Afbeelding
Foto:

Aftellen naar de Kier

Gistermiddag kwam ik terug van een fijne vakantie in Oostenrijk en Italië. Duizenden kilometers afgelegd door schitterende landschappen in Duitsland, Oostenrijk en Italië. Bijzonder eigenlijk dat je als Nederlander binnen enkele uren – naar Italië wel dag(en) - in een totaal ander land terechtkomt. Met vele verschillende nationaliteiten staan we in de rij voor de tolpoortjes … ieder op weg naar zijn eigen bestemming.

Ik zou flink de balen hebben als we er bij de tolpoortjes achter kwamen er dus helemaal niet door te kunnen. Koffers gepakt, plannen gemaakt en je voorbereidt voor de reis. En dan … helaas je kunt er niet door. Rechtsomkeert en weer terug. Boos echtpaar voorin … en verdrietige kinderen achterin. En dat samen in één auto, is niet fijn!

Een beetje gechargeerd maar zo zouden al die duizenden trekvissen zich ook voelen, jaar in jaar uit. Zij leggen duizenden kilometers af om via het Haringvliet hun weg te vinden naar Frankrijk en Duitsland. Niet om vakantie te vieren, maar om zich voort te planten.

Op 5 september komt hier verandering in en gaan de sluisdeuren naar het Haringvliet permanent op een kier. Bijvoorbeeld de zeeforel, die eruitziet als een zilveren torpedo met zwarte stippen op de flanken. Elk jaar probeerde hij het weer. Maar steeds stootte hij z'n neus aan een dichte deur. Nu de Haringvlietsluizen een stukje open gaan, kan de trekvis weer door de Maas naar z'n favoriete paaigronden in de Eifel, de Ardennen of Sauerland zwemmen. In de Noordzee vreet hij zich groot – hij kan ruim een meter lang worden – op zandspiering, garnalen en sprot. Voordat hij de rivier optrekt, blijft hij een tijdje rondhangen in de brakke zeemonding om te wennen aan het zoete water.

En voordat de trekvissen het Haringvliet op kunnen, doen wij een voorverkenning. Op 21 augustus zwem ik met drie collega boswachters het Haringvliet over. Waarom? Om stil te staan bij deze bijzondere mijlpaal. Want voor het eerst sinds vijftig jaar kunnen deze vissen weer vanaf zee de Rijn en de Maas bereiken.

Chantal van Burg