Verjaardagen

Mensen vragen vaak: 'Als huisarts is het zeker wel heel vervelend dat op verjaardagen iedereen medische vragen aan je gaat stellen? Zit je zeker de hele tijd consultjes te doen?' Nou… dan kennen ze mijn familie nog niet. Ik ben na mijn geboorte namelijk in de familie geïntroduceerd als baby en nadat ik kleuter was geworden en zelfs al naar de grote school ging, werd ik heus al een hele grote jongen. Maar om nou te vertrouwen op het oordeel van Joost, die heus al een hele grote jongen is, dat gaat mijn ooms en tantes wat te ver. Bovendien weten mijn ooms en tantes toch alles al beter dan de gemiddelde ooms en tantes, dus hen maak je niets wijs. Zij weten zelf wel hoe het zit met de reumatische knie van de buurman of de cholesterolwaarden van de postbode.

Ik probeer soms wel eens voorzichtig om mijn bescheiden ideetjes over hardnekkig eczeem of platvoeten voor het voetlicht te brengen. Maar dan blijkt meestal dat mijn tante een zalfje kent dat beter is dan 'wat dokters voorschrijven' of een therapeut die alle tennisellebogen kan genezen. Als ik dan toch probeer om mijn boekenwijsheid te etaleren, draait het regelmatig uit op een klein college waarin me geleerd wordt hoe men vroeger kwalen als jicht en netelroos behandelde met trekzalf en een natte theedoek. 'En dat werkte altijd!' Toen ik mijn eind-thesis over de behandeling van pseudo-kroep af had, zei mijn vader 'Stomen werkt het beste, dat hebben we met jou ook gedaan'. En ik leef nog, dus tsja.

Nadat ik afgestudeerd was en patiënten van vlees en bloed tegenover me kreeg, verbaasde het me dat ze wat ik zei aannamen voor zoete koek. Het blijkt namelijk dat mensen die naar de dokter gaan echt iets willen weten over zichzelf. Dat is in mijn familie heel zeldzaam, die weten alles al. Die weten ook meer van geld dan de boekhouder en meer van auto's dan de monteur.

En als er dan toch eens een tante op me af komt om me een sproet te laten zien en vraagt: 'Dat is toch niks?', dan ben ik natuurlijk enorm vereerd. Eindelijk word ik serieus genomen. Eindelijk is er geen vooroorlogse behandeling of oudtante die een schaduw over me dreigt te werpen. Ik word voor vol aangezien. Een doorbraak! En om dan te zeggen: 'Oh, dat is maar een sproet', dat zou zonde zijn…