Torsade de pointes

In een grote stad zou ik geen dokter willen zijn. Al die mensen die dicht op elkaar wonen, maar elkaar niet kennen, al die eenzaamheid vermengd met drukte, al die onvriendelijkheid. Al toen ik besloot huisarts te worden, wilde ik dorpsdokter worden. Niet alleen u te willen kennen, maar ook uw buren, kinderen en ouders. En vooral uw schoonouders. De warmte van een hechte sociale omgeving is genezend op zich en in deze verwarrende tijd zijn alle beetjes welkom.

Op Flakkee zorgen mensen voor elkaar. Wordt iemand slecht ter been, dan leent hij gewoon de rollator van zijn buurman. Krijgt iemand slecht nieuws van de dokter, dan brengt de buurvrouw de volgende dag een pan soep en maakt een praatje. Zo gaat dat hier; dat is goed. Wordt iemand angstig, dan krijgt hij van zijn echtgenote een medicament dat verslavend is, diverse bijwerkingen heeft en misschien wel helemaal niet in combinatie gebruikt mag worden met zijn andere medicatie. Wacht, dat laatste is misschien niet zo heel goed. Dat is misschien heel goed bedoeld, maar kan heel slecht uitpakken.

De computer van uw huisarts houdt bij ieder voorschrift in de gaten of u het middel wel mag hebben en de assistente volgt nascholingen om die computer ook nog eens te controleren. De huisarts denkt bij het voorschrijven na over de mogelijke bijwerkingen en gevolgen en is dan soms een beetje gefrustreerd als de pillen op reis gaan van de ene patiƫnt naar de andere. En verbaasd als soms blijkt dat iemand over depressieve klachten komt praten en zegt dat de pillen van zijn zus hem al een jaar niet kunnen helpen.

Natuurlijk, als patiƫnten elkaar gaan behandelen, worden de spreekuren in de praktijk lekker rustig en kan je dokter eindelijk eens die stapel papieren wegwerken die hem al een maand ligt aan te staren (ja, stapel, ik heb het zelfs al over je in de krant - zo erg is het geworden). Maar ik geloof niet dat de minister dat bedoelt als hij wil dat de zorgkosten omlaag gaan. U mag gewoon bij uw huisarts langs met uw klachten. Misschien heeft de dokter aan je tante wonderpillen voorgeschreven, maar je tante heeft de nieren van een grasparkiet en de lever van een walvis. De dokter bijt je niet. Als je daar bang voor bent, heb je misschien het hartje van een wezel. Daar zijn pillen tegen. Vraag maar aan je tante.

Joost van de Putte