Afbeelding
Foto:

Oorlogsmonument in Achthuizen werd al in 1945 opgericht

Uit een dossier van de voormalige gemeente Oostflakkee blijkt dat dit monument al in 1945 al is opgericht. Het dossier gaat over het vervangen van de gedenkplaat. De oorspronkelijke gedenkplaat was niet meer te herstellen en is in 1985 vervangen. Het hele monument bestaat uit een gedenksteen met kruis en een ingemetselde plaquette. Op de plaquette staan de namen van de oorlogsslachtoffers uit Achthuizen vermeld.

Door Erwin Guijt

Britse artillerie

Het monument aan het kruispunt van de Kerkstraat en Achthuizensedijk werd opgericht als initiatief van de Oranjevereniging van het dorp, die het benodigde geld bij elkaar gebracht heeft. Zij hebben in 1955 ook een brochure uitgegeven getiteld 'Ons monument 1940-1945. Waarom?' Hier staat enige achtergrondinformatie aangaande de dodelijke slachtoffers die op het monument genoemd staan.

De eerste naam is Johannes Broeders. Hij was met zijn vrouw Maria en hun drie kinderen geëvacueerd naar Oud-Beijerland. Vandaaruit vertrokken ze naar een broer van hem, die in Kaatsheuvel woonde. Op de dag voor de bevrijding van Kaatsheuvel werd er zwaar gevochten in de omgeving. Granaten van de Britse artillerie sloegen in en doodden Johannes en zijn dochter Annie. De rest van het gezin raakte gewond, maar overleefde de oorlog.

Militair transport

De kinderen Tonny en Sjaak Vervloed waren samen met hun ouders en verdere familie op verschillende plekken in Oud-Beijerland geëvacueerd. Tijdens een bombardement op 12 oktober 1944 werd het huis getroffen door een voltreffer en alle acht bewoners waren op slag dood. Wrang detail is dat de respectievelijk 14 en 10 jaar oude kinderen altijd gewend waren naar de kerk te gaan, alleen die ochtend niet.

Piet Kerp was met een grote razzia van december 1944 samen met vele anderen op transport gesteld richting Duitsland. Vanaf Kampen ging het met de trein richting Duitsland. Daar zou Kerp echter nooit aankomen: bij het plaatsje Wierden werd de trein door Engelse Spitfires beschoten. De piloten dachten dat het ging om een militair transport. Toen zij echter zagen dat er burgers uit de trein vluchtten, staakten zij hun vuur en vertrokken. Maar Kerp was helaas al dodelijk getroffen.

V1-crash

Weduwe Hendrien van Wijk-Kauffman was geëvacueerd naar Kaatsheuvel. Zij werd geraakt door een granaatscherf en voor behandeling overgebracht naar het ziekenhuis te Tilburg. Op 26 januari 1945 viel er een V1 op het Missiehuis St. Antonius. Vele raakten daar gewond en werden naar het ziekenhuis in Tilburg gebracht. De zoon van Van Wijk-Kauffman volgde deze stoet slachtoffers, maar toen hij bij zijn moeder kwam was deze net overleden. Door de zojuist beschreven V1-crash vielen er nog twee Achthuizense slachtoffers. Kees Gootjes overleed meteen door de inslag, terwijl Piet Stam twee weken later aan zijn verwoningen overleed.

Jan de Boed werd tijdens een grote razzia opgepakt en op de trein naar Duitsland gezet. Hij kwam in Kassel terecht, waar hij door slechte voeding en huisvesting ziek werd. Hij overleed in het ziekenhuis. Ook dorpsgenoot Koos Jansen werd op transport gesteld naar Duitsland, en ook hij kwam na wat omzwervingen in Kassel terecht. Hij overleed daar ten gevolge van tuberculose.

Munitiefabriek

Ook Kees Moerenhout werd in het kader van de Arbeitseinsatz naar Duitsland gestuurd. In eerste instantie werd hij aan het werk gesteld in een munitiefabriek bij Frankfurt a/d Main. Om onduidelijke reden is hij naar concentratiekamp Oranienburg gebracht. Op een gegeven moment hoorde zijn familie niets meer van hem. Volgens ooggetuigen is hij nog gezien in concentratiekamp Bergen-Belsen, waar hij ook is gestorven. Zijn naam is de laatste op het monument van Achthuizen. Toen prinses Juliana en prins Bernard in oktober 1947 Goeree en Overflakkee bezochten, hebben zij bij het monument een krans gelegd. Opdat wij nooit vergeten.

Dit artikel kwam tot stand met medewerking van het Streekarchief Goeree-Overflakkee.