik een beetje heen en weer. Waren ze groter, dan nam ik ze op schoot en probeerde ik met ze te praten. Dat hoef je nu niet meer te doen. Dat kan niet meer, dan zit je meteen in de problemen." Bij de jongere groepen stond ik bij de lessen ook altijd zelf in het water. Weke voeten kreeg ik van al die uren in het water. Ik heb dertien maal de Nijmeegse Vierdaagse gelopen en zes maal de Omloop, maar ik kan je zeggen, dat valt niet mee met weke voeten."

Ongeduldig

Ongelooflijk vindt hij het, de berichten die de laatste tijd in de media verschijnen over vrouwen die door groepen jongeren worden lastiggevallen in zwembaden. "Mensen zijn gek aan het worden. Dat doe je gewoon niet. Je valt niemand lastig. Maar vroeger luisterden ze nog naar je, als je waarschuwde. Wie vervelend werd, zette ik eruit en die kwam er niet meer in. Natuurlijk mochten ze een bommetje maken, maar niet als anderen er last van hadden." Ook de berichten, dat er nog nooit zoveel verdrinkingsdoden zijn geweest als het afgelopen jaar verontrusten hem. Door immigratie heeft Nederland steeds meer inwoners die zwemmen niet meer met de paplepel ingegoten hebben gekregen. Als je zelf nooit hebt leren zwemmen, is de stap om je kinderen op zwemles te doen ook groter. Wie niet kan zwemmen, loopt een groter risico te verdrinken als hij te water raakt. Schoolzwemmen was altijd een verplicht onderdeel van het lesprogramma op de basisschool. Dat is in 1985 afgeschaft. Steeds minder scholen bieden daarom schoolzwemmen aan. Kinderen leren zwemmen is de verantwoordelijkheid van de ouders, was het idee. Jan vervolgt: "Tegenwoordig hebben kinderen het druk. Ze moeten van hun ouders naar hockey, naar tennis of naar andere sporten en hobby's. Zwemmen, dat moet vaak tussendoor. Dat is jammer. Zwemmen is iets waar je je leven lang plezier van hebt. Ouders zijn bovendien ongeduldig. Wanneer kunnen ze dit? Wanneer kunnen ze dat? In mijn tijd mocht een kind afzwemmen als het daar rijp voor was. Nu zie je wel eens dat, onder druk van ouders, instructeurs zwichten om maar van de ouders af te zijn en kinderen toch laten opgaan voor hun diploma. Dat is niet goed voor de kwaliteit van het zwemonderwijs. Bovendien moedigt die instelling van de ouders kinderen niet aan later voor hun plezier te gaan zwemmen bij een zwemclub."

Kwaliteit

Het zwemonderwijs is door de jaren heen nogal veranderd. "Het is lastig om uit te leggen wat er nu anders is. Tegenwoordig staat 'spelenderwijs' centraal bij de lessen. Kinderen door het water krabbelen en spetteren, als ze het maar leuk vinden. Kinderen vonden zwemmen vroeger óók leuk, maar wij leerden ze wel de juiste techniek. Bij de borstcrawl bijvoorbeeld, armen netjes doorhalen, het hoofd door het water en tussendoor ademhalen. Ik kreeg vaak complimenten dat 'mijn kinderen' zo mooi zwommen. Bij het onderwaterzwemmen vond ik het leuk om een wedstrijdelement in te voegen. Zo maak je zelf je werk ook leuker. Persoonlijke aandacht vond ik ook belangrijk. Ik wilde elk kind bij naam kennen. Het viel niet mee ze allemaal te onthouden, hoor. Ik zette ze naast elkaar op een bank en liet ze na elkaar hun naam zeggen, soms moest dat wel een keer of vier voor ik ze wist. Instructeurs moeten tegenwoordig wel veel meer papieren invullen dan wij vroeger. Er zijn steeds meer regels bijgekomen. Vroeger stuurde de Nationale Raad van de Zwemdiploma's bij het diplomazwemmen altijd inspecteurs ter controle. Nu gebeurt dat nog maar sporadisch. De aandacht gaat nu, heb ik soms het idee, meer uit naar de kwaliteit van de opleiding en de instructeurs en niet zozeer naar de zwemkwaliteit van de kinderen die de zwemlessen volgen."

Scooter

Na zijn tijd in Dirksland is Jan Douwes tot aan zijn pensioen nog vele jaren in Bruinisse badmeester en zweminstructeur geweest bij zwembad 't Aquarium. Maar eens een badmeester, altijd een badmeester. Jan lacht: "Ik let altijd op. Nog steeds, overal. Ik zie alles. Thuis let ik bijvoorbeeld op of mijn teckels niet in de vijver vallen. De rand is veel te hoog, die komen er dan nooit meer uit. Na al die jaren opletten is het een tweede natuur geworden. Je hebt overal oren en ogen." Ook zijn ervaring bij het Korps Mariniers kwam hem in het zwembad goed van pas. "Je bent dan getraind op crisissituaties. Als anderen bij problemen zenuwachtig worden, dan ben ik rustig." Jan zwemt nog steeds graag. Hij gaat dan met zijn jachthond op de scooter naar de Grevelingen. "We nemen dan samen een duik. Ik doe dat geregeld. Ik heb ook een zwembad in de tuin. Dat is niet zo groot, ik kan er geen baantjes in trekken, maar ik vind het heerlijk om er met warme dagen met mijn stoel middenin te gaan zitten!"