Afbeelding
Foto:

Oud & Wijs

Marijn Heestermans: "Brood bakken is het mooiste dat er is!"

Marijn Heestermans (1935) telt hardop. Eén bakker in Melissant, eentje in Ouddorp, één in Goedereede, twee in Dirksland... Er zijn alles bij elkaar nog geen tien bakkerijen op het eiland en daarvan staan er twee te koop. Hij zag de advertenties in het vakblad, dat hij nog steeds elke maand leest om een beetje op de hoogte te blijven, ook al stopte hij in 2001 met zijn eigen zaak. "De bakkers van tegenwoordig moeten met hun tijd meegaan en inspelen op de vraag en trends, zoals koolhydraatarm en glutenvrij. De concurrentie met de supermarkten is groot. Het valt voor bakkers dan ook niet mee."

Tekst en foto's: Pauline Hof

Van jongs af aan was hij in de bakkerij te vinden, net als zijn vader en zijn opa. De bakkerij in Oude-Tonge was al sinds 1823 in de familie. Zelf had hij het leuk gevonden als zijn zaak was voortgezet. Het mocht niet zo zijn. Heestermans heeft altijd met veel plezier in de bakkerij gewerkt. "Brood bakken is het mooiste dat er is. Het is van verschillende factoren afhankelijk of je brood goed lukt: gist, temperatuur en vocht. Had je een natte zomer en kwam er schot in de tarwe, dan was het lastig om een brood goed te krijgen." Dat hij als oudste zoon ook bakker zou worden, is eigenlijk nooit een gespreksonderwerp geweest. "De hoofdonderwijzer kwam met een advertentie van een vakopleiding in Oudenbosch. Daar ben ik drie jaar intern geweest om het vak te leren. Ik heb daarna nog jaren met mijn vader samen in de bakkerij gewerkt, voordat ik de zaak in 1964 overnam. Maar zelfs toen bleef hij nog een beetje helpen, hoor. Ik weet nog goed, ik kocht een elektrische broodbakinstallatie. Mijn vader vond het niets. Er was toch niets mis met de manier waarop hij altijd brood bakte? Maar als hij stond te praten met de mannen bij de Kaai, vertelde hij iedereen over die mooie machine. De eerste keer dat ermee gebakken werd, had mijn vader dienst. Ik lag te slapen, want ik had 's nachts gewerkt. Hij kwam met het eerste brood mijn slaapkamer binnen om het me te laten zien. Prachtig vond hij het!"

Winkel

De bakkerij had geen traditionele bakkerswinkel. "Wij leverden aan instellingen zoals het Van Weel-Bethesda, Ebbe en Vloed, De Samaritaan en andere instanties, ook buiten het eiland. Dat werd allemaal door onze chauffeurs bezorgd. Particulieren konden op bestelling kopen. Toen we stopten met bezorgen, kwamen ze het brood zelf bij de bakkerij afhalen. Die constructie zorgde ervoor dat er wel minder variëteit in het bakken was dan je gehad zou hebben bij een winkel. Mijn vader had wel plannen gehad voor een winkel, maar dat heeft hij na de oorlog nooit doorgezet. Toen later de tijden beter waren, vond ik mezelf er eigenlijk al te oud voor."

Water

Nu hij ouder is, denkt Heestermans vaker terug aan vroeger. "Regelmatig schiet het door mijn hoofd, dat mijn vader het toch niet gemakkelijk heeft gehad. Mijn moeder ook niet, trouwens. Mijn vader Kees zat samen met zijn broer, mijn oom Hendrik, in de bakkerij. Ze maakten de Eerste Wereldoorlog mee en toen de crisisjaren. Ze hadden niet alleen een bakkerij, maar ook een kruidenierszaak in Oude-Tonge. De grote problemen kwamen pas in de Tweede Wereldoorlog. Mijn oom sloot zich aan bij de NSB. Daar moest mijn vader niets van hebben." De Duitse sympathieën van oom Hendrik zorgden niet alleen privé voor verwijdering tussen de broers, ook zakelijk ontstond een moeilijke situatie. Niemand wilde brood kopen bij een NSB-winkel. Hendrik vertrok met zijn gezin uit Oude-Tonge en de broers raakten gebrouilleerd. "In de oorlog werd Oude-Tonge onder water gezet door de Duitsers. Wij zijn toen geëvacueerd. Na de oorlog kon mijn vader de kruidenierszaak terugkopen, die hebben we uiteindelijk tot 1970 gehad. Alle machines in de bakkerij waren vernietigd. En er was niets te krijgen. Het heeft veel moeite gekost de boel weer op te bouwen. Intussen hadden mijn ouders wel een gezin en veel monden te voeden. We waren met tien broers en zussen. En toen de boel net een beetje draaide, kwam de ramp." Oude-Tonge werd enorm getroffen door het water. Er waren 300 doden te betreuren. Weer stond alles onder water."

