Stefan van Kampen is gepromoveerd:
"Je leert cijfertjes vertalen naar de praktijk''
MIDDELHARNIS - Stefan van Kampen (29, afkomstig uit Oude-Tonge) heeft pasgeleden zijn promotieonderzoek over de financiering van het midden- en kleinbedrijf (MKB) met succes afgerond. Daarvoor studeerde hij ook al aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. "Na mijn studie had ik de interesse om nog een promotietraject te gaan doen, onder andere omdat ik het doen van onderzoek erg interessant vind.''
Door Erwin Guijt
In 2013 is Stefan begonnen met zijn promotietraject. "Door de Erasmus werd ik uitgenodigd om een proefschrift te schrijven. Tijdens mijn studie bedrijfsfinanciering ging het vooral om de grote bedrijven, terwijl ik ook de MKB-hoek interessant vond. Daarom heb ik mij vooral gericht op de laatstgenoemde sector. Eigenlijk heb ik drie onderzoeken op dat gebied gedaan, wat uiteindelijk één proefschrift is geworden.''
Onderpand
"Voor het eerste hoofdstuk heb ik de waarde van onderpand bestudeerd, iets wat voor het MKB erg belangrijk is. Voor het onderzoek heb ik gekeken naar welke vormen van onderpand er zijn én welke daarvan het beste is. Zo heb je de vaste activa (gebouwen, machines e.d.), voorraden en als derde de debiteuren. Uit mijn onderzoek kwam naar voren dat je met vaste activa het makkelijkst een lening bij de bank kan krijgen. Dit omdat vaste activa relatief veel waard zijn en ze lang in bezit blijven. Bij kortetermijnleningen is voorraad vaak juist het meest geschikte onderpand'', weet Stefan.
"Het verschil tussen grote en kleine bedrijven is dat onderpand vaak nóg belangrijker is voor kleine bedrijven. De waarde van onderpand daalde echter enorm gedurende de crisis in 2008-2009, maar alleen voor kleine ondernemingen. Kleine en middelgrote ondernemingen hebben dus het meest aan onderpand, maar het kost hen ook de meeste moeite. Dat is wel zorgelijk.''
Geldschieters
"In het tweede hoofdstuk heb ik gekeken naar de financiering van bedrijven door het zogeheten leverancierskrediet, waarbij leveranciers uitstel van betaling geven. Veelal wordt beweerd dat dit een goed alternatief is voor krediet van de bank, maar hier had ik mijn twijfels over. Een van de redenen hiervoor is dat ten tijde van crisis de leverancier zelf ook het geld hard nodig heeft, waardoor deze minder snel geneigd zal zijn uitstel van betaling te geven. De conclusie was eigenlijk dat je leveranciers niet zomaar kunt zien als geldschieters.''
"Voor hoofdstuk drie heb ik gekeken naar MKB-financiering over heel Europa. Welke landen doen het goed? Hoe heeft de bankensector zich daar ontwikkeld? Hoe zit het met de wet- en regelgeving? Wat je ziet is dat wanneer er veel concurrentie tussen banken is, dit gunstig is voor het MKB: er zijn meer MKB'ers die tegen lagere rente een lening kunnen krijgen.''
Doorzettingsvermogen
De 29-jarige onderzoeker vond het een heel interessant proces om mee te maken en heeft er volgens eigen zeggen veel van geleerd. "Het gaat natuurlijk met ups en downs. Je leert specialiseren en het vertalen van cijfertjes naar de praktijk. Daarnaast moet je je conclusies kunnen verkopen en is doorzettingsvermogen ook heel erg belangrijk. Daarin heb ik ook wel een ontwikkeling meegemaakt, denk ik.''
Muf hok
Ondanks het feit dat hij goed in de materie zat, vond Stefan de dagen voor de verdediging behoorlijk spannend. "Het meest zenuwslopend is het laatste halfuur voordat de verdediging gaat beginnen. Familie en vrienden zitten dan al in de zaal, terwijl jijzelf in een aparte ruimte zit. Deze ruimte wordt ook wel het zweetkamertje genoemd.'' Lachend: "En dat klopt, is het niet vanwege de spanning, dan wel omdat het gewoon een erg muf hok is.''
Ondanks dat zijn proefschrift nu met succes is afgerond, heeft hij nog geen duidelijk carrièrepad. "Ik hoop dat ik, waar ik ook terecht mag komen, de wetenschap kan linken aan de praktijk." Momenteel werkt Stefan als financieel adviseur bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.