Heerlijke Tompoezen

Maar het was koud. Gauw naar binnen bij het vuur opwarmen met een kop thee. Dat liep even anders. Een ouder stel liep met een plattegrond bij de kerk. Ik hoefde niet te vragen waar zij vandaan kwamen, want hun spraak verraadde dat zij uit België kwamen. Er ontstond een mooi gesprek.

"Kunt u uitleggen waarom er hier zoveel kerken zijn, vroeg de man"? Ik las een integere blik in zijn ogen. "Ik heb er wel vijf geteld," zei hij. "Nee, erger nog," zei ik, "het zijn er wel zes! En ik kan het u niet uitleggen." Vragend keek hij me aan. Toch deed ik een poging. Ik sprak van de pijn die er is, over en weer. Zo gaat dat met kerkscheuringen.

"Wij hebben maar één kerk in ons dorp, zei hij." Ja, dat begreep ik.

De vrouw mengde zich in het gesprek. Ze had een tedere blik in de ogen. "Weet u," zei ze, "onlangs was ik op een retraite. Ik was alleen, maar ik mocht me aansluiten bij een groep Protestanten uit Zaandam. En weet u, er gebeurde iets in me. En sindsdien is er iets hier vanbinnen dat niet meer stil is, iets dat uitgaat naar God." "O," zei ik, "blijven roepen, want God zal u zeker genadig zijn. En weet u waarom? Hij heeft niet voor niets Zijn Zoon aan het kruis laten sterven!" Ze knikten. "Ik maak op dit moment studie van de Reformatie," zei de Roomse man. "Ik ontdek wondere dingen." Ik antwoordde: "Bij het kruis, dáár begint de gemeenschap der heiligen. Diepe verbondenheid met elkaar door het bloed van het Lam."

De bakker kwam langs. "Hier zei hij," en drukte een doos met acht tompoezen in m'n handen. Ik keek nog eens goed. Bovenop stonden twee extra tompoezen. In een mooi wit doosje. "Kijk nou eens," zei ik, "die zijn voor jullie! Geniet ervan, morgen bij de koffie."

Stilte!

"Dan denken wij aan jullie," zei hij.