Afbeelding
Foto:

Windmolens grootste bedreiging voor visserij

De huidige situatie in de visserij – vergelijk met andere tijden - noemt Bram Tanis "florissant". Samen met zijn broer Jan leidt hij het familiebedrijf van de GO 37, terwijl de 'volgende generatie' Peter en Hans, zoons van respectievelijk Bram en Jan, met de pulskotter op zee zijn. Maar hij tekent wel dat "vissen is nooit gemakkelijk geweest en er waren altijd wel problemen, maar daar moet een goede visser op voorbereid zijn en tijdig de koers kunnen verleggen".

Tekst en foto: Adri van der Laan

Hoewel er zich regelmatig donkere wolken samenpakken boven de Nederlandse visserij, blijkt uit het gesprek met Bram Tanis dat hij zeker niet pessimistisch is en dat komt ook wel doordat de familie Tanis op een economisch goed jaar terug kan kijken. Goede vangsten en redelijke brandstofprijzen hebben er mede voor gezorgd dat 2018 een goed jaar is geweest voor de mensen van de GO 37.

Als we Bram naar zijn toekomstverwachting vragen voor de visserij, noemt hij verschillende zaken die de visserij kunnen bedreigen. Zo kijkt hij, evenals veel collega vissers, met enige spanning naar de discussie rondom de pulsvisserij in het Europese Parlement. Het zou goed kunnen dat 'Europa' naar aanleiding van het negatieve rapport van de Franse milieuorganisatie Bloom, de pulsvisserij met een verbod gaat treffen. De Goereese visser vindt dit onbegrijpelijk. Hij ontkent dat jonge visjes geëlektrocuteerd zouden worden en de vis wordt beschadigd door de pulsvisserij. Een verbod van deze vorm van visserij zou een grote financiële strop zijn voor het familiebedrijf, want dan zal men weer terug moeten naar de 'wekkers'. Een methode die veel meer impact heeft op de zeebodem dan de pulsvisserij, zo verzekert Bram Tanis. Maar erger is volgens hem de zwaardere belasting voor het milieu, want de emissie-uitstoot zal veel groter zijn omdat men met de oude vismethode veel meer brandstof verbruikt. "Met de 'wekkers' verstoken we 30 á 35 ton brandstof per week en met de puls maar 15 ton". De familie, die één van de eerste van de Goereese vissers was die ongeveer vijf jaar geleden overging naar de pulsvisserij, volgt de discussie in Brussel dan ook nauwgezet.

"Maar", zo verzucht Bram Tanis, "ik vis nu ongeveer veertig jaar en er zijn altijd wel problemen in de visserij geweest". Zo noemt hij de invoering van de quotering, waardoor de visserij aan strenge eisen werd gebonden. Dan waren er de zeer hoge brandstofprijzen van een aantal jaren geleden, waarbij volgens Bram de weekbesomming bijna geheel besteed werd aan de brandstofprijzen. Deze twee 'problemen' waren er de oorzaak van dat veel familiebedrijven, waarvan sommigen meerdere kotters in bezit hadden, hun bedrijfsactiviteiten beëindigden. Deels ook om dat er binnen de visserij het lang niet meer vanzelfsprekend was dat de volgende generaties ook vissers werden. "Wij hadden het voordeel dat we in de moeilijke tijden met meerdere familieleden op één schip werkten, waardoor automatisch de inzet groter was en de kosten laag konden worden gehouden". Een ander voordeel is dat de volgende generatie bereid is om in de voetsporen van hun (voor)vaders te treden. De zoons van Bram en Jan - Peter en Hans - vissen met de GO 37, terwijl hun vaders maar enkele weken per jaar op zee te vinden zijn. Zij zorgen voor het klaarmaken en repareren van netten en andere materiaal. Daarnaast is Bram ook bestuurslid van de Coöperatie.

Een andere bedreiging voor de Goereese visserij zou het verzanden van het Slijkgat kunnen zijn. Als er geen toegang meer is tot de haven, dan is het met de visserij gebeurd. Toch blijkt Bram Tanis zich daar geen grote zorgen over te maken, ondanks dat hij aangeeft dat hij verwacht dat over twintig jaar de haven niet meer bereikbaar zal zijn, maar ook daar is hij niet helemaal zeker van. "Tot nu toe houdt het Rotterdamse havenbedrijf zich goed aan de afspraken, maar aan het op diepte houden zal ooit wel een einde komen. Maar misschien heeft het Kierbesluit – waar ik een tegenstander van ben – wel een positieve invloed op het bevaarbaar houden van het Goereese Gat".

Tijdens het interview speelt in Groot Brittannië de discussie over de Brexit. Als Engeland uit de EU gaat, zullen de Engelse wateren gesloten worden voor de Nederlandse vissers. "Voor ons dat geen groot probleem, maar anderen die wel in de Engelse wateren vissen zullen dan wel dichterbij moeten blijven en dan krijgen we op de visgronden waar wij vissen meer concurrentie".

Het verbod om bijvangst (discard) overboord te zetten, lijkt na wat aanpassingen geen grote problemen op te leveren. Maar hij maakt zich meer zorgen over een andere ontwikkeling, die zelfs desastreus voor de vissers uit kan pakken. Bram is niet gerust over de gevolgen van de aanleg van de enorme windparken voor de Nederlandse kust. "Ik heb de kaarten van plannen gezien waarop langs bijna de hele Hollandse kust windparken zijn ingetekend. Als déze plannen worden gerealiseerd is er bijna geen visserij voor de kust meer mogelijk. Je mag en kan er dan niet meer vissen." Volgens de Goereese visserman is dit voor de visserij het grootste gevaar voor de toekomst en zal grote problemen gaan geven. Overigens verzekert Bram dat er in de visserij altijd problemen zijn geweest en ook altijd wel zullen zijn. Dit wil niet zeggen dat je als visser bij de pakken neer moet gaan zitten. "Als vissersbedrijf moet je op tijd de koers verleggen", zo benadrukt hij. "Men zegt dat rondom de windparken veel krabben zullen komen. Nou, dan moeten we misschien maar op krabben gaan vissen…"

De Noordzee en daardoor ook de Nederlandse visserij is sterk aan verandering onderhevig en daar moet men goed op inspelen, volgens Bram Tanis. Hij noemt de klimaatverandering. "Vroeger wilde ik hier niets van weten, maar ik zie steeds meer dat het klimaat wel degelijk verandert. Voor de kabeljauw en de wijting die vroeger in de winter naar de kust kwamen is het hier te warm geworden en deze vissen blijven nu voor de kust van Noorwegen. Het gevolg is dat er hier enorm veel garnalen zijn en heel veel zeebaars. Dit zijn allemaal ontwikkelingen waar de visser op in moet spelen".

Ondanks de zorgen is hij optimistisch, want een goede innovatieve visser "moet altijd scherp en alert blijven en als het getij verloopt, moet men de bakens verzetten".