Lastige patiënten

We zijn allemaal patiënten. En patiënten heb je in soorten en maten, dat weet u ook. Je hebt makke en gedweeë patiënten en je hebt opstandige en zelfs wilde patiënten. Van die laatste soort had ik er laatst drie tegenover me. Moeilijk doen over een prikje en tegenwerken als ik ze wilde behandelen tegen hun alledaagse kwaaltjes. Het werd zelfs zo erg dat we rollend over de grond lagen te vechten en ik een speciale lasso moest gebruiken voordat ze in bedwang waren. Gelukkig had ik hulp van de dierenarts. Mijn drie varkens lijken heel lief, maar als hun hoefjes ingekort moeten worden, zijn het net legertanks die door vijandige artillerie worden beschoten.

Eigenlijk was ik meer de hulp en de dierenarts meer de behandelaar. Wat een vak heeft die man, zeg. Die is chirurg, huisarts, specialist, tandarts en worstelaar tegelijk. En zijn patiënten zijn soms slechts tien centimeter hoog en soms kun je erop galopperen. Liggend op een varken en hijgend van de inspanning steeg mijn respect voor die man naar een nieuw niveau. Toen we klaar waren, waren we beiden bedekt met modder en stonken we naar varkens-angstzweet. En ik eerlijk gezegd ook een beetje naar mensen-angstzweet. Dat heb ik dus nooit als ik klaar ben met mijn spreekuur. Dan ben ik niet eens echt moe. Eigenlijk heb ik maar een gemakkelijk baantje. De modder was ook nieuw voor me; ik ben blijkbaar niks gewend. Ik vind een ongewassen patiënt onprettig, maar die hoef ik doorgaans niet te verdoven en dan hardhandig tegen de grond te werken. En mijn varkens hebben een wel heel eigenaardig idee van hygiëne. Die laten de zeep al jaren onaangeroerd op het plankje liggen.

Van een beetje bloed word ik op zich niet bang, maar als de patiënt je tijdens het behandelen probeert te bijten en schoppen, word ik toch een beetje bleek rond de neus. De dierenarts niet, die is held van beroep. Die hakt en knipt en vecht dapper voort. Heldenmoed vind je onder huisartsen maar zelden, maar bij dierenartsen is dat dus nogal anders. Na een welverdiende en grondige douche heb ik nog even geprobeerd om wat nazorg te bieden. Daar was echter geen enkele behoefte aan. Ik ben nog over wederzijds respect in de arts-patiëntrelatie begonnen, maar sommige patiënten voelen zich daar gewoon te goed voor. Ze schaamden zich ook niet eens voor hun gedrag. Kinderachtig, hoor.