Bethelmomenten

"… en een Man worstelde met hem, totdat de dageraad aanbrak."
Genesis 32: 24b

Jakob komt bij de rivier Jabok. In die namen zit het woord voor 'worstelen'. 'Jabok' heeft dezelfde letters als 'Jakob', alleen in een andere volgorde, verdraaid. De zonde verdraait en verdeelt je als mens en misvormt je als persoon. De duivel heet niet voor niets 'diabolos', wat 'uiteendrijver' betekent. Je bent dan niet meer een mens uit één stuk.
Uitgerekend deze uiteengedreven Jakob wil koste wat kost gezegend worden door God, door de God die zegt: 'Wees heilig, want Ik ben heilig.' Dan kan een worsteling niet uitblijven. Zoeken wij ook de zegen? 'Ik zoek de zegen alleen bij U, o Bron van troost en licht!' (Ps. 27:5 berijmd). Voordat Jakob die rivier over kan, voordat hij Ezau kan ontmoeten, moet hij in het reine komen met God. Aan de overkant wacht Ezau. Jakob is bang voor de zondevrucht: de dood!
Verschrikt de zonde ons weleens? Niet voor God te kunnen verschijnen. De hedendaagse mens zou niet meer weten wat zonde is. Wij voelen ons prima en zo slecht zijn we niet. Wie de krant openslaat, concludeert anders. We horen van moord en doodslag, perverse seksualiteit, roze zaterdagen, geweld en haat. Maar vooral als je bij jezelf naar binnen kijkt, wat tref je daar aan?
Het wachtwoord van de hervormers luidde: 'Eens was ik een vreemdeling voor God en mijn hart; Ik voelde geen schuld en ik kende geen smart. Ik vroeg niet: Mijn ziel, doorziet gij uw lot? Hoe zult gij rechtvaardig verschijnen voor God?' Dan heb je inderdaad nergens last van. Maar het 'wachtwoord' gaat verder: 'Maar toen mij Gods Geest mijn schuld had ontdekt, werd in mijn ziel de vreze gewekt. Toen voelde ik wat eisen Gods heiligheid deed.'
Dan ga je God ontmoeten 'van aangezicht tot aangezicht'. Aan de Jabok verdiept het geloof. Jakob worstelt de hele nacht met een Man. Wie is Hij? Het blijft mysterieus en daarom indrukwekkend. Na de worsteling zal blijken dat Jakob God heeft gezien. God was er, maar anders dan in Bethel. Geen overduidelijke aanwezigheid, geen engelenladders. Jakob vecht met een schim. God is er, maar verborgen.
Is dat soms ook uw ervaring? We mogen terugzien op Bethelmomenten. Nu is alles anders geworden. God houdt Zich schuil. Hij is er wel, maar verborgen. De reden? Het leven heeft zoveel met zich meegebracht. Er zijn zonden die ons van ons stuk brengen en die tussen God en ons in dreigen te staan, zoals bij Jakob.

Het moet dieper in ons leven met God, maar het wordt oppervlakkiger. Daar kan Jakob niet mee leven. Hij vecht alsof zijn leven ervan afhangt. Hij wil niet zonder God verder. Dat is de zondaar voor God, die moet worstelen om te overleven. Die zonde heeft zo'n gat geslagen in de relatie. Jakob strijdt, zelfs zo dat het de onbekende man niet lukt om Jakob te overwinnen.
Jakob volhardt, want zijn leven staat op het spel. Weten wij daar ook van? Dan gebeurt het wonder: het tij keert. De onbekende man wil weg. Het is bijna dag. Hij raakt Jakobs heup aan, zodat hij amper kan staan. Jakob weet: deze man is geen gewoon mens. Hier is God aan het werk. Laat Jakob verschrikt los? Nee, hij houdt des te meer vast! 'Zegen mij! Zegen mij!' Alsof hij uitroept: 'Heere, laat mij niet alleen met mijn zonden! Ver weg bij U. Zegen mij, ga met mij mee!' Zoals de Emmaüsgangers tegen Jezus zeiden: 'Blijf bij ons'.

Hoe loopt het af met degene die volhardt? Die hoort een stem: 'Wat is je naam?' Jakob komt voor de dag: 'Ik ben Jakob: hielenlichter, oplichter. Dat is mijn naam.' Een mens die zijn doel heeft gemist. Op Jakobs dieptepunt, klinkt het evangeliewoord: 'Uw naam zal voortaan niet Jakob heten, maar Israël.' Gód strijdt, betekent dat. Jakob streed, maar de zegen is er alleen als God gaat strijden. Daarvoor moest Jakob op de knieën, belijden wie hij was als mens.

Bent u al bij de Jabok geweest? Dan wordt je leven ontvankelijk voor de zegen. En zal ook voor ons gelden: 'Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel is gered geweest!' 'De zon ging over Jakob op, toen hij door Pniël gegaan was.' Van de strijd in de nacht gaat het naar de opgaande zon in de morgen. De gemeenschap met God is weer helder. Hij kan verder, een nieuw begin. Niet een Zwitserleven, wel een geloofsleven. Een leven met God, een leven tot in eeuwigheid, met een nieuwe naam.

Ds. B.J. van Assen, Nieuwe-Tonge