Herkingen heeft een nieuw paneel om de Ramp-slachtoffers te gedenken
HERKINGEN – Gedenken en herdenken. Daar ging het donderdagavond 1 februari om in Herkingen. Nabij de coupure tussen dorp en haven onthulden leerlingen van de Prins Johan Friso-school een nieuw herinneringspaneel waarop de namen staan van de vier slachtoffers die 65 jaar geleden, tijdens de Watersnoodramp, op Herkingse grond zijn gevallen.
Tekst en foto: Kees van Rixoort
De onthulling ging gepaard met een stijlvolle bijeenkomst in het duister van de vroege avond. André van Beek, voorzitter van de dorpsraad, noemde drie redenen voor de herdenking. "Ten eerste tonen we op deze manier ons respect en medeleven voor en naar de slachtoffers en hun nabestaanden. Voor de mensen die familieleden of vrienden hebben verloren is het een manier om in gedachten toch weer even dicht bij hun geliefden te zijn."
De tweede reden, die Van Beek aangaf voor de samenkomst in Herkingen, is het gegeven dat het niet vanzelfsprekend is dat we altijd maar droge voeten hebben in een land dat zonder beschermende maatregelen voor een groot deel onder water zou staan. "In 1953 had men die technieken niet die ons nu beschermen. Nu zijn die technieken er wel en hebben onze volksvertegenwoordigers de plicht om deze op de juiste manier te onderhouden, te versterken en te onderhouden. Niet geld maar veiligheid moet te allen tijde voorrang krijgen", aldus de voorzitter van de dorpsraad.
Als derde reden noemde Van Beek de plaatsing van een nieuw herinneringspaneel. "Het oude was duidelijk aan vervanging toe en stond bovendien op een locatie, achter de bosjes, waar geen mens het kon zien."
De vier slachtoffers van de Watersnoodramp woonden niet in het dorp Herkingen, maar aan de Sint Pietersweg in Battenoord, op grondgebied van de toenmalige gemeente Herkingen. Het gaat om Jacoba van Zielst-Hartog, Johannes de Jong, Paulina de Jong-Volaart en Tannetje Volaart-Melissant. Zij zijn begraven op de begraafplaats in Nieuwe-Tonge. De graven zijn onlangs gerenoveerd.
Julia Kom, Jolisa Kalle, Ralph van de Velde en Owen van Asch onthulden het nieuwe paneel. Daarna droegen Anna-Emily van de Velde en Wilmar Riemens hun gedichten over de Ramp voor en vertelde Leen Snijder wat hij als bijna 9-jarige op 1 februari 1953 en daarna meemaakte in het buitengebied. "Onderschat de kracht van het water niet. We hadden maandenlang eb en vloed in de polder."
Kernwethouder Frans Tollenaar legde samen met zijn vrouw een krans namens de gemeente Goeree-Overflakkee. Na het noemen van de namen van de slachtoffers, namen de aanwezigen een minuut stilte in acht en klonk de Taptoe op de trompet. Tollenaar sprak ook de kinderen toe: "Besef dat het heel erg was." "Ontredderd en verslagen was men. Maar de saamhorigheid was heel groot. En dat merken we vanavond ook", aldus de wethouder.