Liefdesdwang
Liefdesdwang, de hartveroverende kracht van de liefde van Christus, door Willem Teellinck, hertaald door C. Bregman. Dit boekje verscheen voor het eerst in 1620. Willem Teellinck rekenen we tot de Nadere Reformatoren (1579-1629). Het is een preek over 2 Korinthe 5:14: 'De liefde van Christus dringt ons.' Wat kan u in dit boekje verwachten? Een beschrijving van de liefde van Christus en… de door Hem gewerkte wederliefde in het hart van Gods kinderen. Vanzelf is dit een zaak van het hart, maar die liefde wordt ook zichtbaar in het onderhouden van Christus' instellingen. Aan de ene kant de innige geloofsomgang met de Heere én een levenswandel die daarmee overeenkomt. De rode draad door heel dit boekje is de oproep om te staan naar de liefde van Christus. Op ons allen komt de dringende vraag af: zijn we werkelijk een christen? Vandaar dat dit werkje uit de Nadere Reformatie hoogst actueel is.
Het boekje begint met een Inleiding door dr. W.J. op t 't Hof, dan volgt de eigenlijke preek, ook met een inleiding, vervolgens de uitleg van de tekst, het onderwijs hieruit en twee toepassingen: de waarde van dit onderwijs met het oog op Christus en de waarde van dit onderwijs met het oog op onszelf.
C. Bregman geeft een verantwoording hoe deze hertaling tot stand gekomen is. Zoals hij dat ook bij andere hertalingen heeft gedaan, geeft hij lastige passages in een noot weer hoe de auteur het oorspronkelijk formuleerde. Teellinck is niet de gemakkelijkste auteur, als het om hertalen gaat, toch heeft de hertaler met genoegen dit boekje in eigentijds Nederlands weergegeven. Al kwam in de vorige eeuw al een hertaling door drs. K. Exalto op de markt, toch heeft Bregman gekozen om opnieuw dit boekje te hertalen. Om twee redenen: Exalto had geen inleiding toegevoegd en ook de noten ontbraken. Wel heeft Bregman dankbaar gebruik gemaakt van deze uitgave, waar mogelijk, maar meende toch een eigen weg te moeten gaan om de leesbaarheid in onze tijd zo groot mogelijk te maken. Bij het lezen zult u ontdekken dat het boekje nog niets van zijn actualiteit en zeggingskracht heeft verloren.
Op blz. 86 eindigt de toepassing met het oog op onszelf met de volgende woorden:
'Zo beproeft God ons, evenals Hij deed met Abraham, toen Hij van hem eiste dat hij zijn liefste zoon Izak zou offeren (Gen.22). In zo'n omstandigheid moeten we voor de Heere kiezen, achter Hem aan komen en het allerliefste ter wille van Hem opgeven. Als we dat doen, zullen we hierdoor werkelijk bevestigd worden dat we de Heere Jezus tot onze eeuwig troost oprecht liefhebben. Daarom moet u elke gelegenheid aangrijpen om aan iedereen te laten zien dat u door de liefde van Christus geleid wordt. Dat gebeurt telkens als u bij zo'n gelegenheid het verlangen van uw vlees en van uw wereldse vrienden zult afwijzen, en de wens van Christus zult inwilligen. Op deze manier zult u aan iedereen laten zien dat u de Heere Jezus oprecht liefhebt. Dan mag u zichzelf met alle ware christenen ervan verzekeren dat u hiernamaals voor altijd en eeuwig de Heere Jezus, uw lieve Heere, tot uw onuitsprekelijke troost mag liefhebben. En dan mag u ten slotte de kroon van de heerlijkheid ontvangen – de kroon die Hij beloofd heeft aan al degenen die Hem liefhebben (Jak. 1:12) Amen.