Motte-grondlegger Olivier na 50 jaar bestuurslid af
MIDDELHARNIS – Hij is een van de grondleggers van De Motte en hij is vanaf het begin in 1969 bestuurslid geweest van de archeologische (later historische) vereniging op Goeree-Overflakkee. Donderdag 11 april kwam er een eind aan een tijdperk: Rias Olivier trad terug uit het bestuur. Maar hij blijft wel gewoon publiceren en aardewerkvondsten determineren en conserveren.
Door Kees van Rixoort
Voor Olivier waren er veel mooie woorden tijdens de ledenvergadering van De Motte. Voorzitter Arjen Diepenhorst noemde hem een inspirator van de vereniging en de schatbewaarder van de schatkamer in Achter de Sjoel, de plek waar het determineren, beschrijven, restaureren en conserveren van aardewerkvondsten plaatsvindt. "Er is enorm veel kennis opgedaan over de archeologie, met name die op Goeree-Overflakkee", aldus Diepenhorst, die daaraan toevoegde dat dit van onschatbare waarde is.
Mathijs Witte, sinds twee jaar beleidsambtenaar cultuur en erfgoed van de gemeente Goeree-Overflakkee, beaamde dat. "Ik ben diep onder de indruk van wat de vereniging doet. Ik zie veel passie voor de geschiedenis van het eiland. Heel bijzonder wat je hebt neergezet, Rias: het op waarde schatten van vondsten en het plaatsen daarvan in een historische context."
Olivier reageerde met de opmerking dat hij het normaal vond om te doen en dat hij altijd erg heeft genoten van het werk in de vereniging. "We zijn vijftig jaar geleden begonnen met niets en nu is het een bloeiend geheel. Ik hoop dat De Motte over vijftig jaar het honderdjarig bestaan mag vieren." Het scheidende bestuurslid ontving het erelidmaatschap en het erevoorzitterschap van de vereniging, naast diverse cadeaus, waaronder een negentiende-eeuwse kaart van Ouddorp, waar alles begon: hier stond het mottekasteel, waarnaar de vereniging is vernoemd, en voor de kust ligt de Ouwe Waerelt, de titel van het tijdschrift van De Motte.
Berwoutsmoer
Na alle mooie woorden en de 'pakjesavond' hield Rias Olivier een voordracht over Berwoutsmoer. Tussen 1980 en 1987 hebben leden van De Motte deze nederzetting uit de dertiende en veertiende eeuw onderzocht. "Het was geen simpele boerennederzetting, maar een dorp met een enorme welvaart", zei Olivier over wat De Motte aantrof in het Volkerak nabij Fort Prins Frederik te Ooltgensplaat.
Later dit jaar, op 4 oktober, verschijnt Oliviers boek 'Boeren in Berwoutsmoer, 1200-1400'. De Motte geeft het uit ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan.