Er staat een schaap midden op de weg

Als politieagent ben je eigenlijk van alle markten thuis. Ik zeg altijd: 'Van niets weten we alles, maar van alles weten we wel iets'. In de Rotterdamse meldkamer, waar ik vijf jaar heb gewerkt, maak je de gekste dingen mee. Mensen gaan werkelijk voor van alles naar de politie. Op een dag was ik aan het werk in de meldkamer en nam de 112-telefoon op. Een man die wat onduidelijk praatte probeerde mij iets te vertellen over een Chinees. Na een minuut of twee onverstaanbaar gehakkel en gestotter stopte zijn verhaal abrupt, ik denk dat de telefoon uit zijn handen werd gerukt. Zijn vrouw nam het gesprek over en liet mij in onvervalst Rotterdams weten dat: "haar vent een tia had gehad en het allemaal niet zo best meer kon verwoorden. Maar het kwam er op neer dat ze Chinees hadden besteld en dat het nu al de tweede keer was dat er geen vlees in de nasi zat. Dat wij toch maar als de sodemieter die tent moesten gaan sluiten, want daar deugde natuurlijk geen moer van." Na de vrouw plechtig te beloven om er serieus werk van te maken, maar dat ik niets kon beloven, heb ik de verbinding verbroken.

Breker: Stevig vasthoudend aan de wol…

Dieren is ook zoiets waar wij als politie in gespecialiseerd zijn. Loslopende dieren vooral. Van de kleinste reptielen tot serieuze olifanten. Maar het meest zijn het wel loslopende schapen, denk ik. Zo hebben we een keer aan de Bekadeweg in Sommelsdijk een melding gehad van een losgebroken schaap. Ter plaatse aangekomen stond daar inderdaad midden op de weg een schaap naar ons te staren. Na wat verwoede, maar mislukte pogingen om het schaap in het nauw te drijven, besloten we om met de bus voorbij het schaap te rijden om hem in te kunnen sluiten. Mijn collega zat achter het stuur, ik zat in geopende schuifdeur. Het schaap rende met de bus mee, toen we ernaast reden kreeg ik een plotselinge ingeving en sprong ik op de rug van het schaap. Stevig vasthoudend aan de wol, uiteraard met mijn beide benen op de grond, wist ik het schaap te stoppen. Mijn collega en ik hebben het schaap samen over het hek getild. Het schaapje zat weer op het droge en wij reden, hikkend van de lach, terug naar het bureau.