Ontkerkelijking

Regelmatig komen er cijfers beschikbaar over de kerkelijkheid in Nederland. Ook deze week waren er weer cijfers van het bureau voor de statistiek. Inmiddels is meer dan de helft van alle mensen in ons land niet meer aan een kerk verbonden. Nog ongeveer 25% van de mensen bezoekt weleens een kerkdienst en meer getrouw bezoek (één keer per veertien dagen) is gedaald tot ongeveer tien procent. Kortom, Nederland is een niet-christelijk land geworden. De meerderheid van de mensen heeft niets meer met de kerk. Vooral in de grote steden is dat goed te merken. Hoe moeten we deze ontwikkeling bezien?
In de eerste plaats gaat het natuurlijk om een aangrijpende zaak. De kerk, de Bijbel en het geloof zijn eeuwenlang belangrijk geweest voor de mensen in ons land. Het wegvallen ervan heeft grote gevolgen. Alleen al de gedachte dat veel mensen amper meer weten wat er in de tien geboden staat, kan met vrees vervullen. Er is ook heel wat op de helling gegaan in de achterliggende jaren. Denk maar aan zaken als de zondagsrust, relatievorming, denken over leven en dood en tal van andere zaken meer. Maar het gaat dieper. Kijk, de Bijbel is een heilsboodschap. En los van die heilsboodschap loopt het met mensen niet goed af. Zonder God en zonder de Bijbel hebben mensen geen toekomst en zal een einde van het leven zeer ernstig zijn. Onze medemensen zijn zielen op reis naar de eeuwigheid. Het wegvallen van de kerk en de Bijbel leidt tot diepe gedachten over het ware welzijn van medemensen. We mogen ons het lot van medeburgers best aantrekken.
In de tweede plaats heeft de ontkerkelijking natuurlijk ook gevolgen. Ik wees als op zaken als zondagsrust. Maar er is meer. We hebben in dit land veel kerkgebouwen. De komende tijd zal er elke week wel ergens een kerk worden gesloten, van bestemming veranderen of worden afgebroken. De afwikkeling van de secularisatie is geen opwekkend gebeuren. Bovendien is er langzaam ook al veel veranderd in onze samenleving. De seculiere moraal, met autonomie als meest belangrijke kenmerk, dringt meer en meer op. In de politiek hebben christelijke partijen al lang geen meerderheid meer. Er is nog veel te noemen, maar het zal er Bijbels gezien niet op vooruit gaan. We mogen als kerkmensen best wel dagelijks bidden voor ons volk en onze overheid. Een weerkeer naar God en Zijn heilzame geboden is belangrijk, maar zonder bekering zal dat niet kunnen. De toekomst zal leren hoe het allemaal zal gaan in ons land.
In de derde plaats mogen we ons ook wel verwonderen. Het klinkt misschien een beetje raar om dat te zeggen, maar laten we eens zien wat we hebben in dit land. We mogen vrij naar de kerk gaan. We hebben alle ruimte om de Heere naar Zijn Woord te dienen. We mogen ook de Bijbel lezen en aan anderen doorgeven. Niets en niemand zal ons daarbij in de weg zitten. We leven dus in een land zonder God en toch mogen we in alle vrijheid de Heere dienen. Dat is een wonderlijke goedheid van de Heere, die we niet genoeg kunnen waarderen. Als je met christenen uit het Midden-Oosten of uit China praat, dan blijkt hoe moeilijk het daar vaak is. Wij hebben zeer veel vrijheid en laten we dat waarderen en hooghouden. Ons land is een land waar we dingen hebben die elders onmogelijk zijn. Naast alle zorg en verdriet is dat toch een zaak om op te merken. Gods goede hand is nog over ons volk. En het zijn die goedertierenheden die tot bekering leiden. Laten we hopen en bidden dat God in ons land een weerkeer geeft naar Zijn Woord.

Ds. W. Visscher