Bruin

Vroeger had je drie soorten brood: wit, tarwe en regeringsbrood. Tegenwoordig zijn er oneindig veel soorten. Ik heb in die beginjaren nog eens puur volkoren gebakken, met een hele mooie donkerbruine korst. Ik deed Buisman voor in de koffie door het deeg, voordat het de oven inging. Zelfverzonnen! Dat liep goed, hoor. En collega's zich maar afvragen hoe mijn brood zo bruin werd. We hadden allemaal hetzelfde meel, van dezelfde leveranciers." Heestermans denkt dat de vraag naar andere soorten brood gekomen is, omdat reizen naar het buitenland gemakkelijker werd. "De bruggen en de dammen kwamen. Ook het toerisme kwam op. Die trend is in de jaren '60 begonnen, dat je opeens croissantjes op bestelling moest gaan maken, of stokbrood. Tegenwoordig kun je dat bij elke bakker kopen."

Tijd

Bakkers hebben het niet gemakkelijk. Er is veel concurrentie. Supermarkten zijn ook steeds meer brood en klein brood gaan verkopen. Heestermans vindt dat het brood er daar ook netjes uitziet. Hij bekent: "De kwaliteit is ook best goed, maar de prijs is vaak wel lager dan bij een ambachtelijke bakkerij. Een bakker moet dus kwalitatief en prijstechnisch mee met de supermarkt. Dat is echt ingewikkeld, want bakken is arbeidsintensief." Hij vervolgt: "Weet je, een goed brood bak je in drieënhalf uur. Alles wat het korter duurt, gaat ten koste van de smaak. Deeg heeft nu eenmaal tijd nodig om te rijzen en nogmaals te rijzen." Zo'n vijftien jaar terug waren bakmachines opeens hip. Bijna iedereen had er eentje. Heestermans herinnert het zich. "Je deed dan 's avonds het deeg erin, zette dan de tijdklok aan en 's morgens had je vers brood. Ik wist direct al dat die machines al heel snel op de zolder zouden belanden. Het brood was warm nog wel te eten met wat boter, maar zodra het afkoelde… Brood heeft tijd nodig."

Reizen

Van het personeel kreeg hij een reis naar Zweden aangeboden toen hij stopte met de zaak. Het werd de eerste van vele. Hij ging daarna nog tien keer naar Noorwegen, maar uiteindelijk moest hij het reizen staken wegens gezondheidsklachten. Lezen doet hij sinds zijn pensioen ook veel. Af en toe bakt hij ook nog. Hij heeft een klein machientje om mee te bakken. De artrose in zijn handen maakt het lastig deeg te kneden. Laatst bakte hij nog een cake met sinaasappelschil en gember en pas nog een pruimentaart. "Vorige week heb ik een mosselbrood gemaakt. Ik had mosselen gekregen en er nog veel over. Ze stoppen tegenwoordig van alles in het brood, dus ik dacht, ik maak een mosselbrood. Het zag er niet uit. De smaak was ook niets. Nee, mosselbrood is geen aanrader!"

Voor de serie Oud & Wijs bezoekt Pauline Hof senioren, die met hun levenservaring hun licht laten schijnen op actuele zaken. In de negende aflevering: Marijn Heestermans uit Oude-Tonge.

Afbeelding
Afbeelding